Welkom in Gods gezin

Preek over Galaten 3:26-29

orde morgendienst
votum en groet
zingen: Iona 7
zingen: Opwekking 518
zingen: Psalm 116,1.10
gebed
Schriftlezing 1 Korintiërs 12:12-20
preek over Galaten 3:26-29
zingen: Liedboek 308
dopen Max Vuijk
zingen: Liedboek 335,1-2.3-4
zingen: Opwekking 347
zingen: E&R 260
gebed
mededelingen
inzameling gaven
zingen: E&R 438
zegen

Welkom in Gods gezin. Dat geldt voor iedereen die hier zit vanmorgen. Een kerk, een gemeente, wil precies dat zijn: onderdeel van Gods grote, multi-etnische en multi-culturele gezin. En iedereen is in ons midden welkom. Je hoeft niet blank te zijn, geen Amsterdammer, geen Nederlander. Je hoeft ook niet geslaagd te zijn of een anders intrigerende cv te hebben. Je hoeft zelfs geen goed mens te zijn, een fatsoenlijk burger. Ook als je hier binnen komt met een slecht geheim, met een vergooid leven, als verslaafde (ook als niemand het weet), wees welkom. Dit is niet het gezin van goede, aardige, geslaagde mensen, dit is het gezin van God, hier komen kinderen van de Vader van Jezus bij elkaar en dus is iedereen welkom bij ons. Ik hoop dat iedereen hier dat vanmorgen ook merkt.

Welkom in Gods gezin. Het geldt vanmorgen speciaal voor Max. Dieper ook nog: we heten hem welkom als lid van Gods gezin, als kind van de Vader. Zo wordt hij straks gedoopt, en dat betekent ook, zoals we gelezen hebben: hij wordt ook omkleed met Jezus Christus en doordrenkt met de heilige Geest. Laat dat nu nog maar even woorden blijven. Ik kom er zo op terug. Eerst even bij het begin beginnen: we heten Max welkom als lid van Gods gezin, als kind van de Vader. Beginnen dus bij God en Max. Dat is een heel mooie combinatie. Je kunt er prachtig aan zien waar het God om gaat.

Want één van de leuke dingen van Max is dat hij eenvoudig Max is. Hij heeft nog niks gepresteerd of bereikt. Hij is ook nog nergens in mislukt. Hij slaapt veel, huilt wat, drinkt, groeit, en dat is het ook wel. Hij is eenvoudig Max. Wat hij later ook allemaal gaat kunnen, doen of laten, dat is allemaal nog verborgen, dat zien we vanzelf. Maar juist als die Max die hij nu eenvoudig is zegt de Vader van Jezus ook tegen hem: ik houd van jou, wees mijn kind, welkom in mijn gezin. Zie je, aan de combinatie van God en Max zie je dat het God om mensen gaat als de mensen die ze eenvoudig zijn, ongeacht wat ze gepresteerd hebben of gaan presteren. God is niet zo iemand die zegt (of suggereert): ik houd van jou als je lief bent en als je stout bent, nou, dan houd ik niet van jou. Hij is iemand die zegt: ik houd van jou. Punt.

Zo zijn we in de kerk allemaal bij Gods gezin gekomen, niet omdat we iets gedaan hebben, omdat we ergens goed in zijn, maar omdat God onze naam noemde, en zei: jij, ik houd van jou, wees mijn kind, welkom in mijn gezin. Hij zei het tegen ons net als tegen Max, eenvoudig als de mensen die wij zijn, ook als we al veel ouder waren en hij zegt het nog nu we al veel ouder zijn. Wat we doen of laten, wat we goed of verkeerd doen, wat we bereiken of niet, dat is niet wat beslist, niet wat selecteert of we erbij horen of niet. Zelfs als wij zeggen: ik wil niet bij God horen, ik wil zijn kind niet zijn, ik ga weg, dan nog zegt God niet: ik houd niet meer van je, je bent mijn kind niet meer. Hij wacht ons leven lang tot we terugkomen, roept ons terug, want hij wil ons eenvoudig als de mensen die we zijn.

Zie je, daarom is nu precies iedereen welkom in ons midden. Wij horen bij die God die ons welkom heet als de mensen die wij zijn, gewoon, maar tegelijk zo wonderlijk. Kom maar, wie je ook bent, wat je ook hebt uitgestukt in je leven. Het gaat God niet om wat je gedaan hebt, maar om jou. En dus gaat het ook ons niet om wat je gedaan hebt, of om wat je kunt doen, maar om jou. Eenvoudig jou, net zo eenvoudig als Max.

Goed, allicht denkt er intussen iemand: maar zo eenvoudig is het niet, zo eenvoudig ben ik ook helemaal niet, zelfs niet mezelf. Ik ben iemand met een verleden en dat heeft me mee gevormd en misvormd. Mensen hebben me van alles aangedaan, ik heb zelf keuzes gemaakt die ik niet had willen maken, met de beste bedoelingen richten we van alles uit in elkaars en in ons eigen leven en soms merken we zelfs dat we geen beste bedoelingen hebben. Wij zijn eindeloos ingewikkelde wezens, een raadsel vaak voor elkaar en zelfs voor onszelf. En wat moet ik daar allemaal mee? Moet dat maar zo blijven? Als God eenvoudig van ons houdt, houdt hij dan ook van ons als die allemaal wel ergens verkreukelde mensen, en laat hij dat dan ook zo?

Nou ja, het antwoord op die laatste vragen is: ja en nee. Ja, God houdt van ons als die allemaal wel ergens beschadigde, verkreukelde, hinkende, grimlachende, stoer doende, teruggetrokken, enzovoort enzovoort mensen. Nee, hij laat dat allemaal niet zo. Ja, God houdt echt van ons, inclusief alles, onvoorwaardelijk. Kijk maar weer naar Max. Weten wij hoe zijn leven zal gaan? Welnee. Maar wat we wel weten is dat hij als hij opgroeit zijn eigen deel zal krijgen aan de mensen-kreukels en blutsen, ook door zijn eigen schuld. En God is echt niet dom. Hij heeft nog wat meer ervaring met mensen dan wij. Hij weet dat net zo goed. En toch zegt hij vanmorgen in alle eenvoud tegen Max: jongen, welkom in mijn gezin, ik houd van jou. Maar daar laat hij het niet bij.

Juist omdat hij van ons houdt heeft hij zijn Zoon, Jezus Christus voor ons gegeven. Hij is gekomen, heeft zich helemaal geïdentificeerd met ons, ingewikkelde, verkreukelde, in allerlei opzichten slechte, vergankelijke mensen. Laat mij dat allemaal maar van je overnemen, zegt hij. En neem jij dan maar mijn eenvoud, mijn goedheid, mijn liefde, mijn trouw. Trek dat maar aan als jouw kleren. Identificeer jij je maar met mij, dan gaan we jou een fantastisch mooi nieuw mens maken. Dat wil God geven aan iedereen en hij geeft het metterdaad aan zijn kinderen. Door de doop worden we één met Christus, worden we met zijn leven voor ons leven omkleed als nieuwe kleren.

Even weer terug naar Max en God. Want dan zie je meteen weer waar het dan om gaat. Max is eenvoudig Max en God verbindt zich aan hem. Max is niet Tom of Judith of Bart of Ingrid of nog weer iemand anders. God verbindt zich altijd aan mensen persoonlijk. Misschien kun je het zo zeggen: met Christus omkleed worden is altijd maatwerk. Gods kinderen worden, om zo te zeggen, allemaal gekleed in zijde, zacht en genezend en verzoenend, maar ieders pak of jurk wordt door God op het lijf gesneden. Niemand is hetzelfde en niemand ziet er dus precies hetzelfde uit. Christus levert geen uniformen, hij houdt van uitbundige veelkleurigheid. Hij wil jouw eigen pijn, jouw eigen schuld, jouw eigen scheefgegroeide leven zo aankleden dat jij vrede en genezing en vergeving vindt en dat jouw leven nieuw wordt.

Niemand van ons weet nog hoe het met Max zal gaan, maar we weten allemaal wel hoe het met ons is gegaan. We voelen waar ons leven schrijnt of jeukt, waar het klopt en ontstoken is, waar we eelt op onze ziel hebben en waar onze open wonden zitten. Heel goed. Welkom in het gezin van God. Breng het in. Laat je aankleden. Voel de zachte stof van Jezus’ liefde voor jou. Hij wil jouw leven verzoenen, het goed maken, op maat voor jou. En kijk dan ook maar rond, ook hier. Dat geldt voor ons allemaal. We zijn gezin van de God die ons allemaal zo op maat aankleedt met Jezus Christus. Niemand van ons heeft dat niet nodig. Je ziet juist aan elkaar wat een onvoorstelbare hoeveelheid verschillende mogelijkheden Jezus Christus heeft om mensen vergeving te geven, om mensen rust te geven, om mensen vrede te laten kennen. Mocht je ooit denken dat jij er te beroerd aan toe bent om verzoend en genezen te worden, kijk rond in de kerk en je vindt altijd weer anderen die er zeker zo beroerd aan toe waren en toch vrede gekregen hebben van Christus. Deel het met elkaar en vanzelf wordt het feest. Je herkent elkaar erin, wie je ook bent en waar je ook vandaan komt. Welkom in het gezin van God.

Tenslotte dan, ook hier laat God het niet bij. Hij geeft niet alleen bevrijding, maar ook beweging, niet alleen een nieuwe start, maar ook nieuwe bezieling. Hij doordrenkt zijn kinderen van één Geest, zijn Geest, de Geest van Jezus Christus, en schakelt ze allemaal in op eigen plaats en met eigen mogelijkheden. Hij houdt van ons eenvoudigweg, als de mensen die we zijn. Daarom wil hij ons ook zo zien leven, echt leven, samen leven, allemaal eigen, allemaal onszelf. Ook Max wil hij eens zien leven op zijn eigen unieke manier, zo als niemand anders dat kan. En daarom geeft hij ook Max die Geest, met zoveel woorden straks bij de doop, en zal die Geest ook Max later eigen gaven geven, speciaal voor hem.

Maar het eindeloos boeiende van God is dat hij mensen zo tot één lichaam maakt en niet tot een massa. Max wordt gedoopt als Max Daniël Vuijk. Zoals hij is er maar één. Net zo zijn alle christenen gedoopt. Zoals jij en u en ik is er telkens maar één. Maar we worden gedoopt in één Geest en die Geest wil ons allemaal verbinden en tot een gemeenschap maken waarin we elkaar allemaal nodig hebben, net als de verschillende lichaamsdelen en organen in een lichaam. Gods boodschap is altijd: jij bent belangrijk voor mij en voor de mensen om je heen, om je heen en om je heen in steeds wijder kringen. Jij doet er toe in mijn gezin.

Juist in een grote stad als Amsterdam mag dat ons best nog eens extra opvallen. We blijven er zo makkelijk individuen, een massa eenzame individuen, nummers, consumenten. Maar voor wie ben jij nu belangrijk? Nou, welkom in het gezin van God. Jij bent hier belangrijk, ook als je hier min of meer toevallig een keer bent. Jouw unieke persoon en ervaring doet er toe. Hoe vreemder je bent voor ons, des te meer zouden we van je kunnen leren. Als je toch het gevoel hebt dat je er ook hier niet toe doet, zou dat voor ons heel erg zijn. Want hier is het gezin van God. Hij houdt van ons, eenvoudigweg, echt van ons, van jou.

In dat gezin van God, dat lichaam van Christus, wordt Max vanmorgen welkom geheten. Het gebeurt hier, in het kleine onderdeel van dat lichaam dat wij zijn. Maar waar we in de zachte zijde van Christus gekleed gaan en ondergedompeld worden in zijn Geest ontdekken we steeds weer dat we terecht zijn gekomen in een enorm, onoverzienbaar geheel in tijd en ruimte. We zijn samen, altijd weer samen met talloze anderen, in andere kerken, in andere plaatsen, in andere landen. En het wordt nooit een massa, een grote bak van allemaal hetzelfde. Altijd blijft het een lichaam, houd jij een eigen plek en herken je anderen in hun eigen plek en met hun eigen gaven. Laten we er van genieten, ons erdoor laten stimuleren en zoveel meer. In het gezin van God is de horizon de schepping, meer nog, de nieuwe schepping waar iedereen een plaats heeft die dat wil uit alle tijden en plaatsen. Welkom in dat gezin van God. Max, jij in het bijzonder, maar jij niet alleen. Welkom, wie je ook bent, uit Oost of West. Amen.

gehouden in: Amsterdam-ZW, 1 juli 2007
Veenendaal-W, 7 oktober 2007
Loenen-Abcoude, 25 november 2007

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *