Zonder het te weten

Preek over Hebreeën 13:1-3

orde morgendienst
welkom
zingen: Opwekking 136
zingen: Opwekking 411
stil gebed
votum en groet
zingen: Liedboek 133,8
gebed
Schriftlezing Genesis 18:1-8
preek over Hebreeën 13:1-3
video
zingen: Liedboek 73
lezen 3 Johannes
zingen: E&R 263
gebed
mededelingen
inzameling gaven
zingen: NGK 107
zegen

Houd de gastvrijheid in ere, want zo hebben sommigen zonder het te weten engelen ontvangen. Ging het in de reeks over gastvrijheid vorige week al over het geheim dat Jezus zelf zich verstopt in mensen, in jou, in mensen om je heen: wat je voor deze mensen gedaan hebt, heb je voor mij gedaan — vanmorgen moeten we het nog een keer over zo’n geheim hebben. Je stuit niet alleen in je gasten zomaar op Jezus zelf, je kunt ook nog heel andere gasten treffen dan je eerst dacht, engelen, boodschappers, figuren op missie namens God.

Het merkwaardige is intussen dat dit eigenlijk best een actueel thema is ook. Als je tegen twintig mensen zegt dat je graag gastvrij bent omdat het best eens zou kunnen gebeuren dat je zo engelen ontvangt, kun je er zomaar tien treffen die dat helemaal niet vreemd vinden. Niet alleen moslims geloven aan engelen en geesten, ook in onze algemenere Westerse cultuur zijn ze plotseling weer ‘in’ geraakt. In allerlei vormen duiken ze op als bemiddelaars en boodschappers van het goede, in boeken, in films, in de reclame, in de filosofie zelfs. Direct, bijvoorbeeld in Wim Wenders film Der Himmel über Berlin en het vervolg daarop In weiter Ferne, so nah!, maar ook indirect, bijvoorbeeld als de elfen in Lord of the Rings. Ik zou de mensen niet graag de kost geven die denken dat je na je overlijden een soort van engel wordt en nog allerlei boodschappen kunt overbrengen aan je geliefden. En als je zo nu en dan de haute couture mode ziet lijkt het er zelfs op dat mensen zolang niet willen wachten, maar nu meteen al tot engel-figuren willen worden getransformeerd.

Na lange kille jaren van harde redelijkheid en bewijsbaarheid gaan we er nu weer breed van uit dat er allerlei meer is tussen hemel en aarde. De doden horen ons en leven met ons mee, machten en geesten waren rond, en zo doen ook de engelen weer mee, tussen-wezens, onbepaalde figuren, boodschappers en bemiddelaars tussen ons en het iets dat alles bij elkaar houdt. De gesloten wetenschappelijke wereld is open gegaan. We rekenen weer op van alles meer dan wat je bewijzen en beredeneren kunt. Voor je het weet ben je ‘toched by an angel’.

Even nog iets meer daarover. Want er is echt geen reden om je als christen daarmee rijk te rekenen. We krijgen echt achteraf geen gelijk, of zo, en de bijbel ook niet. Het ‘meer tussen hemel en aarde’ is echt niet automatisch iets van God. Integendeel. Het is allemaal eerder iets van de aarde. Engelen en andere tussenwezens spreken namens de diepe goede kracht in de werkelijkheid, of dringen aan op een betere verhouding met moeder natuur. Ze hebben vrijwel altijd een boodschap van vrede en lief zijn, van dat je toch aanvaard wordt, er toch mag zijn, dat er iets je goed gezind is en dat je een zalig gevoel zal geven als het het gehoorzaamt. Engelen hebben in veel opzichten de functie gekregen van de camera’s in de publieke ruimte of van de satellieten die om de aarde cirkelen en alles zien: iemand weet wat er gebeurt, hun kennis beschermt ons, en geeft samenhang aan ons leven.

En dat is nodig, want we zijn volgens veel mensen door al onze technische ontwikkelingen vervreemd van onszelf en vervreemd van de natuur, we zijn los in het leven komen te hangen. Wat er echt is en wat er onecht is, is steeds minder duidelijk. De werkelijkheid valt uit elkaar in de ervaring van veel mensen. Maar gelukkig zijn er signalen, boodschappen, en figuren die die boodschap overbrengen. Ze houden ons bij elkaar, bij ons goede gevoel, en bij de natuur. Van je oma die je vanaf haar wolk toch nog een knipoog geeft, tot die figuur in je droom die zei: ruik het gras en voel het leven, tot die vreemde die je aansprak en een klap op de schouder gaf. Engelen staan niet meer voor God en verschijnen niet meer als boodschappers van de Levende, maar ze staan voor het goede en het leven en verschijnen als boodschappers van de diepe kracht, uiteindelijk aards, meer gevoelsmatig aards dan rationeel aards, maar toch.

