Rust vinden

Preek over Matteüs 11:28-30

orde morgendienst
votum en groet
zingen: Psalm 116,1-3
gebod
zingen: Psalm 116,8-10
Schriftlezing Matteüs 11:25-30
gebed
inzameling gaven
zingen: Psalm 71,1.2
preek over Matteüs 11:28-30
zingen: Psalm 71,8
avondmaalsviering
zingen: NGK 179b
tafel 1
Schriftlezing Johannes 15:9-17
zingen: Psalm 71,11.12
tafel 2
Schriftlezing 1 Johannes 5:1-5.12
zingen: Psalm 71,13.14
zingen: NGK 90
zegen

Kom allen naar Mij toe, die afgemat en belast zijn, en Ik zal u rust geven. Neem mijn juk op u en leert van Mij dat ik zachtmoedig ben en nederig van hart en u zult rust vinden voor uw ziel, want mijn juk is zacht en mijn last is licht. Zo mogen we het onze Heiland horen zeggen als straks de nodiging tot het avondmaal de kerk rondgaat. Zoals we iedere week beginnen met een zondag, als een teken van de rust van waaruit we mogen leven en van de rust waarheen we op weg gaan, zo mogen we ook bij de avondmaals­viering stil staan bij deze woorden van Christus. Wat we ook van plan zijn en gaan doen, we mogen dat allemaal doen vanuit de rust die Christus ons geven wil.

Werken vanuit de rust, daar gaat het hier om, niet om rusten zonder te werken. Als Christus ons dat zo zegt: Kom bij Mij, en Ik zal u rust geven, dan bedoelt Hij niet dat we het rustig bij Hem zullen hebben. Hij gaat in één adem verder met: Neem mijn juk op u. En het blijkt verder wel dat dit juk zacht is en de last licht, maar het is een juk en het blijft een last. Christus roept ons niet tot zalig nietsdoen (wat trouwens heel snel flauwe verveling wordt). Nee, als Christus ons rust belooft, dan bedoelt Hij dat we bij Hem rustig zullen zijn. Hij wil ons hart, onze ziel, ons diepste zelf tot rust brengen. Dat is nodig, want dan pas kunnen we werkelijk een menselijk leven leiden.

En dat wij rustig zijn, dat is allerminst vanzelf sprekend. Dat weten we eigenlijk allemaal wel. Als Christus ons aanspreekt als vermoeide en beladen mensen, dan kunnen we daar allemaal wel wat van herkennen. Want het zit heel diep in ons dat wij onze rust, de vaste grond onder onze voeten, zelf willen veroveren. En dat lukt niet. We willen een zo goed mogelijk leven, met zo min mogelijk pijn, zo veel mogelijk van alle gemakken voorzien. Maar we kunnen de pijn niet wègwerken, en hoe goed we het ook hebben, altijd is daar het verlangen naar meer. We willen goede relaties met de mensen om ons heen, vooral met hen die ons het meest nabij zijn, onze ouders, man/vrouw en kinderen. Maar hoe goed onze verhoudingen ook zijn, toch ontbreekt er ook wat aan, en velen van ons lijden onder de anderen. En als we naar onszelf kijken, dan weten we dat dit zeker ook aan ons ligt. De meeste mensen, ik denk ook de meesten van ons, mijzelf incluis, houden er niet van om werkelijk naar zichzelf te kijken. Er huist zoveel slechts in ons, dat we de blik maar liever snel afwenden en doorleven alsof we niets hebben gezien. Maar ondertussen wroet het in ons, een diepe angst, onrust en onzekerheid ligt op de bodem van ons bestaan. We kunnen het nog zo rustig hebben, we zijn niet rustig.

Werkelijke rust voor ons hart, voor ons zelf, vinden we niet op eigen kracht. We vinden die rust alleen bij een ander. Dat kun je al zien bij de kleinste kinderen, die pas rustig worden bij hun moeder of vader. Je kunt het merken aan jezelf, als het je gegeven wordt om rust te vinden bij een ander, iemand die je liefheeft zoals je bent. En bij mensen blijft dat altijd onvolkomen. Werkelijke, volkomen rust kunnen we alleen vinden bij iemand die we in zijn liefde helemaal kunnen vertrouwen, van wie we erop aan kunnen dat hij ons nooit in de steek zal laten, teleurstellen of kwetsen. Zo, als die Iemand komt Christus hier in onze tekst op ons toe, en Hij roept ons tot zich. Kom allemaal bij Mij, afgematte zoekers, met zorg beladen twijfelaars, en Ik zal u rust geven. Werkelijk, want Ik ben te vertrouwen. Wie Mij kent, die kent ook de Vader. Ik ben zachtmoedig en nederig van hart, zoals Ik ben, zo is God helemaal. Er is geen harde, wrede, verborgen God achter Mij. Heel het welbehagen van God, het goede dat Hij ons heeft toegedacht, komt op ons af in Christus. Hij roept ons om onszelf aan Hem over te geven, zonder reserve, zonder angst. Neem mijn juk op u, dat betekent: luister naar Mij als naar God, buk u, geef u over aan Mij, laat u leiden door mijn woorden. En u zult het merken, steeds meer leren, dat Christus werkelijk zachtmoedig is en nederig van hart. Zo vinden we rust, diepe rust voor onze ziel, omdat we in Christus mogen weten dat God van ons houdt.

Vanuit die rust kunnen we aan het werk, op een goede manier. Het is geen rust die we zelf veroveren, door hard te werken in Gods dienst of zo, dan ontglipt ons juist die rust. Het is een rust die we vinden bij Christus, buiten onszelf. Maar daarom juist des te zekerder. Want iedere keer als we weer op eigen houtje naar vastigheid en zekerheid aan het zoeken zijn gegaan, mogen we het weer horen: Kom allen naar Mij toe, die afgemat en belast zijn, en Ik zal u rust geven. Laten we dan ook gaan, en ons opnieuw geven aan Hem, zonder reserve, zonder angst. En we kunnen het leren, ook vandaag weer: Hij is zachtmoedig en nederig van hart: God houdt van ons. Neem, eet, gedenk en geloof. Amen.

gehouden in: Weesp-Nigtevecht en Loenen-Abcoude, 4 september 1994
Loenen-Abcoude, 10 november 2002

de houdbaarheidsdatum van deze preek is verstreken

2 gedachten over “Rust vinden

  1. Haha…sorry, ik moet erg lachen om het onderste regeltje: ‘de houdbaarheidsdatum van deze preek is verstreken’. Al dwalend door mijn eigen gedachten en die van het worldwideweb over deze bijbeltekst kwam ik op jouw blog uit. In welke zin is deze preek over de datum?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *