Preek over 1 Korintiërs 7:29-31
orde morgendienst
welkom
zingen: Psalm 18,1.15
zingen: Psalm 145,1.4
stil gebed
votum en groet
zingen: E&R 245
gebed
Schriftlezing 1 Korintiërs 7:17-40
preek over 1 Korintiërs 7:29-31
zingen: NGK 118
lezen Matteüs 6:19-34
zingen: Opwekking 40
gebed
mededelingen
inzameling gaven
zingen: Opwekking 387
zegen
Even heel kort vooraf. Twee weken geleden ging het hier in de dienst onder meer over de beroemde spreuk ‘verkondig het evangelie, desnoods met woorden’. In een tijd waarin ideeën uit zijn en behoeften in, een tijd waarin mensen geen boodschap hebben aan een boodschap van christenen, zelf de boodschap over Jezus niet, hebben we als christenen vooral onszelf te bieden aan de mensen om ons heen: mensen die op een eigen manier in het leven staan, door Jezus geleerd, en die zo een bijdrage leveren, zout van de aarde en licht voor de wereld zijn. Verkondig het evangelie, desnoods met woorden. Van die levenshouding, die manier van in het leven staan, heb ik toen drie trekken genoemd. Het is leven vanuit het besef: ik leef hier maar even, ik krijg m’n leven, ik mag het doorgeven. Het laatste hebben we toen uitgewerkt: ik mag de naaste worden voor mensen naast me en net zo leren doen als die Samaritaan in dat ene verhaal van Jezus. Vanmorgen wil ik wat meer zeggen over het eerste van de drie: wat voor levenshouding hoort er bij het besef: ik leef hier maar even?
Dat leek me een prima reden om eens bij deze dwarsliggende woorden van Paulus stil te staan:
29 Wat ik bedoel, broeders en zusters, is dat er maar weinig tijd rest. Laat daarom ieder die een vrouw heeft zo leven dat het hem niet in beslag neemt, 30 ieder die verdriet heeft zo dat hij er niet door wordt beheerst, ieder die vreugde voelt zo dat hij er niet in opgaat, ieder die bezit verwerft alsof het niet zijn eigendom is, 31 ieder die in deze wereld leeft alsof ze voor hem niet meer van belang is. Want de wereld die wij kennen gaat ten onder.
Zoals wel vaker vijlt de Nieuwe Bijbelvertaling de hoekigheid van Paulus’ woorden behoorlijk bij. Veel mensen hier kennen de oudere vertaling nog wel:
29 Dit bedoel ik, broeders: de tijd is kort. Ten slotte, laten zij, die een vrouw hebben, zijn als zonder vrouw; 30 die wenen, als weenden zij niet; die blijde zijn, als waren zij niet blijde; die kopen, als zouden zij er niets van behouden; 31 die van de wereld gebruik maken, als zouden zij haar niet ten einde toe gebruiken. Want het uiterlijk van deze wereld is bezig te verdwijnen.
Paulus schrijft hier breed en algemeen. Je kunt de zinnen naar behoefte uitbreiden. Laten zij die plannen maken leven als zouden ze die nooit bereiken. Laten zij die voor hun werk gáán leven als zouden ze morgen op vakantie gaan, of met pensioen. Laten zij die zich zorgen maken leven als hadden ze niets om bang voor te zijn. Kortom, relax, want de wereld die wij kennen gaat ten onder.
Relax, ontspan je, want — de wereld die wij kennen is bezig te verdwijnen. Het is gek gezegd, en het voelt nog veel gekker. De wereld die wij kennen gaat ten onder. Dat is geen reden om je te ontspannen, voor de meeste mensen is het een reden om flink in de kramp te schieten. Kijk maar om je heen. De wereld die wij kennen, de wereld van vóór de krediet-crisis, zeg maar, van de eindeloze groei en het altijd nog meer, die is echt en zeker bezig te verdwijnen. Net zo hard de sociale wereld en de wereld van de zorg. Mijn generatie, zeg ik maar even, zal sinds lang de eerste zijn die het minder heeft dan de vorige en de kans is groot dat mijn kinderen het nog minder krijgen. Het Westen is oud en afgeleefd. De wereld die wij kennen gaat ten onder. Maar erg ontspannen worden de meeste mensen niet van dit vooruitzicht.
Ik had dat trouwens heel lang ook niet bij dit stukje Paulus. Het was meer een tekst waarbij ik liever snel doorbladerde in m’n bijbeltje. Net naar mijn stemming om verschillende redenen. Als het me goed ging vond ik Paulus hier vooral irritant. Heb je het naar je zin, krijg je te horen: de tijd is kort. Schiet toch op, lust wil eeuwigheid, diepe eeuwigheid. Ben je net getrouwd, mag het je niet in beslag nemen. Nou, reken maar dat het je helemaal in beslag neemt. Net als het leven mooi is, gaat het leven voorbij. Zwaar irritante woorden dus. Mag je dan nergens van genieten? Ik betrapte me er een keer op dat ik niet eens meer lezen kon wat er staat. Laten zij die huilen doen alsof ze blij zijn, laten zij die blij zijn doen alsof ze verdriet hebben — zoiets staat er toch?
En andersom, als het toch allemaal al tegenzat, vond ik Paulus hier vooral gevaarlijk. Woorden die je meezuigen naar dat gevoel van: waar doe ik het allemaal voor? Waarom zou ik me nog èrgens over opwinden als de hele santenkraam hier toch in elkaar stort? Wat betekent het hier nog? Wat maakt het uit? In een wereld die voorbij gaat ‘is alles bij voorbaat vergeven en dus ook alles cynisch toegestaan’. Dat is uit een roman die al weer in 1984 is verschenen en niet voor niets De ondraaglijke lichtheid van het bestaan heette. In ieder geval deed de herinnering aan dit gevoel van: wat maakt het ook allemaal uit? mee in m’n irritatie over deze regels bij Paulus.
Toch gaat het Paulus er om dat wij ons zouden ontspannen. Hij zegt dat ook net vóór en net nà deze woorden. Ervoor: de zorg en moeite die gehuwden hebben zou ik u willen besparen. En erna: Ik zou willen dat u geen zorgen hebt. Wat hij hier zegt wil dus in het teken staan van het besparen van moeite en zorg, het willen bevrijdende, ontspannende woorden zijn. Waarom erger ik me er dan toch zomaar aan? Waarom hóór ik dat ‘relax’ niet eens?
Nou ja, ik leef hier, en ik ben er druk mee. Ik ga op in wat ik leuk en boeiend vindt. De dingen om me heen houden me bezig. M’n werk neemt me mee. M’n kinderen bepalen mede m’n leven. Wat het nu speciaal is wisselt met de jaren, maar telkens is er iets dat of iemand die m’n leven beheerst, waar ik wakker van kan liggen, of voor wie ik op kan blijven. En dan komt die Paulus langs, tikt op m’n schouder, en zegt: hé, dit is niet alles, hoor, dit is zo voorbij, en er komt nog iets anders. Ja, dan zeg ik eerst eens: schiet op, ik ben bezig. Maar ja, Paulus staat al zo’n tweeduizend jaar in de bijbel, dus hij houdt vol, tikt weer op m’n schouder: hé, dit is niet alles, hoor. En weer schud ik hem van me af: hé Paulus, zeur nu even niet, zie je niet dat ik het druk heb?
