Profiteer van de inzet van mijn leven voor jullie

Preek over Johannes 6:53-58

orde morgendienst
votum en groet
zingen: Psalm 92,1-3
gebod
zingen: Psalm 135,2.3.12
gebed
Schriftlezing 2 Samuel 23:13-17
preek over Johannes 6:53-58
zingen: NGK 79,5
gebed
inzameling gaven
zingen: Liedboek 319
avondmaalsviering
zingen: NGK 179b
tafel 1
zingen: Lied 75,4 – lezen Johannes 4:13-14 – zingen: Lied 75,5.6
tafel 2
zingen: Lied 75,10 – lezen Johannes 15:4-5 – zingen: Lied 75,11.12
tafel 3
zingen: Lied 75,13 – lezen Johannes 10:14-16 – zingen: Lied 75,14.15
zingen: NGK 111
zegen

Misschien heb je er wel heel spannende herinneringen aan: rondsnuffelen op zolder bij opa en oma. Het stof afvegen van oude spullen en oude foto’s bekijken. En dan wat mooie foto’s mee naar beneden nemen en aan iemand vragen wat het verhaal is dat daarbij hoort. Opa, vertel nog eens van toen u soldaat was.

Nou, zo’n soort van zolder waar van alles bij elkaar bewaard wordt vinden we ook in de bijbel aan het slot van de verhalen over David. De bijbel is een boek, dus het is geen zolder met meubels of foto’s, maar een zolder met verhalen en een paar gedichten. Eén van de mooiste verhalen hebben we net gelezen, over vriendschap en zelfopoffering en waardering daarvan. Wat je verder ook van David mag denken, hij is in ieder geval een aanvoerder geweest voor wie zijn mannen door het vuur gingen. Een verzuchting om water uit de put in de poort van Betlehem is genoeg voor drie van hen om zich heen en terug te vechten door een groep Filistijnse soldaten en water voor hem te gaan halen. Maar David wilde het water niet drinken. Hij zei: dat zou zijn of ik het bloed dronk van de mannen die hun leven hebben gewaagd om het te halen! En David goot het water uit voor de Heer, op een steen of een altaar. Hij wijdde het aan God.

Hij wilde niet profiteren van de bereidheid van zijn soldaten om hun leven voor hem op het spel te zetten. Want dat hadden ze gedaan. In dit water hadden ze hun leven geïnvesteerd. En voor een Israëliet is dan de gedachte aan bloed vlakbij. God had ze geleerd dat ze vlees met bloed erin niet mochten eten, want het bloed, dat staat voor het leven van een dier. Nou, als dan dit water verbonden is met het leven van zijn soldaten, dan is het voor David hun bloed geworden. Hij wil het niet drinken, hij mag het niet, en hij kan het niet ook. Je zou kunnen zeggen: een mooie oude foto van de zolder van opa David. Over hoe zijn mannen hun leven op het spel zetten om water van hem te halen, maar hoe hij daar niet van wilde profiteren en als het ware hun bloed drinken.

Als we van daaruit dan doorbladeren in de bijbel en bij dat stukje uit Johannes komen, dan blijkt dat die oude foto van David helpt om de raadselwoorden van Davids grote Nakomeling te begrijpen. Ervoor ging het in Johannes 6 steeds over Jezus als het brood dat leven geeft. Zoals we woensdagavond ook zagen: Jezus is bezig met een nieuwe uittocht en onderweg geeft Hij zichzelf als nieuw manna, brood uit de hemel. Deze uittocht gaat maar niet van het ene land naar het andere, nee, deze gaat van het leven hier door de dood heen naar het volmaakte leven bij God. Die uittocht, die tocht door zee en woestijn en grensrivier, die maak je alleen mee, die haal je alleen als je in Jezus gelooft en als je zo het voedsel eet dat niet vergaat maar eeuwig leven geeft. Zoals Jezus het hier zegt: De levende Vader heeft mij gezonden, en ik leef, dat betekent ik blijf leven door de Vader; zo zal wie mij eet leven, ook: blijven leven door mij.

Als dan de mensen met wie de Here Jezus in gesprek is heftig protesteren en laten merken Hem helemaal niet te kunnen volgen dan gaat Hij in het gedeelte dat we net lazen niet alleen spreken over zijn lichaam eten, maar ook over zijn bloed drinken. Dat bloed is nieuw. Het is of de Here Jezus even in zijn bijbeltje bladert en dan die oude foto van de zolder van David erbij pakt. Kijk, zegt Hij, ik spreek dezelfde taal als David. David wilde niet profiteren van de inzet van het leven van zijn mannen en zo als het ware hun bloed drinken. Maar jullie moeten wel mijn bloed drinken, wel profiteren van de inzet van mijn leven voor jullie. Als jullie de inzet van mijn leven voor jullie wel aanvaarden, dan hebben jullie eeuwig leven; anders heb je geen leven in je.

Met dat ‘zijn bloed drinken’ legt de Here Jezus dat ‘zijn vlees eten’ als het ware nog eens extra uit. Denk maar terug aan David en zijn mannen. En leer dan dat het bij de Here Jezus net omgekeerd is als bij David. Hier zijn het niet de mannen, de leerlingen, die hun leven inzetten voor hun koning, hier is het de Koning die zijn leven inzet voor zijn mannen. En dat moeten ze niet weigeren, zoals David, maar juist aanvaarden, want alleen dat is hun leven. De enige manier om echt en eeuwig te leven is het lichaam eten en het bloed drinken van deze Koning: profiteren van de totale inzet van zijn leven voor jou. Als je dat niet doet zul je de uittocht de dood door niet halen. Alleen haal je dat nooit. De dood is veel te sterk. Maar als je wel aanvaardt wat Jezus je geeft en profiteert van zijn leven voor het jouwe, dan heb je eeuwig leven en wordt je opgewekt op de laatste dag.

Goed. En dan gaan we zo meteen hier deze beeldspraak van de Here Jezus doen in het avondmaal. Het is maar niet gewoon brood zonder meer en gewone wijn en niet anders. We gaan zijn lichaam eten en zijn bloed drinken. Laten we daar dan goed bij nadenken en neem maar als huiswerk voor de komende week mee om daar nog regelmatig expres aan terug te denken en over door te denken. Jezus lichaam eten en zijn bloed drinken betekent zeggen: ja, ik wil aanvaarden wat Jezus me geeft, ik wil leven van zijn leven, ik wil profiteren van de inzet van zijn leven voor mij, ik wil zo echt en eeuwig leven ontvangen.

En bedenk dan vooral ook dat het bij de mannen en vrouwen van Koning Jezus precies andersom is dan bij de mannen van koning David. Het begint er niet mee dat wij ons leven inzetten voor Jezus, alles begint en eindigt er mee dat Hij zijn leven heeft ingezet voor ons. Hij profiteert niet van ons, van onze inzet en onze goede werken. Wij profiteren van Hem, van de inzet van zijn leven voor ons. Zo meteen zitten we hier aan tafel en dan worden we even stil om dat tot ons door te laten dringen. En we kauwen het brood. Dat mag best even duren. Dan kan tot je doordringen wat het betekent en hoeveel reden je hebt om eeuwig blij te zijn met het eeuwige leven dat Jezus geeft. Maak dan de komende dagen nog maar eens stilte in je leven, stilte om te herkauwen en te overdenken wat een wonderlijke Koning wij hebben in Jezus Christus. Hij is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven voor velen. Ook voor u, voor jou en voor mij. Dat moet gedacht worden, telkens weer. Amen.

gehouden in: Loenen-Abcoude, 13 maart 2005
Zeist, 22 mei 2005
Delft, 5 juni 2005
Hoofddorp, 19 juni 2005

met dank aan Tom Wright

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *