Preek over Lucas 8:18
orde morgendienst
welkom
zingen: Opwekking 474
stil gebed
votum en groet
zingen: Kyrie-gebed (melodie Opwekking 328)
genadeverkondiging: Efeziërs 1:3-8a
zingen: Opwekking 60,1-4
gebed
Schriftlezing Lucas 8:1-21
preek over Lucas 8:18
zingen: Open het oog van mijn hart, Heer (bewerking Opwekking 559)
bemoediging: Romeinen 12:1-21
zingen: Liedboek 473,1.2.3.10
gebed
mededelingen
inzameling gaven
zingen: Opwekking 618
zegen
We zijn hier in de gemeente nu zomaar een half jaar bezig geweest met dit boek. Volg Mij, heet het. Het gaat over contact leggen met mensen om je heen en met hen in gesprek gaan over Jezus, over zijn goede boodschap. Vanmorgen de laatste preek die bij dit boek hoort. In het laatste hoofdstuk gaat de bijbelstudie over de gelijkenis die we net lazen, in de variant niet van Lucas’, maar van Marcus’ evangelie. Ik heb Lucas’ versie gekozen vanmorgen, voor de variatie, en omdat hij een opmerking heeft die aan het denken zet. Er waren misschien wel meer opmerkingen in wat we lazen die u aan het denken hebben gezet, maar deze haal ik er nu even uit, vers 18: Let dus goed op hoe jullie luisteren: want wie iets heeft zal nog meer krijgen; maar wie niets heeft, hem zal zelfs wat hij denkt te hebben worden ontnomen. Nog wat ingedikt tot het thema van deze dienst: Hoe luister jij eigenlijk?
Hoe luister jij eigenlijk naar Jezus? Daar gaat het tenslotte om in de gelijkenis van de zaaier. En ik denk dat je van die vraag nooit meer los komt, als je die gelijkenis een keer hebt gehoord. Ook als je Jezus gáát volgen, als je zelf ook het goede nieuws van het koninkrijk van God gaat verkondigen, als je dus, kortom, zelf ook zaaier wordt, blijft de vraag van die gelijkenis met je mee gaan: hoe luister jij zelf eigenlijk naar Jezus? In jouw antwoord vallen uiteindelijk alle beslissingen die er iets toe doen in je leven.
Hoe luister jij eigenlijk? Laten we eerst maar eens even aanschuiven bij al die mensen rond Jezus waar we net van lazen. Tenslotte zijn wij vanmorgen allemaal uit Amsterdam en omstreken bij elkaar gekomen, niet maar om dit indrukwekkende kerkgebouw te bewonderen of een beroemde dominee te beluisteren, maar om Jezus te ontmoeten. Heer, wij hebben alles achter ons gelaten om U te volgen. En hij reageerde: Welkom, neem plaats, ook voor jullie cadeaus en vrede. Er is toch al een grote menigte, jullie kunnen er nog prima bij. Ga zitten.
En dan gaat het verder: Iemand ging eens naar zijn land om te zaaien. Zaad valt op de weg, zaad valt op rotsachtige bodem, zaad valt tussen de distels, en zaad valt op vruchtbare grond. De gelijkenis van de zaaier. — Die kennen we al. Net als we stilletjes zitten te denken: best wel saai, Jezus, vertelt al tweeduizend jaar dezelfde verhalen, — wordt het stil. En over tweeduizend jaar heen roept Jezus ons wakker: ‘Wie oren heeft om te horen, moet goed luisteren!’
Wow. Hallo zeg. Gaat het over mij, of zo? Inderdaad, dat verhaal van daarnet ging over jou. Dat verhaal dat begon met ‘Iemand ging eens naar zijn land om te zaaien’, dat ging over jou. Weet je nog hoe het ging? Voordat de kinderen ervan door gingen naar hun clubs, toen Theunis hier stond en las uit de bijbel. Dat verhaal. Dat ging over jou. Als je nu al niet meer weet hoe het liep, dan is dat niet alleen jammer, maar ook een bewijs dat het echt over jou gaat. — Iemand ging eens naar zijn land om te zaaien. Terwijl hij daarmee bezig was, viel er wat zaad op de weg. Het werd vertrapt en door de vogels opgegeten. — Zoals dat gaat met ouderwets zaaien, uit de hand en niet met zo’n machine die direct alles onder schoffelt, zo gaat het ook zo vaak met luisteren: het ene oor in, het andere uit. Wat heb ik vanmorgen voor de dienst thuis ook alweer uit de bijbel gelezen?
