Ook na lezing van de site van de synode zelf, de diverse ‘live-blogs’ van ND en RD, en de over het algemeen onbetrouwbare poging tot ‘parallel-notulen’ op de website van eeninwaarheid, blijft het de vraag wat er donderdag 5 juni op de synode van de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) eigenlijk gebeurd is.
Die vraag is flink versterkt doordat het moderamen de dag erop iedereen verrast heeft met een oproep aan de kerkenraden om met Pinksteren te danken voor het genomen besluit. Alleen al de stemverhouding bij het centrale besluit (21:15) laat verwachten dat er ook in de kerken tegenover iedere 21 mensen die dit besluit het danken waard vinden er 15 zullen zijn die daar geen reden toe zien. Toch horen ook zij te danken. De synode kon immers ‘gezamenlijk en in vrede tot besluitvorming komen’. Dat zijn vreemde woorden — 21 is niet gezamenlijk en dat de 15 niet zijn weggelopen is geen signaal van vrede — die des te meer de vraag laten stellen: wat is er gebeurd?
Ik kan niet meer doen dan er mijn eigen antwoord op geven, na een paar dagen en een mooi Pinksterfeest in Amsterdam, zoveel mogelijk ontdaan van m’n primaire emoties. Om te beginnen eerst maar eens de tekst van het complete besluit (besluit 1 tot en met 4); het materiaal laat ik weg, dit is al meer dan genoeg.
Besluit 1:
deputaten M/V in de kerk decharge te verlenen.
Besluit 2:
a. niet in te stemmen met de onderbouwing van de conclusie van de deputaten M/V in de kerk dat het past binnen de bandbreedte van wat als Schriftuurlijk en gereformeerd kan worden bestempeld wanneer naast mannen ook vrouwen in de kerkelijke ambten mogen dienen;
b. de visie dat behalve mannen ook vrouwen in de kerkelijke ambten mogen dienen moet vrij bespreekbaar zijn zolang er vanuit de Schrift geargumenteerd wordt.
Grond:
Het doorlopend spreken van de Schrift laat twee lijnen zien. De ene lijn is die van gelijkwaardigheid tussen man en vrouw – de andere die van het verschil in verantwoordelijkheid die God aan man en vrouw heeft gegeven; deze beide lijnen dienen verdisconteerd te worden.Besluit 3:
a. een nieuw deputaatschap M/V en ambt te benoemen dat in kaart moet brengen:
1. hoe de ambtelijke structuur zo kan worden ingevuld dat vrouwen zich daarbinnen kunnen inzetten voor Gods koninkrijk; dit met inachtneming van de onder besluit 2 genoemde grond;
2. wat de consequenties van een dergelijke structuur zijn met betrekking tot de in gebruik zijnde formulieren en de kerkorde;
3. hoe binnen de zusterkerken wordt gedacht over de invulling van de ambten van predikant, ouderling en diaken; dit met het oog op het onderhouden van de katholiciteit van de kerk.b. de binnen- en buitenlandse zusterkerken op de hoogte te stellen van dit besluit 3 en hen te verzoeken om advies.
Gronden:
1. Een voortgaande bezinning op de vragen rond mannen en vrouwen in de ambten van predikant, ouderling en diaken is gediend met een kritische bestudering van de huidige ambtsstructuur binnen de Gereformeerde Kerken in het licht van het totale onderwijs van de Schrift.
2. De uit de tijd van de Reformatie afkomstige ambtelijke structuur van predikanten, ouderlingen en diakenen is niet rechtstreeks aan de Schrift ontleend en mag daarom naar gelang van de omstandigheden worden gewijzigd en/of aangevuld.
3. Niet alle werkzaamheden van de huidige ambtsdragers hebben direct te maken met het dragen van de verantwoordelijkheid voor de geestelijke leiding aan de gemeente; het is zinvol te onderzoeken welke taken door zowel mannen als vrouwen kunnen worden vervuld.
4. Een andere invulling en indeling van de ambten van predikant, ouderling en diaken kan consequenties hebben voor de inhoud van de in gebruik zijnde formulieren en ook voor de regelingen van de kerkorde.
5. Overeenkomstig de regels voor de zusterkerkrelaties (GS Ommen 1993) behoren de zusterkerken op de hoogte te worden gesteld van de voorgenomen studie en de resultaten daarvan.Besluit 4:
a. een nieuw deputaatschap M/V in de kerk te benoemen, dat tot taak heeft: te werken aan de integratie van het bijbels onderwijs, de confessionele normen en de praktijk in de Gereformeerde Kerken met betrekking tot de rollen en functies van vrouwen en mannen in hun onderlinge samenhang, door
1. actief te beschrijven hoe en op grond waarvan in Gereformeerde Kerken in verschillende situaties mannen en vrouwen hun gaven inzetten in de gemeente;
2. daarbij ontwikkelingen, sterke punten, ‘best practices’, maar ook knelpunten en discussiepunten te signaleren, van een eerste afweging te voorzien en die te communiceren met de kerken;
3. over waarnemingen en afwegingen in gesprek te gaan en te blijven met m.n. de medewerkers aan de Theologische Universiteit en aan het Praktijkcentrum;
4. het gesprek over de roeping en het recht van vrouwen ook hun gaven in te zetten in de kerken te stimuleren en te ondersteunen met het oog op een praktijk die het veelkleurig spreken van de Schrift weerspiegelt, waarbij er bijzondere aandacht is voor:a. schriftgetrouw en gehoorzaam bijbel lezen;
b. de invloed van de maatschappij op het denken en handelen van christenen;
c. de bijzondere en aanvullende verschillen tussen man en vrouw.5. bij alle hiervoor genoemde activiteiten gericht te vragen naar de diverse ervaringen en overtuigingen van vrouwen;
b. wanneer er ontwikkelingen zijn in de kerken op dit punt die voldoende convergeren en waarvan het verantwoord is om er gemeenschappelijke afspraken over te maken, daarover aan de dan eerstvolgende generale synode voorstellen te doen;
c. voorstellen die daar aanleiding toe geven tijdig via deputaten Kerkelijke eenheid en Betrekkingen buitenlandse kerken te communiceren met binnen- en buitenlandse zusterkerken.Gronden:
1. [a1-5] Het is verstandig op dit moment niet in te zetten op één of meer aangedragen ‘oplossingsrichtingen’ in de vragen rond de mogelijkheid van vrouwelijke ambtsdragers, maar het gesprek in breder kader voort te zetten.
2. [a1] De ontwikkelingen in de kerken op het punt van de rollen en functies van mannen en vrouwen in de gemeente verdienen een goede ondersteuning en interactie.
3. [a2] De nu verschillende praktijken in de kerken vragen om een meer gemeenschappelijk proces van bewustwording en van elkaar leren. De urgentie daarvan wordt nu meer dan in het verleden ervaren.
4. [a2] Door als kerken samen en in samenhang elkaars praktijk te leren kennen en te onderzoeken, vullen we elkaar aan en kunnen we groeien in eensgezindheid.
5. [a3] Input vanuit de Theologische Universiteit en het Praktijkcentrum is nodig voor een theologisch en empirisch verantwoorde begeleiding van de kerkelijke ontwikkelingen en voorbereiding van eventueel nodige besluitvorming.
6. [a4] Ongeacht overtuigingen over het al dan niet toegestaan zijn van vrouwelijke ambtsdragers valt er nog veel te winnen in een doorgaand gesprek over roeping en recht van vrouwen om ook hun gaven in te zetten in de kerk:a. [a4a] er is verschil van inzicht over de manier waarop wij voor ons leven hier en nu conclusies trekken uit wat de bijbelschrijvers in eerste instantie voor hun lezers van toen opschreven;
b. [a4b] deputaten M/V hebben in hun rapport terecht aandacht gevraagd voor de spanning die velen voelen tussen de rollen en functies die vrouwen in de kerken en in de maatschappij vervullen;
c. [a4c] de reële verschillen tussen man en vrouw vragen een eigen afweging, bijvoorbeeld door aandacht te geven aan ‘gender-studies’.7. [a5] Wanneer het gaat over de roeping en het recht van vrouwen om ook hun gaven in te zetten in de kerken kan hun eigen inbreng niet gemist worden.
8. [2] Het is goed de tijd te nemen om gemeenschappelijke besluitvorming op dit onderwerp vanuit de kerken zelf te laten opkomen en in alle rust zoveel mogelijk gezamenlijkheid te laten groeien.
9. [3] De afspraken met zusterkerken in binnen- en buitenland moeten zo zorgvuldig mogelijk worden nagekomen.
Het kan duidelijk zijn dat de teksten van de besluiten 3 en 4 uit verschillende bron komen. Ze zijn, na overleg tussen de auteurs van besluit 3 en besluit 4, door die afgevaardigden gezamenlijk ingediend om in zo groot mogelijke eenstemmigheid verder te besluiten. Dat is ook de enige reden waarom besluit 3 met algemene stemmen is aangenomen. Ik laat besluit 3 en 4 nu verder voor wat ze zijn. Daar ligt het spannende punt niet. Dat ligt bij besluit 2.
Bij besluit 2 ging de stemming uiteindelijk tussen twee voorstellen. Toen de vergadering donderdagmorgen begon zagen die er als volgt uit:
versie 1
Besluit 2:
niet in te stemmen met de conclusie van deputaten M/V in de kerk dat het past binnen de bandbreedte van wat als Schriftuurlijk en gereformeerd kan worden bestempeld wanneer naast mannen ook vrouwen in de kerkelijke ambten mogen dienen.
