Wil je naar de hemel? Leef dan ook zo!

Preek over Matteüs 5:5-6

orde morgendienst
welkom
votum en groet
gebed
zingen: Opwekking 334
zingen: Psalm 146,1.5.6.7.8
Schriftlezing Micha 6:6-8
Schriftlezing Matteüs 25:31-46
zingen: Opwekking 328
preek over Matteüs 5:5-6
zingen: Psalm 72,6.7
lezen Jakobus 2:12-26
zingen: Opwekking 125
gebed
mededelingen
inzameling gaven
zingen: Liedboek 294,1.2.4.6.7.8
zegen

Zo, Micha Campagne zondag vandaag. We staan stil bij de roep om recht, om leven en om eerlijkheid op aarde. We doen dat niet alleen, maar verbonden met miljoenen christenen over de hele wereld, sterker nog: we sluiten ons aan bij wat mensen over de hele wereld samen willen. Tegen honger en armoede, voor goed onderwijs, voor gelijke behandeling van mannen en vrouwen, tegen het sterven van kinderen en ouders, ook door aids en dergelijke ziekten, voor het milieu en voor wereldwijde eerlijkheid en goed beleid. Dat is allemaal goed en mooi. Je kunt er onmogelijk tegen zijn.

Toch voel ik me er wat ongemakkelijk bij vanmorgen. Niet vanwege al die goede ideeën en plannen en wensen, maar meer vanwege mezelf, vanwege ons. Probeer eens even als een echte buitenstaander naar ons hier te kijken. Dan zie je niet alleen een hoop aardige mensen, vol goede bedoelingen, maar ook nog iets anders. Je ziet ook een tamelijk dikke man op een podium staan voor een groep even tamelijk rijke mensen. Ik weet niet wat honger is. Wie hier weet dat wel? Echt honger, niet maar dat gevoel van trek als je een maaltijd hebt gemist. Iemand hier? Met onderwijs is het net zo, toch? Je kunt eindeloos bakkeleien over het niveau van het onderwijs in Nederland kennisland, maar het blijft iets totaal anders dan de situatie in grote delen van Afrika en Azië. En zo door bij de andere thema’s van de Micha Campagne.

En dan komen er van die bladen langs met foto’s en verhalen en we projecteren nog wat andere beelden hierachter, en dan is voor je het weet je gevoel nog veel ongemakkelijker. Al die lieve kindertjes en mooie mensen die het zo beroerd hebben doen een appèl op je. Maar ja, wat kun jij er aan doen? Je krijgt er zo maar een slecht geweten van als je een tweede plak kaas op je boterham legt. Dat levert ook niks op. Dus maak je wat geld over, of zo iets, en gaat alles door zoals het gaat. Of er komt een actie voor een bepaald goed doel, we druppelen wat water op de gloeiende plaat. Een paar mensen blij, wij blij, iedereen blij. En toch lukt het niet om je er echt lekker bij te voelen. Dus maken we ons weer nieuwe goede voornemens: nu gaan we er een keer met z’n allen tegenaan, grote campagne, miljoenen over de hele wereld, dan moet het toch een keer goed gaan. En voor je het weet is de sfeer die blijft hangen die van verplichtingen, van je inzetten, van hard werken om goed te doen en te delen, van moeten en toch van een slecht geweten. Dat vind ik in de kerk niet echt een fijne sfeer, dus laat ik maar eens proberen anders opnieuw te beginnen.

Goed, ik denk dat de meeste mensen hier het wel belangrijk vinden om eens ‘in de hemel te komen’, zoals we dat dan zeggen. Het is hier bikkelen in je leven; je doet het zo goed en zo kwaad als je kunt, maar als het voorbij is dan hoort er een God te zijn die er voor zorgt dat alles op z’n pootjes terecht komt en dat het tenslotte echt goed wordt. Als je wat rond luistert bij de mensen die je kent merk je dat er heel wat zijn die zoiets vinden. Dat hele grote ingewikkelde gedoe van het leven hier moet toch een keer echt recht gezet worden. Het moet een keer echt goed worden, anders is het mensenleven tenslotte niet echt bevredigend. De meeste mensen willen tenslotte eens ‘naar de hemel gaan’.

Als je vervolgens met die gedachten in je achterhoofd naar Jezus komt luisteren, dan merk je dat hij hier in Matteüs 5 eigenlijk iets zegt als: joh, je hebt groot gelijk, sterker nog, je hebt veel meer gelijk dan je beseft. Er komt niet maar een hemel na de dood, er komt een hemels rijk op aarde, waar mensen die nu verdrietig zijn getroost worden, waar mensen die nu niet op hun rechten staan het land zullen bezitten, waar mensen die nu hunkeren naar recht verzadigd zullen worden omdat alles, alles recht gezet wordt, waar mensen in de armen gesloten zullen worden, God zullen zien en zijn kinderen zullen zijn. En, is de boodschap van Jezus: ik ga dat allemaal geven, aan jullie en aan zoveel mogelijk mensen meer. Ik deel dat uit, want ik wil jullie gelukkig maken.

Jezus deelt dat uit. Dat is zijn goede boodschap, zijn evangelie: jij wilt naar de hemel, naar een plaats waar het echt goed is, waar vrede is, en liefde, en recht, echt recht, waar alles eerlijk is, en trouw, waar mensen van elkaar houden en elkaar niet van alles aan doen — gelijk heb je, en het is geen probleem: volg mij maar, dan gaan we daar heen. Je hoeft er echt niet van alles voor te doen of te presteren, het is geen survival, die je moet overleven om in Eldorado te komen, ik zorg voor je, ik kom voor je op, ik zet alles recht, tot en met de complete werkelijkheid — volg mij maar gewoon, dan gaan we daar heen.

Let op hoe groots dat is. Als Jezus het heeft over gerechtigheid waar mensen van verzadigd zullen worden gaat het uiteindelijk over de hele werkelijkheid die weer ‘recht gezet’ gaat worden. Het gaat niet maar om de kleine dingen die oneerlijk zijn in het leven, niet maar om het onrecht dat mensen elkaar aandoen, nee, het gaat ook om die heel grote dingen van een schepping die uit het lood hangt, waar plotseling een tsunami meer mensen weg raapt dan in, zeg, de oorlog in Vietnam zijn omgekomen, of waar mensen omkomen door ziekten die ze echt niet over zichzelf afgeroepen hebben. De werkelijkheid is gebarsten en kapot en dat treft mensen en dieren en het is niet eerlijk, niet recht. Jezus zegt: ik ga dat recht zetten. De wereld zal weer goed zijn, dieren en planten zullen zich uitleven en mensen zullen blij zijn, werkelijk gelukkig. Als je daar naar verlangt dan hebben we hetzelfde verlangen. Volg mij maar, dan gaan we daar heen.

We zijn weer op net zo’n punt aangekomen als vorige week hier. We staan weer voor Jezus als de Heer die geeft, die zichzelf geeft voor mij, voor jou, en met zichzelf alles, om ons maar gelukkig te maken. Hij is de Heer die zegt: laat mij maar, volg mij maar. Als je dat gelooft, wat is dan wat overblijft om te doen, om te zijn? Wat is de passende reactie, de passende houding? Als Jezus zegt: ik ga voor jou zorgen, dat met jouw leven eens alles echt goed komt, ik ga jouw verlangen vervullen, dat alles wat nu scheef is en hinkt en kreupelt recht gezet wordt en weer in het lood gezet wordt, wat roept dat op, wat laat dat over om te doen, om te zijn?

Ik denk, weer precies wat Jezus zelf hier aangeeft: het geeft de ruimte om zachtmoedig te zijn, om los te laten, om opzij te gaan. Dat is waar het om gaat bij zachtmoedigheid. Dat is het tegendeel van hardheid, van vasthouden, van op je strepen staan, van jouw stukje land verdedigen, van territoriumdrift, van voor jezelf opkomen omdat niemand anders dat doet. Dat hoeft niet als Jezus voor jou opkomt en voor jou zorgt. Dan kun je loslaten en een ander de ruimte geven omdat je zoveel meer ruimte hebt. Dan kun je loslaten en weggeven omdat je echt je eigen status niet meer hoeft op te houden. Dat is wat overblijft om te doen, om te zijn. Het gaat niet om dingen die zo nodig moeten, maar om dingen die niet meer hoeven. Ik hoef me niet meer groot te houden en groter voor te doen dan ik ben, maar ik mag gelukkig voor me laten zorgen.

Als je dat gelooft wat Jezus zegt en belooft en beweert dat hij zal geven — dan is dat wat overblijft. Als je dat niet gelooft is alles anders. Dan blijft alles zoals het is. Dan zijn er grote en sterke mensen en kleine en zwakke mensen. Dan moet je zorgen voor jezelf en niet over je heen laten lopen. Dan kun je je het echt niet permitteren om zachtmoedig te zijn. Daar word je alleen maar een looser van. Maar als je gelooft wat Jezus zegt dan is wat overblijft dat je ruimte hebt en ruimte kunt geven omdat er voor je gezorgd wordt.

En net zo met het tweede dat Jezus hier aangeeft. Als je gelooft dat Jezus echt alles eens recht gaat zetten, dat er eens een wereld zal zijn die leeft van liefde, trouw, recht en vrede, omdat hij die gaat geven, dan is wat overblijft dat je daar steeds intenser naar gaat verlangen. Ieder proefje liefde, trouw, recht en vrede hier wakkert dan die honger aan: laat het alstublieft meer worden, volmaakt worden, echt volkomen worden, helemaal goed. Let er op hoe diep Jezus hier inzet. Hij zegt niet: gelukkig wie zich inzet voor en werkt aan gerechtigheid, want zij zullen hun doel bereiken. Bij Jezus gaat het er altijd om dat hij geeft, dat hij alles geeft. Wat dan overblijft voor ons om te doen, om te zijn, is niet in de eerste plaats dat wij ons inzetten, dat wij dingen geven of terug geven, maar dat we verlangen naar meer te ontvangen. Dat we steeds meer en steeds intenser verlangen naar de volkomen werkelijkheid die hij eens geven zal.

Als je dat niet gelooft, dan is wat overblijft dat je zelf je eindeloos gaat inzetten voor wat jij recht en liefde en vrede en trouw vindt. En ik ben bang dat dat iets is wat hier altijd eindeloos tegen de klippen op moet gaan en tenslotte toch mislukt. Hoeveel we hier ook investeren in recht, in wetgeving, in regels, in controle-instanties, toch blijven er dingen grondig mis gaan. Toch spreken rechters uit dat kinderen terecht in de gevangenis kunnen zitten. Toch is er vaak geen beroep of geen heropening van een zaak meer mogelijk. Toch zitten we klem in grote economische en culturele systemen en moeten we vaak wel producten kopen die niet goed gemaakt zijn. Toch blijft de macht van het kwaad zo vaak groter dan de macht van het goede. En dan vinden we onszelf terug met het verlangen dat het eens toch echt goed zou moeten zijn, maar worden we hier cynisch of moedeloos. Je wordt echt veel gelukkiger als je kunt geloven dat Jezus gelijk heeft en doet wat hij zegt. Des te intensiever kun je gaan verlangen en moed vatten en creatief iets goeds gaan doen.

Goed, en daarmee komen we, weer net als vorige week, in een andere volgorde terug bij waar we mee begonnen. We willen ‘naar de hemel’, om het zo maar even te blijven noemen. We willen naar een plek, naar een leven waar het echt goed is, eerlijk, in liefde en vrede en trouw en zorg. Heel goed. Jezus zegt: mooi, dat ga ik je geven, volg mij maar, dan komen we daar uit. Dat maakt dat verlangen nog veel intenser en dieper en het geeft tegelijk de ruimte om er uit te leven. Niet omdat je de toegang tot die goede wereld nog moet verdienen — wat een onzin, Jezus geeft dat allemaal — maar omdat je daar zo graag heen wilt. Jij wilt naar een plek waar alles echt goed is, recht en eerlijk? Leef dan ook goed en recht en eerlijk. Anders laat je alleen maar zien dat je eigenlijk helemaal niet naar die ‘hemel’ wilt. Als jij egoïstisch wilt zijn, alles om jou wilt laten draaien, je van niemand iets aantrekken, je eigen gang gaan, waarom wil je dan in vredesnaam naar die ‘hemel’? Wat zoek je in een plek waar alles goed is, als je zelf niet goed wilt zijn?

Dat is waar het Jezus om gaat in dat andere stuk wat we uit Matteüs gelezen hebben, en wat nog altijd wat boven de dienst hangt, nietwaar? Want ik zei net wel, dat naar de hemel gaan geen probleem is, dat Jezus dat gewoon geeft: volg mij maar, laat mij maar. Maar als we dan zo’n stuk lezen van: ik had honger, ik had dorst, ik was een vreemdeling, ik was naakt, ik was ziek, ik was in de gevangenis en jullie zorgden voor mij — of niet — en dat beslist over of je de hemel inkomt, dan denken wij haast vanzelf: zo, dat is me daar een rotklus. Maar daar gaat het echt niet om, dat wij een rotklus doen en dan als beloning een eeuwigheid verwend worden. Het gaat om een simpele vraag: waar wil jij nu eigenlijk heen? Er is echt geen toegangsprijs meer voor de hemel. Die is al lang betaald door Jezus zelf. Je mag er zo in, wat je ook uitgevreten hebt in je leven. Maar waar wil je dan eigenlijk heen? Waar het goed is, waar liefde heerst, waar trouw de dienst uitmaakt, waar niemand tekort komt, waar je tranen worden gedroogd, waar recht, echt recht beslist, waar je alles, alles, alles ontvangt en waar je niks hoeft te doen voor iemand van je houdt. Wil je daar heen? Nou, leef dan ook zo.

En dan staan we midden in zo’n Micha Campagne en zien we de foto’s en beelden langs komen, horen we de verhalen en komen mensen bij ons binnen. Wil je naar de hemel later, leven op die nieuwe, goede aarde? Goeie kans dat je de nodige van die mensen daar tegenkomt. Wat betekent dat dan nu? Wat kun jij nu voor die mensen betekenen aan goeds, aan recht, aan eerlijkheid, aan vrede, aan liefde? Heel open, heel creatief, relax, je hoeft er de hemel niet mee te verdienen. Maar stel je maar voor dat je die mensen van die foto’s later tegenkomt. Wat voor verhaal heb je dan? Dat hoeft echt allemaal niet zo schokkend of indrukwekkend te zijn. Bij Jezus en bij God horen heel eenvoudige verhalen. We weten wat goed is en wat de Heer van je wil: niets anders dan recht te doen, trouw te betrachten en nederig de weg te gaan van je God. Ben je een kleine jongen, geef een paar euro per maand aan een goede organisatie en denk nog eens goed na over wie je stemt 22 november. Ben je een grote meid, voor wie kun jij je inzetten en met hoeveel? Vul maar zelf in, maak je eigen verhaal maar. Stel je maar voor dat je die mensen straks tegenkomt op die nieuwe hemel en aarde. Alles wat je gekregen hebt, van de Heer die alles geeft, dat is ook alles wat je te geven hebt, als het tenminste de Heer die alles geeft is die je bezielt. Bij hem is het geen prestatie meer, geen kramp, geen heilig moeten, je hoeft niks te verdienen, niks te verdedigen. Laat hem maar, volg hem maar, bid hem maar. Hij wijst de weg en wij komen uit waar het goed is. Laten we bidden…

gehouden in: Amsterdam-ZW, 15 oktober 2006
Zaandam, 17 februari 2008
Leidsche Rijn, 17 februari 2008

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *