Preek over zondag 49 Heidelbergse Catechismus
orde morgendienst
votum en groet
zingen: Psalm 134,1.2
gebod
zingen: Psalm 28,4.5
gebed
Schriftlezing Johannes 6:32-40
zingen: Psalm 119,60
preek over Zondag 49
zingen: Psalm 119,42-44
gebed
inzameling gaven
zingen: Liedboek 92
zegen
Onze Vader in de hemel, laat wat U wilt gebeuren op aarde zo als het in de hemel gebeurt. Dat leren we bidden van de Here Jezus. En Hij is de Zoon die weet wat Hij dan zegt. Hij is uit de hemel neergedaald. Hij weet hoe het daar is en hoe wat zijn Vader wil dáár gebeurt. Hij is op aarde gekomen om dat precies ook hier te doen: de wil van Hem die Hem gezonden heeft. Je zou kunnen zeggen: wat Hij ons hier leert bidden heeft de Here Jezus in zijn leven op aarde zelf gedáán: wat zijn Vader wilde heeft Hij laten gebeuren op aarde zo als het in de hemel gebeurt.
Bidden en leven, net als bij de vorige bedes zit het weer helemaal in elkaar. Vader in de hemel, laat wat U wilt gebeuren, Ik ben gericht op wat U wilt, niet op wat Ik zelf wil, dat was de bede van Jezus’ leven. Zijn hele levensgang is daardoor gestempeld. Wanneer we Hem tenslotte in Getsemane deze woorden zelf hóren bidden: Vader, niet wat Ik wil, maar wat U wilt, dan trekt daarin heel Jezus’ leven zich samen. Als het er op aankomt wijdt Hij zich aan wat God wil tot de dood toe.
Als wij dan, met de discipelen mee, bij Jezus komen, en Hij ons leert bidden, laten we er dan juist bij deze bede goed op letten dat Hij ons met zich mee laat bidden. Mijn Vader, uw wil, laat wat U wilt gebeuren, dat horen we eerst. En dan mogen wij bij Hem komen staan, vlakbij, en het leren mee-zeggen: Onze Vader, uw wil, laat wat U wilt gebeuren. Die setting van het Onze Vader, met Jezus mee bidden, vlak bij Hem, naast jou de Here Jezus zelf zien knielen en horen spreken, die setting is juist bij deze bede heel belangrijk. Alleen zo kun je, denk ik, echt zien wat deze bede betekent, wat ze inhoudt en wat ze uitwerken wil.
Wat deze bede betekent, dat eerst. Want wat bedoelen we eigenlijk met die ‘wil’ van God, die moet gebeuren? Als we zeggen: Onze Vader in de hemel, laat gebeuren wat U wilt, wat moet er dan gebeuren? Ik denk dat we er meestal van uitgaan dat dan alles wat God wil, wat Hij geboden heeft, gebeuren moet. Geeft dat wij en alle mensen gehoorzaam doen wat U zegt, wat het ook is. Toch staat het er zo niet. Er staat niet: laat alles wat U wilt gebeuren. Het gaat om de wil van onze Vader in de hemel. En dat steekt net een laagje dieper. We moeten niet blijven staan bij allerlei geboden, of bij allerlei dingen waarvan we gehoord hebben dat God die wil, maar ons richten op dat waar het de Vader van onze Heer, Jezus Christus, uiteindelijk om gaat. De wil. Wat wil God eigenlijk, uiteindelijk? Waar draait alles om?
Juist daarvoor moet je meteen opzij kijken, naar waar de Here Jezus zelf knielt. En luisteren naar wat Hij daar over zegt en wat daarover blijkt in zijn leven. Dit is de wil van mijn Vader, dat iedereen die de Zoon in geloof aanziet, eeuwig leven heeft. Dit is de wil van Hem die zijn Zoon gezonden heeft, dat Hij werkelijk Redder van de wereld is, ook van ons. Als gebeurt wat God wil, worden wij gered, en niet alleen wij, maar wij in een ontelbare menigte mensen op een nieuwe hemel-en-aarde.
De wil van onze Vader, die in de hemelen is, die heeft de Here Jezus voor ons getekend in de gelijkenis van het verloren schaap, één van de honderd, dat gezocht wordt en gevonden, omdat Hij niet wil dat één van deze kleinen verloren gaat (Matteüs 18). Zo is er blijdschap in de hemel over één zondaar die zich bekeert (Lucas 15). Aan het gebeuren van déze wil heeft de Here Jezus heel zijn leven gewijd, tot de dood toe. Het was de wil van onze God en Vader, zegt Paulus later in Galaten 1:4, dat Hij zichzelf gegeven heeft voor onze zonden om ons te trekken uit de tegenwoordige slechte wereld. Wat onze Vader in de hemel wil, dat is dan ook dat alle mogelijke mensen behouden worden en tot erkentenis van de waarheid komen (1 Tim. 2:4). De wil van God de Vader, dat is, in één woord, redding, redding door zijn Zoon, Jezus Christus.
Dat is het waar het in alles wat God geboden heeft om gaat. In alles waarvan God gezegd heeft: dit wil Ik, doe dat, cirkelt het om dat ene, dat Hij wil dat wij gered worden en een werkelijk goed leven bij Hem zullen krijgen, opgewekt op de jongste dag. En het lijkt me van het allereerste belang dat wij dat goed bedenken als we deze bede bidden. Wie bidt: Vader, laat gebeuren wat U wilt, die zegt ook: Vader, red mij! En geef dat ik me wil laten redden door U. Als je dat vergeet te bedenken, sta je zomaar voor een muur van geboden en aanwijzingen en opdrachten en dat is het dan. Maar dat is het niet. Al die geboden, al die aanwijzingen, al die opdrachten, alles wat God ook maar wil, het staat in een positief kader: Hij wil ons redden. Hij wil dat iedereen die zijn Zoon gelovig aanziet, eeuwig leven heeft.
Goed, nu even wat uitvergroten. Als gebeurt wat God wil, dan worden wij gered, wij in een ontelbare menigte mensen op een nieuwe hemel-en-aarde. Dat is waar het om gaat. Maar als je nu verder vraagt: hoe gaat dat dan? Nou, kijk maar weer naar de Here Jezus. Hoe ging dat? Zijn leven ging verder op weg naar Golgotha en dan door de dood heen naar de tuin van Jozef van Arimatea. Wij worden gered door de dood heen het eeuwige leven binnen. Dat is niet niks. Als de Here Jezus dát voor ons moet doen, dan moet er blijkbaar iets dood in ons en moet er een heel nieuw leven in ons geplant worden willen wij werkelijk gered worden en gered zijn.
En dat is maar net zo. Denk maar even vanuit dat einde, vanuit dat waar het om gaat. Als wij gered zijn dan leven we een leven van echte liefde, van vrede en gerechtigheid, eerlijkheid en trouw, samen met God en talloze andere mensen. Dan hebben we leren willen wat God wil, namelijk het goede, het welgevallige, het aangename en het volmaakte, het volkomene. Dan hebben we van binnen uit leren liefhebben, God en de ander. Dan hebben we geleerd uit onszelf te doen wat God ook in zijn wet van ons vraagt. Hoe dat gaat? Nou, kijk maar weer even opzij: de Here Jezus heeft zo geleefd, een heel leven lang.
Als wij nu met Hem mee leren bidden dat gebeurt wat zijn Vader wil, op aarde zo als in de hemel, dan zit daar inderdaad iets in van dood gaan en levend gemaakt worden, iets van leren wíllen wat God wil en van afleren wat wij uit onszelf willen. Juist naast de Here Jezus houdt deze bede in dat wij zijn Vader vragen: geef ons een nieuw hart, snijdt alle egoïsme en hardheid, alle eigenwijsheid en al ons onze eigen gang willen gaan uit ons leven weg, en geef ons zin om te doen wat U gebiedt, om uit onszelf te doen wat U ook wilt, niet omdat het moet, maar omdat het goed is en aangenaam en volmaakt. Begin hier al met ons te redden. Snijd ons hier al op maat voor uw koninkrijk, vorm ons hier al als kinderen van U.
Als je dat nou niet durft bidden, of als je daar geen zin in hebt, omdat je eigen wil, wat je zelf wilt bereiken en presteren en voor elkaar krijgen, je te kostbaar is, kijk dan vooral weer even opzij, naar de Here Jezus, en herinner je die ene keer dat we deze woorden uit zijn mond horen: Vader, niet mijn wil, maar uw wil, laat die gebeuren. In de tuin van Getsemane zien we Jezus bidden en zijn leven opgeven voor onze redding. En op Golgota zien we Hem Gods wil doen tot alles volbracht is, voor ons. Kijk dan nog eens naar wat je zelf zo graag wilt. Is dat werkelijk de moeite waard? Past dat echt bij déze Jezus? Laat dat zich invoegen in wat zijn Vader, onze Vader wil? Is het de moeite echt waar om je af te schermen voor de redding van God? Voor vorming van je leven nu al?
Deze bede houdt dus méér in dan dat wij gehoorzaam worden in een oppervlakkige zin van het woord. Op het eerste gezicht lijkt zondag 49 zoiets wel te zeggen. Maar vergeet niet dat het er toch maar om gaat dat wij even gewillig en trouw zijn als de engelen in de hemel. En dat is meer dan alleen maar gehoorzaamheid. Het gaat God er niet maar om dat wij gehoorzaam zouden zijn en doen wat Hij zegt. Het gaat God er om dat wij goede mensen worden, die zelf willen wat Hij ook wil. Hij wil ons niet als slaven, die netjes doen wat Hij zegt. Hij wil ons als kinderen, die op Hem en op zijn Zoon lijken en in dezelfde Geest leven. Om het gebeuren van die wil bidden we in deze bede.
En denk dan in dat kader maar aan al zijn goede geboden. Dat zijn er nog al wat. De tien woorden van de Sinaï geven alleen maar een soort index erop, een paar lijnen er uit. In eindeloze details vinden we geboden, wijsheid en wegwijzing in het Oude en nog weer op een nieuwe manier uitgewerkt in het Nieuwe Testament. En nu bidden we, dat we die allemaal niet maar gehoorzaam zijn, maar ze zelf leren willen. En we vragen onze hemelse Vader om al die geboden, aanwijzingen, opdrachten enzovoort te gebruiken om ons metterdaad zo te vormen dat wij passen in zijn koninkrijk. Inderdaad betekent dat: snij maar in ons, leer ons maar dingen af, geef ons dat wij onze eigen wil verloochenen als die hier niet bij past. Maar het betekent ook: overtuig ons, en alle mensen, wijs ons de weg, en alle mensen, leer ons van alles áán, en alle mensen, vorm onze wil zo dat we zelf leren willen wat U wilt.
Daarmee zijn we meteen bij het derde dat ik noemde: wat deze bede wil uitwerken in ons leven. Zoals deze bede voor de Here Jezus de bede was waarin zijn leven samenkwam, waarin Hij zijn leven aan zijn Vader wijdde, tot de dood toe, zo wil deze bede voor ons de bede van ons leven zijn, waarin wij ons met huid en haar wijden aan onze Vader in de hemel. Dat wil uitwerken dat wij metterdaad gaan doen de wil van onze Vader, die in hemelen is, en werkelijk de broeder, de zuster van Jezus zijn. Zo heeft Hij dat gezegd nietwaar: Al wie doet de wil van mijn Vader, die in de hemelen is, die is mijn broeder en zuster en moeder (Matteüs 12).
Het lijkt me zo dat die uitwerking in ons leven net zo concreet zal zijn als ons gebed is. Want het is natuurlijk niet de bedoeling dat we bij de woorden van het Onze Vader blijven staan. Onze hemelse Vader wil, bijvoorbeeld, dat we geduldig en zachtmoedig zijn. Dat weten we, bijvoorbeeld uit Galaten 5. In ons eigen gebed wil deze bede dus terugkeren in een concreet gebed om geduld te hebben met die en die ander en zachtmoedig te zijn in het gesprek dat we straks met hem of haar willen voeren. Zo’n concreet gebed zet je op het spoor om dat dan ook te doen. Dan volstaan met algemene aanduidingen helpt je er niet bij. Onze hemelse Vader wil, bijvoorbeeld, dat we niemand kwaad met kwaad vergelden. Dat weten we, bijvoorbeeld uit Romeinen 12. In ons eigen gebed wil deze bede dus terugkeren in een concreet gebed om die en die ander niet terug te pakken, niet nu op onze beurt een hak te zetten of een kat te geven. Nou ja, vul zelf maar wat voorbeelden aan. Hoe concreter je gebed, des te sterker is de uitwerking: dat wij inderdaad doen wat onze hemelse Vader wil en blijken en broeder of zuster van Jezus te zijn. Des te sterker blijkt, anders gezegd, dat God inderdaad bezig is ons te redden en te vormen. En daar ging het maar om. Kijk maar naast je, waar Jezus bidt: Mijn Vader, laat gebeuren wat U wilt. En herinner je: dit is de wil van mijn Vader, dat iedereen die de Zoon in geloof aanschouwt, eeuwig leven heeft. Doe mee: Onze Vader, laat gebeuren wat U wilt. En let maar op: wie bidt, zal gegeven worden; wie zoekt zal vinden en wie klopt zal worden open gedaan. Amen.
gehouden in: Loenen-Abcoude, 28 januari 2001
Mijdrecht, 29 februari 2004