Gronden:
1. Het doorlopend spreken van de Schrift laat twee lijnen zien. De ene lijn is die van gelijkwaardigheid tussen man en vrouw — de andere die van het verschil in verantwoordelijkheid die God aan man en vrouw heeft gegeven; deze beide lijnen sluiten elkaar niet uit.
2. De woorden van de apostel Paulus in 1 Kor. 14: 34 en 1 Tim. 2: 11-15 geven aan dat mannen de eindverantwoordelijkheid dienen te dragen voor de ambtelijke taken.
3. De ‘culturele context’ kan bij de uitleg van de onder 2 genoemde teksten niet als doorslaggevend argument worden gebruikt.
versie 2
Besluit 2:
uit te spreken
a. dat de synode niet tot voldoende eenduidigheid en consensus is gekomen om, bevestigend of ontkennend, tot gemeenschappelijke besluitvorming over te gaan over de vraag of naast mannen ook vrouwen in de kerkelijke ambten mogen dienen;
b. dat het gesprek over deze vraag in de kerken op basis van respect over en weer moet worden voortgezet, om zo te groeien in eensgezindheid (vgl. Fil. 3: 15);
c. dat andere kerken en medechristenen niet veroordeeld mogen worden op het bij hen functioneren van vrouwelijke ambtsdragers als zodanig.Gronden:
1. [a] De bespreking ter synode heeft geen breed gedragen, op de Schrift gefundeerd inzicht opgeleverd; de adviezen van deputaten, zusterkerken en adviseurs zijn niet eensluidend.
2. [a] Om de eenheid te bewaren is het wijs in een gevoelige zaak als deze geen (meerderheids)besluiten te nemen die een substantieel deel van de (zuster) kerken en gemeenteleden niet overtuigen.
3. [b] De vanaf 2005 in de kerken gevoerde discussie kent zowel voor- als tegenstanders die hun overtuiging op verschillende manieren onderbouwen, maar zich allen beroepen op de heilige Schrift als de enige norm voor ons denken en leven; geen van die posities en argumentaties kan bijvoorbaat als niet gereformeerd worden afgewezen.
4. [b] De opdracht van de GS Harderwijk 2011 (art. 29 besluit 2) heeft in de kerken het gesprek gestimuleerd over de vraag of het op grond van de Schrift geoorloofd is om naast broeders ook zusters te benoemen in het ambt van diaken, ouderling of predikant; dat gesprek moet nog voortgezet worden.
5. [b] De discussie in de kerken is mede door het verschijnen van het laatste rapport van deputaten M/V in een stroomversnelling terecht gekomen; de urgentie van het gesprek over dit onderwerp wordt meer gevoeld dan eerder; des te meer reden om dit gesprek ook verder te voeren.
6. [c] Het gewicht dat moet worden gegeven aan het functioneren van vrouwen in ambtelijke functies in andere kerken, wordt bepaald door de manier waarop die dienst in een bijbels-gereformeerde identiteit is verankerd en wordt verantwoord.
Beide voorstellen zijn in de loop van de verschillende rondes ter vergadering gewijzigd. Op een gegeven moment stonden de volgende versies tegenover elkaar:
versie 1
Besluit 2:
a. niet in te stemmen met de onderbouwing van de conclusie van de deputaten M/V in de kerk dat het past binnen de bandbreedte van wat als Schriftuurlijk en gereformeerd kan worden bestempeld wanneer naast mannen ook vrouwen in de kerkelijke ambten mogen dienen;
b. de visie dat behalve mannen ook vrouwen in de kerkelijke ambten mogen dienen moet vrij bespreekbaar zijn zolang er vanuit de Schrift geargumenteerd wordt.Grond:
Het doorlopend spreken van de Schrift laat twee lijnen zien. De ene lijn is die van gelijkwaardigheid tussen man en vrouw – de andere die van het verschil in verantwoordelijkheid die God aan man en vrouw heeft gegeven; deze beide lijnen dienen verdisconteerd te worden.
versie 2
Besluit 2:
uit te spreken
a. dat de synode niet tot voldoende eenduidigheid en consensus is gekomen om, bevestigend of ontkennend, tot gemeenschappelijke besluitvorming over te gaan over de vraag of naast mannen ook vrouwen in de kerkelijke ambten mogen dienen;
b. dat het gesprek over deze vraag in de kerken op basis van respect over en weer moet worden voortgezet, om zo te groeien in eensgezindheid (vgl. Fil. 3: 15).Gronden:
1. [a] De bespreking ter synode heeft geen breed gedragen, op de Schrift gefundeerd inzicht opgeleverd; de adviezen van deputaten, zusterkerken en adviseurs zijn niet eensluidend.
2. [a] Om de eenheid te bewaren is het wijs in een gevoelige zaak als deze geen (meerderheids)besluiten te nemen die een substantieel deel van de (zuster) kerken en gemeenteleden niet overtuigen.
3. [b] De vanaf 2005 in de kerken gevoerde discussie kent zowel voor- als tegenstanders die hun overtuiging op verschillende manieren onderbouwen, maar zich allen beroepen op de heilige Schrift als de enige norm voor ons denken en leven; geen van die posities en argumentaties kan bijvoorbaat als niet gereformeerd worden afgewezen.
4. [b] De opdracht van de GS Harderwijk 2011 (art. 29 besluit 2) heeft in de kerken het gesprek gestimuleerd over de vraag of het op grond van de Schrift geoorloofd is om naast broeders ook zusters te benoemen in het ambt van diaken, ouderling of predikant; dat gesprek moet nog voortgezet worden.
5. [b] De discussie in de kerken is mede door het verschijnen van het laatste rapport van deputaten M/V in een stroomversnelling terecht gekomen; de urgentie van het gesprek over dit onderwerp wordt meer gevoeld dan eerder; des te meer reden om dit gesprek ook verder te voeren.
Omdat beide versie zich naar elkaar toe leken te bewegen is toen opnieuw overleg geweest tussen beide groepen indieners. Daarbij bleek dat de indieners van versie 1 per se wilden dat de synode hun grond over zou nemen, en niet konden instemmen met de gronden 1 en 2 onder versie 2. Er is vervolgens een laatste variant geschreven van versie 2 om aan de anderen zover mogelijk tegemoet te komen:
Besluit 2:
uit te spreken
a. dat de synode niet overtuigd is door het betoog van deputaten in hun rapport, maar zelf ook niet tot voldoende eenduidigheid en consensus is gekomen om, bevestigend of ontkennend, tot gemeenschappelijke besluitvorming over te gaan over de vraag die door de synode van Harderwijk is gesteld, of naast mannen ook vrouwen in de kerkelijke ambten mogen dienen;
b. dat het gesprek over deze vraag in de kerken op basis van respect over en weer moet worden voortgezet, om zo te groeien in eensgezindheid (vgl. Fil. 3: 15);
c. dat bij dat gesprek de mening verdisconteerd moet worden dat het doorlopend spreken van de Schrift twee lijnen laat zien, namelijk die van gelijkwaardigheid tussen man en vrouw en die van verschil in verantwoordelijkheid die God aan man en vrouw heeft gegeven.Gronden:
1. [a] De bespreking ter synode heeft geen breed gedragen, op de Schrift gefundeerd inzicht opgeleverd; de adviezen van deputaten, zusterkerken en adviseurs zijn niet eensluidend.
2. [a] Om de eenheid te bewaren is het wijs in een gevoelige zaak als deze geen (meerderheids)besluiten te nemen die een substantieel deel van de (zuster) kerken en gemeenteleden niet overtuigen.
3. [b] De vanaf 2005 in de kerken gevoerde discussie kent zowel voor- als tegenstanders die hun overtuiging op verschillende manieren onderbouwen, maar zich allen beroepen op de heilige Schrift als de enige norm voor ons denken en leven; geen van die posities en argumentaties kan bijvoorbaat als niet gereformeerd worden afgewezen.
4. [b] De opdracht van de GS Harderwijk 2011 (art. 29 besluit 2) heeft in de kerken het gesprek gestimuleerd over de vraag of het op grond van de Schrift geoorloofd is om naast broeders ook zusters te benoemen in het ambt van diaken, ouderling of predikant; dat gesprek moet nog voortgezet worden.
5. [b] De discussie in de kerken is mede door het verschijnen van het laatste rapport van deputaten M/V in een stroomversnelling terecht gekomen; de urgentie van het gesprek over dit onderwerp wordt meer gevoeld dan eerder; des te meer reden om dit gesprek ook verder te voeren.
6. [c] De mening van de eerst-verantwoordelijkheid van de man is ingeburgerd door het woordgebruik van het huwelijksformulier als uitleg van het hoofd zijn uit Efeze 5, en moet beoordeeld worden op haar draagkracht voor de ambtsleer.
Via een stemming is bepaald dat versie 1 als eerste in stemming zou komen. Die stemming resulteerde in 21 voor en 15 tegen.
Gegeven de hele opbouw en ontwikkeling ter vergadering kan deze stemming alleen maar gelezen worden als een afwijzing van de stelling dat het wijs is in een gevoelige zaak als deze geen (meerderheids)besluiten te nemen die een substantieel deel van de (zuster)kerken en gemeenteleden niet overtuigen, en een over-stemmen op het punt dat het idee van verschil in verantwoordelijkheid tussen man en vrouw geen aandachtspunt, maar uitgangspunt in het verdere gesprek dient te zijn. Of dat idee de anderen, laten we zeggen in een verhouding van 21:15, al dan niet overtuigt, is feitelijk van nul en generlei waarde geacht.
Het geheel van de onderdelen is, ondanks het daarover in de huishoudelijke regeling bepaalde, niet meer in stemming gebracht. De vraag of een meerderheid van drie (!) in een gevoelige zaak als deze voldoende is, gezien de aard van de vergadering als kerkelijke vergadering — is niet gesteld. Dat is het laatste wat objectief kan worden geconstateerd. Dit is er gebeurd.
Subjectief valt nog te constateren dat de oproep van het moderamen zich geheel beweegt in de lijn van de besluitvorming: of anderen, laten we zeggen in een verhouding van 21:15, hier geen reden voor danken zien, is van nul en generlei waarde geacht.
Ik dacht overigens begrepen te hebben dat het rapport van deputaten unaniem afgewezen/ weggestemd was. Dat viel me heel erg tegen. Ik had toch op z’n minst ‘proteststemmen’ verwacht.
Dag Ina, er is los van het rapport gestemd over concept-besluitteksten. De besluittekst die er op ‘besluit 2’ uiteindelijk stond van deputaten was ook voor mensen die het rapport op allerlei onderdelen wel steunden onvoldoende. Die besluittekst was bovendien expres ‘teruggewijzigd’ naar de oorspronkelijke om de vergadering de ruimte te geven. Dus ik zou daar niet zoveel gewicht aan hechten.
Groet! Wim
Het doet mij erg denken aan de besluitvorming rond de veronderstelde wedergeboorte uit 1944. Er wordt ons een bovenschriftuurlijke mening (de twee wegen) opgelegd. Ik vraag me in gemoede af wat ik eigenlijk nog in de GKv te zoeken heb als de synode zo te werk gaat. Ik was al ontstemd over die dichtgeregelde KO en nu dit.
Wat kunnen we hieraan nog doen. Bezwaar maken en nog weer eens drie jaar wachte. Overigens, mijn boosheid betreft niet het feit dat de vrouw in het ambt niet doorgaat nu, maar over de twee wegenleer.
Henk, ik kan je moeilijk tegenspreken. Hoogstens dit: in 1944 ging het om een weloverwogen beslissing van de synode van toen, met een bewust genomen risico. Van beide is nu geen sprake.
Als ik al boos ben betreft dat ook niet het feit dat er nu geen ruimte komt voor vrouwelijke ambtsdragers. Daarvoor loopt dit proces veel te kort en is de discussie nog te weinig gevoerd. Er was bovendien ook niemand (ook deputaten niet) die dat voorstelde.
Groet! Wim
lieve Wim,
Dank voor je geweldige inzet..je hebt gelukkig velen wél overtuigd! ( 43%?) Erg duidelijk was het allemaal trouwens niet, jouw verhaal verduidelijkt, maar wat mij betreft mag de synode alsnog haar huiswerk overdoen!
Wij waren hier ook verrast/ geschokt door de oproep van de synode, eerlijk gezegd niet erg verstandig geformuleerd, sterker nog, die had beter achterwege kunnen blijven! Ik bespeur bij velen( om te beginnen bij mezelf!) verdriet en zorg en de vraag: wat nu? Nog een vraag: klopt het verhaal dat pas halverwege de discussie over het voorstel van Ds.Pier Poortinga ( en het was een discussie, die een goede kant op ging?) men bedacht, dat men een voorstel voor onontvankelijkheid kon indienen, dat plots werd gesteund door een krappe meerderheid van 16-14? En dat het voorstel nu geheel van tafel is? Kan dat om recht te doen aan indiener en iedereen niet gewoon opnieuw geagendeerd worden? Sterkte en God bless you!
Dag Dianne,
Wat het laatste betreft, dat lijkt me een ‘blessing in disguise’. Een voorstel dat al in behandeling is alsnog onontvankelijk verklaren is een onrechtmatige daad (en dat is gebeurd; er zijn overigens later ook excuses voor aangeboden…). Maar het was zeker afgestemd. Nu kan het eenvoudiger later nog eens worden ingediend (op een volgende GS).
Groet en zegen voor jou! Wim
Duidelijk verhaal, Wim, hartelijk dank.
Is het denkbaar dat de huidige synode dit dossier nog heropent, vanwege de reglementair dubieuze gang van zaken?
Jos, in theorie wel, in de praktijk verwacht ik dat niet. Ik reken er eerder op dat mijn publicatie hier van de gang van zaken de posities in Ede verder verhardt. Maar dat was onvoldoende argument om het niet te doen… W.
