Nederlands Dagblad 15 augustus 2020, 14-15
Van het begin af aan hebben in westerse landen regeringen de coronamaatregelen verkocht als maatregelen die door de wetenschap gesteund zouden worden. Die claim heeft geen enkele basis. Nu we naar een nieuwe fase in leven met het virus schuiven, is het tijd daar eens aandacht voor te vragen.
De wetenschap waarop men zich tot dusver beroept, en waar de meeste regeringen zich tot op grote hoogte aan uitgeleverd hebben, is een klein deel van de medische wetenschap, de virologie en de epidemiologie. Een relatief kleine groep mensen uit die vakgebieden heeft een positie van autoriteit gekregen, in feite een positie van verregaande macht. Vertegenwoordigers van andere wetenschappen, zelfs van andere deelgebieden uit de medische wetenschappen, zijn tot dusver niet of nauwelijks gehoord.
Het kan inmiddels duidelijk zijn dat het negeren van de geriatrie heeft bijgedragen aan het sterven van zoveel mensen in verpleeg- en verzorgingshuizen. De impact van het negeren van de rest van de wetenschappen zal de komende tijd in toenemende mate duidelijk worden.
proportionaliteit
De concentratie op een klein deel van de medische wetenschap heeft als bij-effect dat alles gericht wordt op het controleren van de verspreiding van het virus. Dat is nu eenmaal de insteek van alle betrokken wetenschappers. De maatregelen die daarvoor nodig zijn, raken intussen de samenleving in al haar facetten. Het zijn andere wetenschappers – uit de sociale, juridische, economische, filosofische en theologische hoek – die iets zinnigs zouden kunnen zeggen over de impact en de proportionaliteit van de maatregelen. Maar die komen niet of nauwelijks aan het woord. Wat veel mensen vermoeden, dat namelijk de maatregelen in geen enkele verhouding staan tot het probleem, kan op deze manier niet uitgewerkt worden.
Wanneer regeringen zich beroepen op ‘de wetenschap’ is het minste wat je mag verwachten, dat ze dan de breedte van de wetenschappen actief en weloverwogen inschakelen. Daar is geen sprake van. In feite vindt er de laatste maanden een triage plaats van de samenleving (het aanwijzen van de juiste zorg), door een zeer kleine groep medici, zonder dat er ook maar een poging wordt gedaan die triage enigszins te objectiveren en bijkomende schade serieus in beeld te brengen. Aan de betrokken medici valt dit niet te verwijten. De bestuurders, die zich vrijwillig beperken tot het kijken door het rietje van de virologie en epidemiologie, kunnen zich alvast voorbereiden op het verwijt van onbehoorlijk bestuur.
niet onder controle
Intussen schuiven we als samenleving door naar een volgende fase in de verwerking van de impact van COVID-19. Het kan duidelijk zijn dat de concentratie op controle van het virus geen serieus te nemen vruchten afwerpt. Het virus is niet onder controle, is dat niet geweest en gaat niet onder controle komen – wat er ook gezegd wordt. We zullen in ieder geval nog een aantal jaren te maken hebben met een meer risicovol leven dan we de laatste decennia gewend zijn.
Dat lijkt eerder tot de mensen in de straat door te dringen dan tot de beleidsmakers in Den Haag. Een groot deel van het gedrag van mensen dat van hogerhand heftig wordt afgekeurd, komt neer op de overgang naar het gaan leven met een virus dat niet weggaat. Mensen blijven voorzichtig, maar proberen niet meer ten koste van alles te voorkomen dat ze besmet worden.
Bij een blijvend virus is die krampachtigheid niet meer dan ‘uitstel van executie’ en het opgeven van menselijkheid in de tijd die je nog hebt — in de meest pessimistische variant. In de meer optimistische versie hebben mensen best door dat corona een gemene ziekte is, maar niet van de orde van de pest of de cholera. Het is precies deze overgang, van het proberen te controleren van het virus naar het vinden van een manier van leven mèt het virus, die eens te meer vraagt om het voeren van een breed maatschappelijk en breed wetenschappelijk gesprek.
Het is tijd om op te houden met het manipulerend weergeven van cijfers, en het bang maken van mensen. Het is tijd om de breedte van de wetenschappen te betrekken bij het bestuur en om systematisch op zoek te gaan naar de echte proportionaliteit van maatregelen. We hebben de betrekkelijke rust van deze zomer al te veel vergooid.
breed gesprek
Het was — en is — de tijd om na te denken over de vraag of we op deze manier nog een jaar of twee, drie willen leven. Zo ja, wat is dan de werkelijke schade, op alle terreinen. En zo nee, wat is dan een zinnige route om met kwetsbaarheid om te leren gaan? Daar is iets anders voor nodig dan de tunnelvisie die nu het beleid uitmaakt, en die zich volkomen ten onrechte voorziet van wetenschappelijke veren.