Preek over Efeziërs 1:3-6
orde middagdienst
votum en groet
zingen: Psalm 73,10.11
zingen: Opwekking 488
gebed
Schriftlezing 1 Petrus 1:1-3.2:4-10
zingen: Opwekking 462
preek over Efeziërs 1:3-6
zingen: NGK 181d
doopformulier III
zingen: NGK 161
zingen: NGK 45 (kinderen)
dopen Femke Kolbeek
zingen: Liedboek 335,6-9
gebed
inzameling gaven
zingen: Psalm 118,1.8.10
zegen
Léonie en Arend-Jan, twee dochters hebben jullie nu, en niet zomaar twee dochters. Nee, twee rijke dochters, net als jullie twee rijke ouders zijn. We weten niet half hoe rijk. Twee heel bijzondere dochters ook, trouwens, net als jullie twee heel bijzondere ouders zijn. We weten niet half hoe bijzonder. En jullie zijn hier met Femke, net als een paar jaar geleden met Merel, omdat jullie dat willen vieren met de God die jullie zo rijk en zo bijzonder maakt en met wie daar ook maar bij wil en kan zijn. Wat gaaf dat jullie met z’n vieren kinderen van God mogen zijn, uitgekozen om heilig en zuiver te zijn en om weet ik wat nog meer te gaan krijgen in de rest van je leven tot in eeuwigheid.
Daar moeten we vanmiddag echt maar weer eens bij stilstaan, bij rijkdom, bij overvloed, bij eindeloze mogelijkheden, bij talrijke geestelijke zegeningen. Paulus doet het ook, hier in zijn brief aan de gemeente in Efeze. En Petrus deed het trouwens al net zo in zijn brief aan al die vreemdelingen verspreid over wat nu Turkije is. Zodra de openingswoorden voorbij zijn is het eerste echt woord van hun brieven: Geprezen zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus, want hij maakt ons rijk, maakt ons bijzonder, maakt ons gave mensen, maakt ons vrij, heel, nieuw, alles bij elkaar: maakt ons kinderen van hem in koning Jezus, onze Heer. En dat is geeneens alles. Bij de levende God is er altijd meer. Hij is met heel zijn schepping aan het werk. Verderop schrijft Paulus dat alles in hemel en op aarde onder één hoofd bijeen gebracht wordt, onder Christus namelijk. Alles wordt nieuw en we weten niet half wat dat zal gaan betekenen.
Wie in de kerk komt, op zoek naar God, de echte God, en de Vader van Jezus Christus vindt, die vindt geen karige, moeilijke, mondjesmaat gevende figuur, maar die treft iemand die uitbundig geeft, die talrijke zegeningen geeft en niet maar hier en daar eentje. Hij is de God die hemel en aarde gemaakt heeft in een eindeloze uitbundigheid van soorten en kleuren. Hij is de Heer van een uitdijend heelal en niet van een ineenzakkend kaartenhuis. Hij is de God die er wat op vindt, altijd weer, de God die nieuwe dingen doet die geen mens verzint. Rijk en bijzonder, we weten niet half hoe. En het laatste wat hij doet is het allemaal voor zichzelf houden. Hij deelt uit, geeft, zegent. Dat typeert God. Als er ergens schaarste is, gebrek, tekort, dan ligt dat in ieder geval niet aan hem. Jullie brengen Femke hier, bij hem. Dat is de beste plaats. De gevende God maakt jullie rijk en bijzonder, zijn eigen kinderen, je weet niet half wat dat betekent.
Het leuke is, als je zo begint kun je ook beter begrijpen wat Paulus verder schrijft hier. Want hij begint zijn opsomming van die talrijke geestelijke zegeningen met een paar dingen die mensen vaak moeilijk vinden. Hij zegt dat die christenen in Efeze zijn uitgekozen om heilig en zuiver voor God te zijn en zijn voorbestemd zijn kinderen te worden. Als je bij die woorden denkt aan hoe het meestal onder mensen gaat worden dat zomaar enge woorden. Wij denken meestal vanuit schaarste. We gaan ervan uit dat van alles maar een beperkte hoeveelheid is, een beperkt aantal plaatsen. Als jij dan ergens voor wordt uitgekozen, dan betekent dat dat anderen die kans niet krijgen. Als God Femke voorbestemd heeft zijn kind te worden, haar rijk te maken en van alles te geven, nou, dan zijn er vast allerlei anderen die hij voorbijgaat. Zo is dat toch onder mensen altijd? Waar er rijke mensen zijn, zijn ook arme mensen.
Ja, maar zo is het bij de levende God dus niet. Hij heeft altijd nog meer te geven. Hij leeft en werkt vanuit eindeloze overvloed. Hij werkt niet met een numerus fixus of een numerus clausus, met een beperkt aantal zitplaatsen of niet meer dan een bepaalde hoeveelheid ruimte. Vergeet dat allemaal rustig als het over de Vader van Jezus Christus gaat. Hij heeft altijd ook plek voor jou, wie je ook bent, ook jou van alles te geven — en niet maar een druppie dat overschiet, maar talrijke zegeningen. Dat Femke en Merel en Arend-Jan en Léonie en nog zoveel mensen meer zijn uitgekozen en voorbestemd wil niet zeggen dat jij dat dus niet bent, maar het wil bij God juist zeggen dat jij dat ook kunt zijn.
Het geheim daarachter duidt Paulus aan met een paar woorden die ik tot nu toe steeds heb overgeslagen: in Christus, in Jezus Christus, in zijn geliefde Zoon, en in de verzen die nog volgen telkens weer: in hem. Alle rijkdom, alle overvloed, alle eindeloze gaven die God geeft, geeft hij altijd weer in Jezus Christus. Laten we dat vanmiddag voor het gemak eens even heel direct nemen. We kijken door het glas van Paulus woorden naar binnen. Kijk toch eens wat een rijkdom, wat bijzonder wat die christenen in Efeze allemaal hebben. Maar plotseling zie je in het glas de naden van een deur en boven de deur staat een naam: Jezus Christus, Gods geliefde Zoon. Jezus is kennelijk iemand in wie je binnen kunt gaan, iemand die ruimte heeft in zichzelf voor jou, iemand bij wie je zo kunt horen dat alles wat voor hem geldt ook voor jou geldt, iemand van wie je deel kunt uitmaken. Je hoeft alleen maar te duwen en naar binnen te gaan en alles wat je ziet is ook voor jou. Je maakt er dan zelf ook deel van uit. In een ander beeld: je wordt deel van Jezus’ lichaam, een eigen lichaamsdeel van Jezus zelf.
Je zou Paulus’ woorden ook zo kunnen weergeven: God heeft Jezus Christus met talrijke geestelijke zegeningen gezegend, en Jezus Christus uitgekozen om voor hem heilig en zuiver te zijn, en Jezus Christus voorbestemd om zijn Zoon te zijn — en iedereen die bij Jezus Christus hoort heeft daar deel aan, iedereen die ‘in Christus’ naar binnen gaat krijgt dat allemaal ook. Als Jezus rijk is, wordt zijn hele lichaam rijk. Als Jezus bijzonder is als Zoon van God, wordt zijn hele lichaam dat ook. En in Jezus, in zijn lichaam, is eindeloos veel plaats. Hij is de Zoon van de Vader die de Schepper is van ons uitdijend heelal. Geen wonder dat hij zelf ook zo’n uitdijend heelal is. Voor wie er ook maar bij hem wil horen is er plaats in hem. En als je bij hem hoort zijn dus die talrijke geestelijke zegeningen ook voor jou en ben jij ook uitgekozen om voor zijn Vader heilig en zuiver te zijn en voorbestemd om zijn kind te wezen en nog veel meer.
Paulus gaat achter elkaar door: je krijgt genade, je kwaad wordt vergeven in overvloed, de hele schepping wordt vernieuwd en daarin krijg je een nieuwe bestemming, een goede erfenis, nieuwe hoop en als voorschot op alles zijn heilige Geest. Er is niet alleen altijd meer plaats voor nog meer mensen, er is ook altijd meer overvloed, meer rijkdom, er wordt altijd meer gegeven. We weten niet half hoeveel. En niemand hoeft zich buitengesloten te weten. Wie hier binnen wil gaan, erin wil delen, mee wil doen, die kan eenvoudig binnen gaan. Een eenvoudig gebed is genoeg: Heer, Jezus, wilt u ook mijn Heer zijn, mag ik bij u horen? Zijn antwoord is altijd: Ja, graag, kom binnen, wees welkom, jou wil ik er ook graag bij zien.
Oké, goed opletten dan. Blijven denken vanuit overvloed, vanuit altijd meer, vanuit God, de God die geeft en uitdeelt, eenvoudigweg en zonder verwijt. Anders ontstaan er zomaar toch weer misverstanden. Veel mensen denken bijvoorbeeld dat dit toch allemaal zomaar niet gaat. Je moet er wel iets voor doen, al is het maar dat je in Jezus gelooft. En dat geloven wordt dan steeds groter, steeds meer dat jij zelf een persoonlijke, directe relatie met Jezus moet onderhouden. En net als de relatie met je vrienden of met je man of vrouw is dat dan een relatie die flink wat investering en onderhoud vraagt, hard werken. Geloven is best hard werken, zo. Ja, maar in de bijbel is het dat nooit. In de bijbel is het gewoon vertrouwen dat als je die deur Jezus doorgaat, dat dan al die rijkdom echt voor jou is. Het gaat er niet om dat wij een relatie met Jezus hebben zoals we die met elkaar hebben, maar dat wij ons door hem van alles laten geven. Dat is zo eenvoudig dat zelfs Femke het al kan. Van je laten houden is geen kunst voor een kind. Pas volwassenen maken dat zichzelf moeilijk. De levende God doet nooit moeilijk en maakt het ons ook nooit moeilijk. Hij maakt het ons zo makkelijk dat wij het van de weeromstuit zomaar moeilijk vinden omdat we denken dat het toch zo makkelijk niet kan zijn.
Dan denken we zomaar: wacht even, wij zijn uitgekozen om heilig en zuiver te zijn voor God. Dat gaat vast niet zomaar, daar moeten we flink aan trekken: knokken met onszelf, met onze slechte neigingen en gedachten, ons heiligen en ons zuiveren. Maar Paulus bedoelt heel eenvoudig dat God ons heilig en zuiver maakt en dat wij dat van hem krijgen. Heilig en zuiver, toegewijd aan God en schoon van het kwaad, kortweg: goede mensen worden, dat maak je jezelf niet, zo word je door God gemaakt, door de vergeving en de genade van Jezus Christus en door de bezieling van zijn Geest. Wie eenmaal is binnengegaan door die deur, Jezus, die is binnen in een wereld van schatten en gaven en overvloed, die mag leven vanuit overvloed, vanuit allerlei mogelijkheden, dingen die je kunt, kansen die je krijgt. In Jezus leef je in des te meer in een wonderwereld vol goede geheimen, nieuwe schepping van God.
Dan leef je dus vanuit overvloed, als rijke, bijzondere mensen, rijk en bijzonder gemaakt door God. Hoe doe je dat? Nou ja, zoals altijd, door die overvloed te gebruiken, open, creatief, waar je maar kunt. De grote aanvechting voor christenen is dat we juist Gods overvloed vergeten. Voor je het weet denk je dan weer zoals iedereen om ons heen: vanuit schaarste, gebrek en tekort. Er is maar weinig goedheid in mijn leven, daar moet ik nodig iets aan doen. Of je denkt in allerlei valse dilemma’s, alsof God alleen bijzondere dingen geeft en zijn overvloed alleen uitkomt in wonderen, speciale dingen en aparte gaven — of andersom, dat God juist veel gewone dingen geeft, maar slechts zo nu en dan iets bijzonders en aparts.
Start bij Gods overvloed, de overvloed van de Schepper in zijn uitdijend heelal, de overvloed van Christus in zijn steeds groeiende gemeente, de overvloed van de Geest in eindeloos veel nieuwe mogelijkheden en gaven, en je staat er heel anders in. De meeste genezingen op het gebed vinden eenvoudig plaats via de overvloed aan goede medische zorg die God geeft en een heleboel vinden er plaats daar buitenom, omdat God altijd meer te geven heeft. De meeste leiding in je leven geeft God doordat hij je nuchter heeft leren nadenken en een bijbel vol wijsheid heeft gegeven, maar een heleboel loopt daar nog omheen, omdat God altijd meer te geven heeft. En zo voort. Iedereen die verlangt naar meer goeds, meer leven, is bij de levende God aan het goede adres. Maar let op zijn overvloed. Wie alleen verlangt naar meer van de heilige Geest heeft het niet begrepen, er is ook nog zoveel meer genade van Christus, meer liefde voor Jezus, meer toewijding aan de Vader, meer verlangen naar Jezus’ komst. We weten niet half hoeveel meer.
Goed, Arend-Jan en Léonie, jullie hebben zelf de stap genomen en zijn Jezus, die goede deur door binnen gegaan. Jullie mogen leven vanuit overvloed. En Merel en Femke horen bij jullie. Je neemt ze op de arm mee Jezus binnen. Voed hen op als kinderen die altijd meer krijgen van God dan jij je voor kunt stellen, als dochters die altijd rijker zijn dan wij weten. En gebruik je eigen rijkdom daar maar bij. Ook wijsheid in de omgang met je kids vind je in overvloed bij God, in de bijbel, in mensen om je heen, in van alles en nog wat aan scheppingsgaven en nieuwe gaven van God, allicht ook onverwacht eens zomaar omdat je erom vroeg in een gebed. Bij de God van altijd meer dan je denkt vind je ook werkelijk altijd meer dan je dacht. Leven vanuit overvloed op weg naar Gods nieuwe schepping die nog veel overvloediger zal zijn dan iemand van ons verzinnen kan. Dat is gaaf. Laten we onze gevende God daarom bidden, open en vol vertrouwen: Onze Vader in de hemel, in Christus onze Heer, door zijn Heilige Geest. Amen.
gehouden in: Loenen-Abcoude, 1 juli 2007