Midden in die wereld spreekt Hebreeën ons aan: let op, wees gastvrij, want je zou zomaar engelen kunnen ontvangen. Dat is dus ook even opletten. Het vloeit niet zomaar in elkaar over. Via de onbekende schrijver aan de Hebreeën spreekt dan die heel andere wereld van de bijbel ons aan. De wereld van de bijbel is altijd al een open wereld geweest: de wereld van de Schepper van de zichtbare en de onzichtbare dingen, de wereld waarin de hemel niet ver weg is, maar vlakbij en onze belevingswereld zomaar kan kruisen en overlappen, de wereld waarin God zijn boodschappers uitzendt en er aandacht is voor de werkelijkheid van machten van een andere orde dan wij zijn, — maar waarin het in en door al dat leven toch altijd weer om de levende God zelf gaat.

Er leeft in de bijbel dan ook een heel vanzelfsprekende openheid. Er kan je zomaar iemand aanspreken met een boodschap van God of er kan zomaar iets gebeuren dat je met hem in contact brengt. Hij is niet ver, niet afstandelijk, laat je niet maar aanmodderen op aarde. Hij is betrokken, persoonlijk en via zijn dienaren. Als je de ogen open gaan als bij Jakob in Bethel zie je engelen druk verkeer met de aarde onderhouden. Of als je een visioen krijgt als die profeet Micha eens bij koning Achab zie je in de hemel beslist worden over geesten die invloed uitoefenen op aarde. Boodschappers van God komen als mensen bij andere mensen langs, zoals bij Abraham, of nemen iets van de glans van de hemel met zich mee en maken een verpletterende indruk, zoals met Pasen in het graf waar Jezus niet meer is. In allerlei figuren en krachten is de levende God aan het werk op aarde. Het kan je compleet onderuit halen als je er een van ontmoet — engelen hebben in de bijbel en in de werkelijkheid van de echte God lang niet altijd een bemoedigende of troostende boodschap —, maar het is in de bijbel niet vreemd dàt je zo’n boodschapper treft. Er is geen scheiding tussen God en zijn schepping, geen kloof tussen hemel en aarde.

Je zou denken dat christenen daarom nog veel opener in het leven zouden staan dan de mensen om hen heen. Het gaat hier tenslotte maar niet om wat fascinerende wezens waar wij niet aan gewend zijn of om, zeg maar, de special effects van het leven met God. Het hoort bij het normale leven dat er hemelse dienaren actief zijn op aarde. Zo houdt God zelf in detail contact met zijn wereld. Toch is dat vaak niet zo, dat wij zo open leven. En als we er al iets van hebben verbinden we het vaak niet meer met engelen. We leven als christenen niet helemaal alleen als mensen op aarde, nee, God zelf is er ook, maar dat is het ook wel. Als iemand jou aanspreekt en je raakt zeggen we eerder: dat was het werk van de heilige Geest, God woont in mensen en gebruikt ze. Maar dat is maar een deel van de waarheid. God schakelt mensen ook in als zijn boodschappers. Dat is vaak achter onze horizon weg gezakt. Pas als er vreemde dingen bij komen denken we aan engelen. Straks kijken we er een filmpje over. Denk er rustig je eigen gedachten bij. Waar het me eigenlijk alleen om gaat bij dat filmpje is de vraag of we voor dit soort dingen überhaupt open staan, of dat we het allemaal maar vreemd en onwaarschijnlijk vinden.

Dan zijn we iets kwijt geraakt wat in de bijbel een gegeven is: de openheid dat God zelf betrokken is op wat er hier gebeurt en daar alles en iedereen bij inschakelt. Dat is veel meer dan dat er meer is tussen hemel en aarde in de tegenwoordig gebruikelijke zin, dat er meer is dan wij rationeel te pakken krijgen. Dat zal waar zijn, maar het is nog lang geen openheid naar God zelf toe. Je kunt best je verlangens naar geliefd worden projecteren op die grote wereld aan wezens en machten. Maar waar je pas echt wat aan hebt is dat de enige echte God zelf je aanspreekt en zegt dat hij van je houdt en laat merken dat hij op jouw leven betrokken is. De rest houdt je uiteindelijk toch gevangen in het leven hier. Als je engelen van God ontvangt gaat het echt niet maar om wat vage praat of een goed gevoel, engelen in de bijbel brengen je in contact met God zelf. En dat opent je leven hier naar die echt andere wereld van God.

Dat kan best in de zin van de opduikende figuur die daarna weer verdwijnt zoals we die kennen uit de verhalen en zoals we die straks even zullen zien in dat filmpje. Maar dat kan ook heel goed in de zin zoals we die in eerste instantie bij Abraham tegengekomen zijn net. Er komen gewoon drie mannen bij hem binnenlopen. Ze brengen een boodschap van God. Eerst, net na wat we gelezen hebben, de boodschap dat Sara zwanger zal worden, later, in een gesprek tussen Abraham en een van hen, dat Sodom en Gomorra verwoest zullen worden. Het lijkt er op dat de schrijver aan de Hebreeën aan die scène gedacht heeft en sowieso bij zijn engelen denkt aan boodschappers in gewone mensen gedaante, misschien wel gewone mensen ook, die geleid worden als boodschapper van God. Houd dat even vast. Zijn wij daar open voor? En als we het al zijn, zouden we het met engelen verbinden? Nog niet zo lang geleden heb ik met iemand zitten praten die ik eigenlijk helemaal niet kende, ver uit Amerika. Hij had wel een boodschap voor me die ik echt nodig had, van kritiek en bemoediging en nabijheid van Christus. Ik ben nog blij dat ik tijd voor hem maakte, ook al had ik die eigenlijk niet. God wist kennelijk dat ik dat echt even nodig had.

Engel betekent echt niet meer dan boodschapper namens God. Vaak laat de bijbel helemaal in het midden wat voor figuur de boodschapper is. Soms heet-ie een profeet, soms heet-ie een engel, soms krijgt-ie zelfs geen aanduiding. Soms is-ie een aparte figuur, soms ook niet. Waar het om gaat is dat kennelijk God zelf iets over te brengen heeft.

Dat geeft tegelijk ook iets nuchters aan een christenleven. Ik zei net dat die woorden aan de Hebreeën klinken in onze samenleving en cultuur. Dat is inclusief de nog groeiende fascinatie voor wezens van de achterkant van onze werkelijkheid en diepe boodschappen. Een engel is een bijzonderheid. Een engel gezien hebben is een verhaal, de ervaringen ermee komen op televisie. Maar de bijbel richt ons er helemaal niet op. Zo vanzelfsprekend open als de bijbel ervoor is dat God zelf ons aanspreekt, net zo vanzelfsprekend nuchter richt hij ons op onze eigen taak. Hebreeën begint simpelweg met: houd de onderlinge liefde in stand en houd de gastvrijheid in ere — en vervolgt net zo simpelweg met: bekommer u om de gevangenen alsof u samen met hen gevangen zat, en om de mishandelden als om mensen die net zo’n lichaam hebben als u.

Dat is allemaal zo concreet als wat en richt ons op de mensen om ons heen. God fascineert ons niet met allerlei superwezens en bovennatuurlijke verhalen. Hij spreekt ons aan. De wereld houdt hij echt wel bij elkaar, daar hoeven wij ons geen zorgen om te maken. Dat geeft je de handen vrij om open en eerlijk aan het werk te gaan, gericht op anderen. Zonder het te weten, zonder het direct te merken, kun je dan stuiten op van alles meer. Geen probleem, niks schokkends bij voorbaat. Bij de God van alle leven hoef je niets anders te verwachten. Jij helpt gewoon iemand verder, bijvoorbeeld. Prima, klaar en af. Later blijkt dat die iemand op missie was voor God en een taak had te vervullen voor anderen. Uitstekend. Heb je een engel ontvangen. Jij vangt gewoon iemand op. Prima, klaar en af. Dan blijkt in het gesprek die avond dat diegene je ongedacht dicht bij God brengt of een zijdelingse opmerking maakt die echt niet toevallig is. Uitstekend. Heb je een engel ontvangen. Misschien is die ander wel spoorloos naderhand, zoals straks in dat filmpje. Misschien ook wel niet, dat is niet echt van belang. Juist omdat de levende God echt op ons leven en op onze werkelijkheid betrokken is werkt hij echt niet alleen door bijzondere dingen. Integendeel. Meestal verstopt hij zich in het maar al te gewone.

De bijbel is vanzelfsprekend open voor Gods boodschappers, ook als ze rechtstreeks uit zijn werkelijkheid komen, maar richt ons er nooit op, zo van: let goed op of je geen engelen ziet. Ik denk wel eens: ga op zoek naar engelen en je zult hoogstens wat van die vage aardse tussenwezens vinden waar iedereen het over heeft. Maar volg gewoon Jezus, richt je op anderen, en zonder het te weten, net als God zelf: in het voorbij gaan, kun je van alles meer meemaken dan je dacht. Je bent echt niet alleen, we zijn het ook niet, in het heelal. En God houdt zijn wereld zelf overeind en bij elkaar. Ook de zorgen van mensen tegenwoordig, die ervoor zorgen dat de engelen weer populair geworden zijn, zijn al lang door God serieus genomen. Kun je als christen weer relaxt in het leven staan.

Punt waar het me nu om gaat is maar of we daarbij open zijn, of we rekenen op dat extra geheim wat hij in ons leven aanbrengt. Als je leeft met de God die hemel en aarde geschapen heeft, de zichtbare en de onzichtbare dingen, dan kan je zomaar, zonder het te weten, meer meemaken of doen dan je dacht. Er blijken diepten in je leven te zitten die verder reiken dan de dagelijkse gang van zaken. Verder ook dan zo’n diepe kracht of vage eenheid van alles die je leven op z’n pootjes laat landen. Verder dan tussenwezens die je bemoedigen en je leven niet los laten zweven. Verder, helemaal verder tot op de levende God zelf. Hij bemoeit zich met zijn wereld, bemoeit zich met ons. Daarop rekenen maakt je open, levend in Gods wereld, waar nog veel meer in gebeurt dan wij zomaar zien. Laten we bidden.

gehouden in: Amsterdam-ZW, 4 november 2007

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *