Tagarchief: Heiliging
Volgelingen van de Koning II
Wegwijs jaargang 65, nr. 3,9-11 (mei/juni 2011)
Als we letten op de mensen rond Jezus kan vooral opvallen dat ze vaak niet reageren zoals wij. Je merkt dan hoe ‘anders’ ze zijn dan wij. De Bijbel is geschreven in een cultuur die niet lijkt op de onze. Mensen waren helemaal niet geïnteresseerd in hoe zij zelf dingen beleven. Ze waren zich veel meer bewust van hoe anderen naar hen keken dan dat ze naar zichzelf keken. Het was veel belangrijker ‘van wie je er eentje bent’ dan wie je zelf bent: je bent juist wie je bent doordat je bij een familie, een dorp of een volk hoort. Psychologie, je van jezelf bewust zijn, bij jezelf ‘naar binnen’ kijken, al dat soort dingen komen in de Bijbel net zo min voor als vliegtuigen. Lees verder
God motiveert met wat Hij geeft
Preek over Jesaja 56:1-8
Wie wil je worden?
lezing gehouden op de vooravond van de dies natalis van de VGSU, 7 april 2010
Amicae amicique, bijna ontketende feestgangers, Lees verder
Jezus volgen verandert je hele leven
Preek over Lucas 18:34
Bungee jumpen met Gods geboden
Bij de Tijd, jaargang 7 (1998-1999) 8 (april 1999)
Soms heb je dat. Meestal zo op de grens tussen wakker zijn en slapen, of tussen slapen en wakker worden. De gedachte is zó helder, het inzicht zó diep, dat je haast niet gelooft dat je het zelf bent die dit denkt. Ineens gaat je het licht op over iemand, over een situatie, over een probleem. Ineens zie je verbanden en overeenkomsten. Overweldigend. Zo overweldigend vaak dat je het ’s morgens al niet meer weet, of dat je in de auto naar je werk je hersens afpijnigt over wat je toch een uurtje geleden dacht. Maar soms blijft er iets van hangen. Lees verder
Blij omdat het moet
Over de godsdienst van de opgewektheid
Bij de Tijd, jaargang 7 (1998-1999) 7 (maart 1999)
‘Als ik ooit iemand zou vermoorden,’ zei pater Brown, ‘zou het waarschijnlijk een optimist zijn.’
‘Waarom?’ riep Merton geamuseerd uit. ‘Denk je dat mensen een hekel hebben aan opgewektheid?’
‘Mensen houden van regelmatig lachen,’ antwoordde pater Brown, ‘maar ik denk niet dat zij houden van een permanente glimlach. Opgewektheid zonder humor is iets buitengewoon irritants.’
‘… de godsdienst van de opgewektheid’ – ‘Dat is een wrede religie,’ zei de priester, en keek uit het raam. ‘Waarom konden ze hem niet eens wat laten huilen, zoals zijn vaders voor hem?’