Dank je wel voor je heldere uiteenzetting en voor al je inzet.
Sterkte met alles wat er op jou is afgekomen en komt.
dank je, Wim, voor dit overzicht. het maakt me verdrietiger dan ik al was. ik hoop dat er kerkenraden zijn die zich nu niet klem laten zetten door deze besluitvorming maar na enige rouw, vrolijk verder gaan. ik zal het mijn kerkenraad voorstellen.
Ik snap er niet veel van, maar ik geloof dat het niet gelukt is om vrouwen een ambt te laten bekleden in de Gereformeerde Kerken. Dat is jammer, maar het lijkt me een kwestie van tijd, linksom of rechtsom. Bovendien betekent formalisering van de bestaande praktijk weinig voor de bestaande praktijk. Hou vol, we bidden voor jullie.
Je hebt het politiek gezien heel knap gespeeld. Durf ook je verlies te nemen.
Wij hebben van tevoren indringend om een uitkomst als deze gebeden en er nu dan ook hartstochtelijk voor gedankt!
Dag Minne,
Iedereen die mij kent weet dat ik niet aan politiek doe, integendeel. Het enige waar ik echt verdrietig om ben is dat anderen dat wel gedaan hebben. Het verlies dat ik te nemen heb is het verlies van vertrouwen in lieve broeders. Dat is geen kwestie van durf.
Als je gebeden hebt om een uitkomst waarin geen vrouwelijke ambtsdragers werden toegestaan: niemand heeft een voorstel gedaan om dat wel te doen. Ik ook niet. Dus wat dat betreft hoef ik geen verlies te nemen.
Hartelijke groet, Wim
Hoi Wim,
Een vraagje: Stel dat ik een naam zou weten van iemand die zich wel aan politiek bedrijven schuldig maakt. En ik zou hem op de man af vragen of hij aan politiek heeft gedaan. Welk antwoord zou ik dan krijgen?
Bedankt voor je uitleg hier. Fijn om anderen hiernaar te kunnen verwijzen.
Ik heb het via Twitter zo goed mogelijk gevolgd, maar dit is toch duidelijker.
Heel erg bedankt voor je inzet Wim!
Als we de ambten zo gaan wijzigen dat vrouwen wel optimaal mee kunnen doen, is het eindresultaat gelijk aan wat velen willen of juist willen tegenhouden: de vrouw doet min of meer hetzelfde werk als mannen nu. En zijn we vooral bezig met semantische spelletjes om onze theologische schema’s kloppend te houden. Want waarom zou God het prima vinden als vrouwen pastoraat en bestuur buiten het ambt om bedrijven, en het nu wel een probleem vinden.
Ik kan er maar op 1 manier naar kijken: de GKV sleept zijn bedenkelijke verleden als een blok beton achter zich aan. Voor 1 ding ben ik blij. Dat ik zondagochtend niet in mijn eigen kerk was met die verplichte voorbede.
Geachte dsWim, Dank voor je aanvullende explicatie. Echter je opmerking dat de verslagen van de synodevergaderingen op eeninwaarheid over het algemeen onbetrouwbaar zouden zijn, is m.i. onjuist. Waarom onbetrouwbaar? Als je iemand van zoiets beschuldigt, moet je ook argumenteren/onderbouwen. Over het algemeen geeft de verslaglegging op eeninwaarheid juist een vollediger en daarmee betrouwbaarder beeld. Expliciete onjuistheden kunnen i.o.m. het moderamen zelfs worden gecorrigeerd. Wat zou de reden kunnen zijn dat je iets betrouwbaars ten onrechte als onbetrouwbaar wegzet? En a.u.b. openheid en eerlijkheid en geen ‘geheim genootschapje’ spelen; jouw pleidooi om af en toe te vluchten in zgn. comité, terwijl het niet om het beschermen van personen gaat, vind ik niet juist: we zijn geen rozenkruisers of vrijmetselaars.
Beste Cornelis,
Dank voor je dank. Verder spijt het me je te moeten tegenspreken, zelfs op het punt dat ik dan zou moeten onderbouwen. De verslaglegging op eeninwaarheid is ongetwijfeld integer, in de zin dat br. Bolt zijn uiterste best doet. Maar ik herken als aanwezige ter vergadering doorgaans weinig van de weergave (hapsnap-deel-‘citaten’ zonder verband etc.). Net als bij andere persverslagen is de weergave geheel voor rekening van de schrijver. Dat ik dat zou moeten onderbouwen lijkt me een nieuw voorbeeld van de bij dit soort sites gewone omkering van de bewijslast.
Waar je opmerkingen over vluchten in comité vandaan komt is me een raadsel.
Intussen met vriendelijke groet, Wim
Beste ds. Wim,
Nog even over Een in Waarheid. Zou je dan tenminste een paar voorbeelden kunnen geven waarin de verslaglegging niet correct is, als je iemand ergens van beschuldigd lijkt het me logisch dat je kunt zeggen waaruit dat blijkt,
met hartelijke groeten, Niesje van Dijk.
Dag Niesje,
Ik geloof dat ik je eigenlijk hierboven al beantwoord heb, maar goed. Ik beschuldig niet, ik constateer op basis van wat ik ervan heb gezien als aanwezige dat de poging tot ‘parallel-notulen’ van eeninwaarheid onbetrouwbaar zijn. Er lijkt een merkwaardig misverstand rond te hangen dat ‘uitvoeriger’ ook ‘betrouwbaarder’ is. Dat raakt echt geen werkelijkheid. Als je de gave van de weergave van anderen niet hebt kun je nog zo je best doen en nog zo uitvoerig zijn, het gaat niet betrouwbaar(der) worden.
Ik ga daar op basis van m’n ervaringen tot nu toe geen voorbeelden van geven. Dat is niet alleen omdat ik wel wat anders te doen heb dan dat vervolgens tot zestien cijfers achter de komma te verantwoorden op kritische vragers. Ik vind het ook echt een omkering van de bewijslast.
Met even hartelijke groet, dsWim
Beste ds. Wim,
Bedankt voor de reactie. Zelf was ik aanwezig op 17 mei, en kan alleen maar constateren dat wat er toen gezegd is aardig betrouwbaar is weergegeven op de site een in waarheid. Hoe uitvoeriger, hoe betrouwbaarder, en liefst nog een woordelijke verslaggeving lijkt mij de beste weergave te zijn van hoe er momenteel door onze voorgangers gedacht en gesproken wordt. Maar goed, ik wil geen inbreuk maken op uw drukke bestaan, duidelijk is dat er stevige verschillen zijn over hoe we de Bijbel moeten lezen,
met hartelijke groet, Niesje.
Ik moet zeggen dat ik van het hele verhaal niet verschrikkelijk veel snap( heb er ook niet de moeite voor gedaan).
Ik verbaas mij echter wel over sommige uitspraken die gedaan worden.
In hoeverre kun je nog over een eerlijke en open discussie spreken als je van te voren al om een bepaalde uitslag hebt gebeden? Ik heb het idee dat er dan niet gekeken wordt naar eventuele argumenten van andere zijde, maar dat er bij voorbaat een heilig slot op de deur zit dat nog wordt bevestigd ook door een afwijzing van een bepaald voorstel/idee.
En naar mijn idee geeft dat reden tot huilen en verdriet in plaats van dank en oprechte vreugde.
Overigens kan ik mijzelf redelijk vinden in de hermeneutische aanreiking die is gedaan door het deputaten. Dat niet iedereen het hier mee eens kan zijn, komt mijns inziens ook door de angst voor het onbekende of het andere. Ik hoop dat we in ieder geval die angst eens achter ons kunnen laten zonder hiermee te zeggen dat al het nieuwe klakkeloos moet worden aangenomen.
Hallo ds Wim,
Toch wringt het.
Wij moeten ons aanpassen met de woordverkondiging en kerk aan de huidige cultuur. Paulus deed dat in zijn tijd ook zegt men.
Als Paulus nu geleefd zou hebben zou hij het anders opschrijven/de kerk inrichten is een suggestie die gewekt wordt.
Maar wat is Paulus allemaal niet overkomen?
Hij is gestenigd, geseling, stokslagen, tegen mensen gestreden, jarenlang gevangen gezet en uiteindelijk is hij onthoofd. Gij hebt nog niet tot bloedens toe geleden zo wordt er opgetekend in de Heilige Schrift.
Als hij zich met het de evangelie verkondiging aanpaste aan de cultuur van die tijd was hem dat allemaal niet overkomen. Dit werd hem aangedaan omdat hij een evangelie verkondigde die niet naar de mens was. Die weerstand opriep.
Hij verkondigde het evangelie niet om mensen te behagen, maar om ze te ontdekken aan wie ze waren. Paulus probeert niet mensen te behagen want dan zou hij geen dienstknecht van Christus meer zijn.
Is het niet zo dat in de huidige GKv prediking wij mensen proberen te behagen? Jij mag er zijn, het is goed met jou.
De diepe val in Adam is daar nog kennis van? De drievoudige dood–de geestelijke, natuurlijke en de eeuwige, wordt daar nog wel over gepredikt?
Dat hartelijke buigen en bukken onder Gods Woord gebeurd dat nog?
Wordt het Koninkrijk van God en deze wereld niet door elkaar heen gepredikt? Wat verwachtte Abraham?– de stad die fundamenten heeft, welker kunstenaar en bouwmeester God is.
Zitten we als GKv niet zelf een stad te bouwen hier op aarde naar eigen inzichten. Proberen mensen te behagen terwijl het Woord een tweesnijdend scherp zwaar is. Dat diep snijdt in het zondaars hart. Dat laat zien; Ik een arme zondaar en een rijke Christus.
Groet, Jan.
Dag Jan,
Je haalt een boel overhoop dat niet meteen te maken heeft met wat hier helemaal bovenaan staat. De aanpassing/kritiek stukken uit het rapport hebben in deze besluitvorming niet mee gedaan. Over hoe het in de huidige GKv-prediking gaat (en of het in het algemeen wel zo gaat, dat weet ik niet) is echt een ander onderwerp. Een enkele keer hoor ik ook zo’n over-de-bol-aai-preek. Jammer genoeg. De boodschap van de doop lijkt me de boodschap van het evangelie: je mag komen bij God zoals je bent, maar Hij laat je niet zoals je bent. Hoe dat verder ook zij, daar gaan we hier onder deze post niet verder over praten.
Intussen met hartelijke groet, Wim
Tja, een synode is (ook) een kerkpolitiek orgaan, waar gewheeld en gedeald wordt. Het doel van al dat wheelen en dealen zou moeten zijn om de eenheid van de kerk te bewaren. Die bereid was bijvoorbeeld op de roverssynode van Sneek-Utrecht volstrekt afwezig. Maar vrijgemaakten zelf konden er ook wat van, toen ze in 1967 op de synode van Amersfoort de latere NGK’ers een kunstje geflikt hebben, met dank aan de Particuliere Synode van Drenthe. Wat uit Drenthe komt moet je met wantrouwen bezien, want Drenthe is het land van turf, jenever en achterdocht. Helaas werd Francke toen op z’n blauwe ogen geloofd.
Ik denk dat je als synodelid vooraf je knopen moeten tellen en jezelf de vraag stellen wat je, gezien de voorliggende agenda, nog wel wilt accepteren en wat niet. Strepen in het zand trekken is altijd lastig. Maar wel nuttig, waarbij je je vooraf afvraagt in hoeverre je bereid bent om mogelijke besluiten van het Sanhedrin der Vrijgemaakten te volgen. Dan hoef je achteraf ook niet te ‘mauwen’, in de trand van: kijk toch eens wat voor vreselijke besluiten die synode genomen heeft, besluiten die God onwelgevallig zijn en die bij mensen stoom uit de oren doet spuiten. Zou je die afweging vooraf gemaakt hebben, dan zou je was je wellicht in het geheel niet naar de synode gegaan, had je voordien al gezegd: ‘Geef mijn portie maar aan Fikkie’, stuur maar iemand anders, want dat ga ik niet meemaken. Mauwen achteraf vind ik (bijna altijd) een zwaktebod.
Maar goed, al dit soort overwegingen leidt af van het eigenlijk onderwerp. En het eigenlijke onderwerp is dat we blij moeten zijn met de kerk. Dat kerk in deze wereld is niet die schitterend bruid van Openbaring 21, maar die in onze wereld de vorm aanneemt van het brood dat gebroken wordt. Zoals Jezus het gebroken brood van onze wereld is. Eens komt die nieuwe aarde, waarop wij geen brood meer hoeven te breken, waarop wij niet meer in Bijbels lezen en al helemaal geen Drie Formulieren van Enigheid als ultieme waarheid zullen omhelzen, een aarde waarop geen kinderen meer geboren zullen worden, waarop de ongelijkheid tussen man en vrouw zal zijn uitgewist, een aarde waarop God zal zijn alles en in allen. God zelf zal alle tranen uit uw ogen wissen, ook al uw M/V in de kerk-tranen.
In afwachting van dat Rijk van God dat komt, tobben wij vrolijk voort met allerlei aardse zaken, zoals de man/vrouw-relatie binnen de kerk. We moeten de boel bij elkaar houden, voor zolang het duurt. We moeten er zeker geen Gouden Kalf van maken. Vrijgemaakten zijn geen haar beter dan dat opstandige volk Israël dat uit Egypte is getrokken. Kijk maar naar Jochem Douma en zijn Conventikel van Hardenberg, dat hij als Ware Kerk omhelst. Geweldig, Jochem, that is the Spirit, dat is echte Vrijmaking! Ondanks allerlei kerkelijke dwazen, moeten we zorgen dat ons oliekruikje van het geloof gevuld blijft. En daarmee refereer ik aan de gelijkenis van de vijf wijze en de vijf dwaze maagden, vrouwen dus. God is altijd oneindig veel groter, nederiger en liefdevoller dan wij kunnen of willen bevroeden.