Onderweg 3 (2017) 12,27 (10 juni 2017)
Zo’n openbare geloofsbelijdenis, ik vind het maar verwarrend. ’t Is feest, natuurlijk — wie is niet blij met uitgesproken vertrouwen in Vader, Zoon en Geest? ’t Is een feestje, natuurlijk — deze christelijke gemeenschap leeft, kijk maar. ’t Is feestelijk, natuurlijk — de boodschap van al die gereformeerde kerkdiensten is bij deze mensen toch aangekomen. Daar mag wel een Opwekkingslied op gezongen worden. Want hoeveel het ook over genade ging, in deze dienst blijkt dat het eigenlijk toch ging om die ene persoonlijke keuze van een mens voor God die toegang tot het zeldzame avondmaal geeft. In het land van het woord staan mensen samen eenzaam voor God. Nog een geluk als ze één voor één ja zeggen.
Hoe zal het ze vergaan? Via het deurtje van de persoonlijke keus komen ze met hun persoonlijke relatie met God het land van het avondmaal binnen. Heeft iemand ze erop voorbereid dat mensen daar werkelijk samen voor God zitten? Zullen ze merken dat de ervaring van de avondmaalsviering de ervaring van het geloof zelf symbolisch herhaalt: je kreeg het altijd al als brood doorgegeven van je buur? Zal doordringen dat wat je persoonlijk hebt en krijgt in je leven met God een cadeau voor deze vierende gemeenschap is en geen presentje voor jou? Is het mogelijk dat je ontdekt dat dit altijd ook al andersom werkte, en dat jouw persoonlijke verhouding met God van het begin af gedragen is door anderen?
Ja, dat is mogelijk, en al het gevraagde gebeurt. Zelfs in een gereformeerde kerk kun je genezen van de ziekte van de persoonlijke verhouding met God en het grote belang van jouw keuze voor Hem. Al kom je er ziek binnen, in het land van het avondmaal leeft de christelijke verhouding met God drie-enig in de vorm van een gemeenschappelijke familiemaaltijd. Dat is altijd al het geneesmiddel van het ware leven met God geweest.