Ja, dat ziet Paulus wel. En daarom houdt hij het nu juist nog even vol: broeder, zuster, dit is niet alles, hoor, dit, waar jij zo in opgaat, wat alles voor je is, wat je leven beheerst en vormt, dat is niet alles, hoor. Relax, ontspan je. Waar zijn wij nu helemaal mee bezig? Je wou je toch geen zorgen gaan maken? — Ik, zorgen? Nee hoor. Ik dacht alleen maar, eh, dit jaar moeten we toch wat betere groeicijfers kunnen halen dan vorig jaar — of cijfers op school, of wat minder ruzie thuis, of wat betere besprekingen op kring, of desnoods wat hoger uitkomen in de competitie met voetbal, of, nou ja, verzin nog maar wat. En Paulus staat daar maar rustig in de bijbel, laat het allemaal eens over zich heen komen, en als wij eindelijk uitgesproken zijn zegt hij rustig nog eens: broeder, zuster, sorry hoor, maar wat ik bedoel is dit: er rest nog maar weinig tijd. Dat allemaal, waar u het over heeft, dat blijft niet, hoor.
Tja, dat is nog waar ook. Ons werk is niet alles, de kerk is niet alles, dat onze carrière niet alles is weten we wel, maar als we er nu niet in investeren komen we nergens, maar goed, oké, ook onze luxe is niet alles, zelfs de kinderen zijn niet alles, ja, ook je verdriet is niet alles, en je blijdschap niet. En het blijft allemaal niet, het is wisselend en vergankelijk. Dat weten we allemaal wel, maar het is de vraag of we het willen horen, werkelijk willen horen. En als het al doordringt, dan nog. Als iets of iemand eerst alles voor mij geweest is, en dan dringt tot me door dat dit niet waar is, dan is de reactie zomaar omgekeerd: wat eerst alles was is nu niks meer. En als iemand me voor die tijd probeert duidelijk te maken dat mijn leventje niet alles is, dan word ik agressief en reageer: zo, dus je bedoelt dat het allemaal maar niks is!
Heel snel lezen we Paulus ook zo, vanuit een zelfde agressiviteit: ja, dan kun je net zo goed niet getrouwd zijn! Waarom koop je nog iets als je het toch niet houden zou? Waarom zouden we plannen maken als het allemaal toch niet door gaat? Vandaag is de jongste dag, zeg ik regelmatig, ook tegen mezelf, en het is letterlijk waar. Voorlopig is vandaag mijn laatste dag, de tijd is dus tamelijk kort. En zo. Maar waarom zou ik dan nog iets doen, iets plannen? En omdat dit toch een vermoeiend gedoe wordt, trek ik me er in de praktijk van het leven maar niets van aan. We zien wel, wanneer het eens die ene jongste dag wordt. Voorlopig ben ik hier druk.
Maar als Paulus hier ons leven in het licht van de terugkomst van Jezus zet, zegt hij niet: broeders en zusters, gooi het bijltje er maar bij neer, het is game over, trouw maar niet en trek je maar uit de wereld terug, gelijkmatig als de boeddhistische oosterling. Hij zegt niet: dit is allemaal niks, het echte komt nog. Hij zegt niet: ’t oog omhoog, het hart naar boven, hier beneden is het niet. Hij zegt: dit is niet alles, er komt nog meer, nog iets anders. Dit allemaal, dit ganse leven van ons, dit is niet alles: het is wel iets, maar niet alles. En dat maakt nu juist het ontspannende van zijn woorden uit.
Want ontspanning is nog heel iets anders dan het bijltje er maar bij neergooien. Als dat gevoel van ‘dit is ook helemaal niks’ bij ons boven komt, dan ontspant dat niet, het verlamt, het zorgt er voor dat we er mee ophouden. Paulus wil juist dat we er ontspannen met door zouden kunnen gaan, dat we er geen zorgen van zouden hebben. Dát hoort voor zijn besef bij leven vanuit de terugkomst van Christus, dat christenen ontspannen leven, omdat er nog meer komt, wat ons leven van vandaag zijn eigen proporties geeft.
Zo spreekt Paulus überhaupt heel ontspannen hier in 1 Korinte 7. Het gaat over allerlei dingen die soms ver van ons af staan, maar die concreet speelden in de gemeente daar, en die destijds ook behoorlijk wat betekenden. Trouwen of ongehuwd blijven betekende toentertijd ook zomaar rijkdom of armoede. In een wereld zonder collectieve sociale voorzieningen was een huwelijk vaak de enige manier om aan geld te komen, zeker voor een vrouw. De afstand tussen trouwen en zich bezig houden met aardse zaken (van de wereld gebruik maken) was toen niet zo groot. Maar het hele hoofdstuk door spreekt Paulus heel ontspannen. Dit zijn zo de dingen die geregeld moeten worden, ze zijn reëel, maar ze zijn niet alles. En allerlei fanatisme is dus uit den boze: geen gedoe met ascese en verplicht celibaat, geen gedoe met maar scheiden van een ongelovige partner, blijf rustig wat je bent, relax, regel je zaakjes rustig, ze zijn niet alles.
Dat is de lading van Paulus’ woorden. Wie getrouwd is moet beseffen dat getrouwd zijn niet alles is. En net zo mag natuurlijk iedereen die ongetrouwd is, beseffen dat zijn of haar ongetrouwd zijn niet alles is. Je móet niet getrouwd zijn (of tenminste samenwonen) om mens te zijn voor God. En je móet ook niet ongetrouwd zijn om werkelijk heilig of zo te zijn. Het één of het ander mag je niet beheersen, want dan gaat het hinderen en je dienen van Christus blokkeren.
En zo gaat het door in deze verzen. Natuurlijk gaat het Paulus er niet om dat je eigenlijk niet verdrietig of blij zou mogen zijn. Maar het gaat hem er wel om dat dit verdriet of die blijdschap niet alles voor ons is, ons leven niet helemaal bepaalt. En dat is een wijze raad. Hoe vaak zijn we, als we verdrietig zijn, niet helemaal en totaal verdrietig: ons verdriet neemt ons mee en staat ons groot voor ogen, we huilen ons zelf in slaap en leven op de golven van onze emotie. En natuurlijk kan dat een fase zijn in een rouwproces, maar als het goed is gaat die voorbij. Dan blijkt het, dat je toch verder kunt, dat je niet voor de rest van je leven de grote verdrietige bent. Het zou je blokkeren voor alle nieuwe dingen die God geeft, die je leven in een nieuw licht zetten. Verdriet en blijdschap hebben hun eigen recht, maar ook hun eigen plaats. Ze zijn niet alles.
Zo is het met alles. Kopen en verkopen, werk en werkloosheid, school en studie, planning en doelstellingen, het heeft allemaal een eigen recht, maar ook een eigen plaats. Het is niet alles. Maar het is ook niet niks. Dat de wereld die wij kennen ten onder gaat betékent niet dat het allemaal niks uitmaakt. Tot het kleinste onderdeel van ons leven toe laat Jezus straks op die ene laatste dag eens door zijn handen gaan bij zijn grote oordeel. En of het allemaal wat uitmaakt. Misschien zie je dat wel juist als je je door Paulus hier laat leren: relax nou es. Wat je hier allemaal doet en meemaakt, wat is dat eigenlijk als het niet alles is en ook niet niks? Hoe zou Jezus er over oordelen? Wat vindt hij eigenlijk belangrijk?
Dan gaat je werk plotseling niet meer alleen over geld verdienen. Het is niet alles, maar wel wat. Accountant of financieel controller of adviseur zijn gaat niet alleen over cijfers, het gaat ook over waarheid, over vrede, over dat organisatie goed kunnen functioneren. Mooie muziek maken gaat ook over echte schoonheid, die een doel in zichzelf is, door God zelf gemaakt om van te genieten. Een mooi meubelstuk maakt mensen blij. Gods goedheid kunnen doorgeven in de zorg, in het onderwijs, dat is niet iets kleins. Leiding geven gaat ook over mensen tot bloei laten komen, ze inschakelen met waar ze goed in zijn. Of omgekeerd: het vol kunnen houden in je leven met zoveel pijn gaat ook over Gods kracht in mijn zwakheid laten zien. Van je laten houden, voor je laten zorgen, zelfs als je niets anders meer kunt ben je een boodschap voor iedereen om je heen: zo is het met ons allemaal, ook als we denken het allemaal zelf wel te kunnen: ik leef omdat God van me houdt en omdat hij voor me zorgt, zonder dat ik iets terug kan doen. Het is niet alles, maar het is ook niet niks.
Je bent hier maar even, op doorreis naar veel meer, dan kun je er hier ook rustig wat van maken, ontspannen het goede doen en wat je te doen krijgt goed doen. Dan gaat de kramp er uit. Ook als je er morgen weer keihard tegenaan gaat hoef je er niet helemaal in op te gaan. Waarom, je bent hier maar even. Relax dus. Ook als je morgen je tanden weer op elkaar moet zetten van je pijn of je verdriet hoeft het je niet helemaal te beheersen. Waarom, je bent hier maar even. Relax dus, probeer het toch maar. Die ontspanning, die wil Paulus graag bij ons zien, en niet alleen Paulus, ook Jezus zelf. Als je goed luistert hoor je achter Paulus’ woorden de echo van Jezus’ stem: Ik kom er al aan, zegt hij, en: Wees niet zo bezorgd, zoals de heidenen. Richt je op Gods koninkrijk, dat bezig is te komen, op Gods gerechtigheid, die zomaar blinkend verschijnt, en de rest krijg je er allemaal bij, als extra cadeautje. Het hoort bij Jezus zelf: Relax, Ik ben er zo. Dan zo ook in het leven staan, ontspannen, open, dat is wat we als christenen de mensen om ons heen te bieden hebben. Ook als de wereld die wíj kennen ten onder gaat, Jezus brengt een andere van nog veel meer goedheid, vrede en recht. Kallem an dus, krijg je het even wat minder, alsof dat alles is?
Laten we ons daarom maar eens op de schouder laten tikken door Paulus vanmorgen. En door Jezus zelf, zo meteen nog eens extra. Relax, ik ben er zo. Hij zegt het ook tegen jou. En hij is trouw. Laten we daar van zingen. Amen.
gehouden in: Amsterdam-ZW, 14 november 2010
in een eerdere versie gehouden in: Loenen-Abcoude, 29 augustus 1999
Voorburg, 14 november 1999
Haarlem CGK 20 februari 2000
Leiden, 5 maart 2000
Amersfoort-Emiclaer, 11 mei 2003
Leerdam, 18 mei 2003
Akergemeente, 24 juli 2007
keynote
sheet 1
Verkondig het evangelie, desnoods met woorden
– ik ben hier maar even
– ik krijg m’n leven
– ik mag het doorgeven
sheet 2
29 Wat ik bedoel, broeders en zusters, is dat er maar weinig tijd rest. Laat daarom ieder die een vrouw heeft zo leven dat het hem niet in beslag neemt, 30 ieder die verdriet heeft zo dat hij er niet door wordt beheerst, ieder die vreugde voelt zo dat hij er niet in opgaat, ieder die bezit verwerft alsof het niet zijn eigendom is, 31 ieder die in deze wereld leeft alsof ze voor hem niet meer van belang is. Want de wereld die wij kennen gaat ten onder.
29 Dit bedoel ik, broeders: de tijd is kort. Ten slotte, laten zij, die een vrouw hebben, zijn als zonder vrouw; 30 die wenen, als weenden zij niet; die blijde zijn, als waren zij niet blijde; die kopen, als zouden zij er niets van behouden; 31 die van de wereld gebruik maken, als zouden zij haar niet ten einde toe gebruiken. Want het uiterlijk van deze wereld is bezig te verdwijnen.
sheet 3
ik ben hier maar even
maar ik ben er net…
het stelt hier ook niets voor…
sheet 4
dit is niet alles
sheet 5
dit is niet alles
maar het is ook niet niks
relax dus
sheet 6
ik ben hier maar even
kan ik ontspannen leven
‘Relax, Ik ben er zo’