Onderweg 2 (2016) 15,35 (6 augustus 2016)
Het is ook met ketterij en dwaling maar net hoe je kijkt wat bepaalt wat je ziet. Een beetje gereformeerde kijkt voor dwalingen naar wat er verteld wordt in de kerk. Dat moet in ieder geval op het eerste gezicht passen bij wat er sinds bijna vijfhonderd jaar verteld wordt in de kerken van de Reformatie, anders zal iemand in naam van de trouwe wachters ‘Schrift en belijdenis’ alarm slaan. Het Woord moet ‘recht gesneden’ worden en het liefst ‘de volle raad Gods’ onder de aandacht brengen.
Gereformeerden zijn luisteraars, doorgaans zeer kritische luisteraars zelfs; de wacht houden over de zuiverheid van de bediening van het evangelie maakt tenslotte deel uit van het ambt van alle gelovigen. Op de schaal van orthodoxie in de zin van het juiste vertellen, scoren gereformeerde kerken doorgaans zeer hoog, zeker in hun eigen ogen.
Maar wat gebeurt er wanneer je voor dwalingen eens kijkt naar wat er gedaan wordt in de kerk? De geloofsregel van de Kerk gaat niet alleen over het vertellen. Er is ook een schaal van orthodoxie in de zin van het juiste doen in de eredienst. Daar scoren gereformeerde kerken doorgaans zeer laag op.
Bijvoorbeeld: de geloofsregel is dat in elke serieuze eredienst avondmaal wordt gevierd. Wie dat anders doet, breekt net zo goed met de geloofsregel van de Kerk als wie afstand neemt van de geloofsbelijdenis van Nicea. Dat een standaard gereformeerde eredienst niet verder komt dan een dienst van Woord en gebed is op de schaal van de orthodoxie van het doen een ketterij die qua gewicht vergelijkbaar is met het ontkennen van de godheid van Christus op de schaal van de orthodoxie van het vertellen. Het is in ieder geval in duidelijke strijd met de opdracht van Christus zelf (‘Doe dit, telkens opnieuw’) zoals die vanouds, en buiten de protestantse wereld overal, verstaan is.
Je zou verwachten dat daar toch wat meer over nagedacht en doorgepraat zou worden dan tot dusver het geval is. Of is de rechte bediening van de sacramenten toch een vijftienderangs kenmerk van de kerk, hoogstens goed voor een voetnoot voor geïnteresseerden?