Ja, of de variant van de al te bekende bijbelgedeelten. Je luistert niet meer, je volgt het alleen nog. En jawel, je weet best nog hoe dat verhaal ging, dat verhaal van daarnet. Iemand ging eens naar zijn land om te zaaien. Zaad op de weg, zaad op rotsachtige bodem, zaad tussen de distels, zaad op vruchtbare grond. En je dacht verder nog: zo, dat is me een serie raadselwoorden na die gelijkenis, benieuwd of-ie daar zo nog wat van gaat zeggen. En dat was het ook wel. Verder kriebelde er niets. Geen reden om extra op te letten. Misschien interessant, maar het gaat niet over mij. Zou het leuk zijn, straks na de dienst, als we koffie gaan drinken? — Wie oren heeft om te horen, moet goed luisteren! Het gaat echt over jou. Kijk maar: zaad op de weg, het ene oor in, het andere uit.
Hoe luister jij eigenlijk naar Jezus? Net als vorige week? Toen je nog dacht: dat is goed gezegd, daar kan ik wat mee, daar ga ik vanavond nog eens verder mee aan de slag — maar ja, ’s avonds had je bezoek, wat was er maandag ook al weer? Dinsdagavond, toen heb je er nog wel even aan teruggedacht, over nagedacht zelfs, dat ene bijbelgedeelte van zondag nog eens opgezocht. Maar het was al niet meer zoals het voelde in de kerk. Een explosie van vreugde werd het in elk geval niet meer, dinsdagavond. En intussen is het weer zondag. — Iemand ging eens naar zijn land om te zaaien. Terwijl hij daarmee bezig was, viel er wat op rotsachtige bodem, maar toen het opschoot, droogde het uit door gebrek aan water. Als je je nu al voor de tweede keer betrapt voelt, inderdaad, dit verhaal gaat echt over jou, over mij, over jou, ons.
Ja, maar, je weet toch wel wat ik allemaal op m’n bordje heb liggen de komende week? Ik zou niet weten waar ik de tijd vandaan zou moeten halen. Ik ben al lang blij als ik een paar minuten heb om even bijbel te lezen en te bidden. Ik ben het nu echt van plan, ik zie nu weer heel goed hoe belangrijk het is, bidden, bijbel lezen, met elkaar erover praten. — Kalm, ik verwijt je niets. Je moet zelf weten wat je doet. Jij komt toch naar mij, naar Jezus, luisteren? Nou ja, wat wil je dan? Als je een lamp hebt aangestoken doe je hem toch ook niet meteen weer uit? Maar als ik je zo hoor, het lijkt er op dat er behoorlijk wat distels in je leven staan. Hoe ging het ook al weer?: Ander zaad viel tussen de distels, en toen de distels opschoten verstikten ze het. Ja, klopt, gaat over jou.
Maar goed, misschien zit je intussen wel heel anders op je stoel. Het zou best kunnen dat je al even zit te bidden. Kan prima onder het luisteren. Laten we zeggen iets als: Heer, open het oog van mijn hart, net als die keer toen uw liefde voor mij echt tot me doordrong, toen ik echt besefte, Heer, bij U gaat alles goed komen, U gaat alles heel maken, recht zetten, ook in mijn leven, en toen ik er mee aan de gang ging toen bleek het ook nog: ik kan wel goed reageren op haar, U gebruikt mij voor anderen, en wat ziet de wereld er anders uit als U bij me bent… Wat U zei, Heer, geen idee dat er zoveel in zou kunnen zitten. — Ja, goed hè? En reken nog maar op veel meer: honderdvoudige vrucht, de maximaal mogelijke oogst uit een graankorrel, en dan nog meer. Want dit verhaal wil ook echt over jou gaan.
Hoe luister jij eigenlijk naar Jezus? Als je Jezus hebt horen vertellen over die man die naar zijn land ging om te zaaien en hoe dat verder ging — en als je Jezus hebt horen roepen, ook naar jou: Wie oren heeft om te horen, goed luisteren! — dan is dat de vraag die met je meegaat. En die vraag gaat echt mee. Ik bedoel maar: je kunt hem hier en nu niet beantwoorden, hoe graag je dat misschien ook zou willen. Hoe actief je hier nu ook zit te luisteren, hoe je ook probeert je open te stellen voor Jezus, wat voor goede voornemens er nu ook allemaal door je hoofd gaan — hoe dit verhaal van Jezus in jouw leven verder gaat, dat weet je nu gewoon nog niet. Je weet hoe het goed afloopt: dat is als jij vruchtbare grond blijkt en vrucht in je leven ontdekt, ontvangt. Maar ja, wanneer blijkt dat? Niet nu, maar later, straks, morgen, komende week, de rest van je leven, vul maar wat in. Niet nu.
En net zo goed andersom: hoe ongeïnteresseerd je er hier nu ook bij zit, hoeveel er vanmorgen langs je heen gaat, hoeveel afstand je nu ook van Jezus probeert te houden — hoe hard je ook solliciteert naar de rol van weg waar het zaad weggepikt wordt en vertrapt — het blijkt pas later welke rol je hebt gekregen. Voor hetzelfde geld groeit uit dat minieme mosterdzaadje van een verdwaald woord uit deze dienst vanmorgen over dertig jaar een boom van vertrouwen op God. Hoe luister jij eigenlijk naar Jezus? Die vraag gaat met je mee, je leven in. Daar wordt deze gelijkenis vervolgd. En niets dat nu nog verborgen is blijft geheim; alles wat verborgen is zal bekend worden en aan het licht komen.
Je merkt intussen al hoe die raadselwoorden van Jezus hier in Lucas bij dat verhaal over die zaaier horen. Hoe zij ook over jou gaan, net als dat verhaal zelf. Wie een lamp heeft aangestoken dooft hem niet meteen weer, of verstopt hem. Dat is pas echt gek. Dus als je de moeite neemt om naar Jezus te komen luisteren is het ook gek om dat je ene oor in en je andere weer uit te laten gaan. En hoe jij luistert, welke rol jij in de gelijkenis speelt, dat blijkt vanzelf, dat gaat onontkoombaar uitkomen in je eigen leven: alles wat nu nog verborgen is zal bekend worden en aan het licht komen. Let dus niet maar nu in de kerk even op hoe je naar Jezus luistert, maar blijf dat doen. De vraag gaat echt met je mee, zoals Jezus zelf met je mee gaat en het goede nieuws over het koninkrijk van God met je mee gaat. Als je naar Jezus bent komen luisteren is dat niet maar iets voor één keer en dan klaar, en dan weet je het wel. Nee, het wordt leven, en beweging. Bij Jezus blijft altijd alles in beweging.
Hoe dit verhaal van die zaaier op jouw en mijn leven past, dat blijft eigenlijk ons leven lang open, nietwaar? Kijk terug op je leven met God en je luisteren naar Jezus, en je kunt, denk ik, jezelf in alle rollen terugvinden. De weg, het ene oor in, het andere uit — rotsachtige bodem, goede start, maar niks van terecht gekomen — distels, hoe het evangelie langzaam maar zeker uit je leven weggeduwd kan worden — en hoe sterk het kan zijn, hoe vruchtbaar, hoe goed het kan zijn in je leven met God, met Jezus. Kijk terug en je vindt het. Maar wat wordt eens jouw echte rol? Waar zul jij blijken een plek te hebben gekregen in deze gelijkenis? Niemand van ons kan het nu zeggen. Leven met Jezus is nooit klaar en een gegeven. Het blijft altijd open en spannend. Wie weet wat het gaat uitwerken, naar alle kanten. Ook als je Jezus gaat volgen en zijn evangelie gaat doorgeven, als je zelf ook zaaier wordt, geef je dat opene en spannende door. Wie weet wat het gaat uitwerken, dat woord dat je sprak, die hulp die je gaf? Ik weet het niet bij deze preek, jij weet het niet bij wat jij zaait. Het is aan jou nu, en het is aan die ander dan. Je moet ook echt komen. Jezus spreekt in gelijkenissen opdat ze ziende niet zien en horende niet begrijpen, omdat mensen echt zelf in beweging moeten komen. Dat is wat gelijkenissen afdwingen: je moet zelf komen en dan blijkt of je wilt of niet, dan blijkt je hart. Maar er is in ieder geval nooit reden om te denken dat het wel niks zal worden. Zolang er leven is, is er hoop, en reden om veel van God te verwachten. Want Jezus zelf gaat met je mee en zijn evangelie gaat met je mee, en ook met die ander. Wat het zaad zal uitwerken, dat gaat blijken. Het is goed zaad, uitstekend.
Het is ook is allemaal niet toevallig zo. Dit is echt helemaal verbonden met Jezus en met de goede boodschap die hij brengt. En dat verklaart tenslotte ook de laatste regel in die raadselspreuk hier in vers 18: wie iets heeft zal nog meer krijgen, maar wie niets heeft, zelfs wat hij denkt te hebben zal hem worden ontnomen. Laten we daar nog even extra naar kijken. Wat was het goede nieuws waar Jezus mee het land doortrok? Lucas zegt: dat was het goede nieuws over het koninkrijk van God. Het goede nieuws dat God nu als koning gaat optreden ook. Je zou het heel kort kunnen samenvatten als: nu gaat alles goed komen, alles. Gods volk gaat gered worden, de wereld gaat recht gezet worden, wat kapot is wordt hersteld, wat ziek is wordt genezen, wat slecht is wordt vergeven, er gaat een echt serieus goede wereld komen. En Jezus gaat dat doen. In Jezus treedt God zelf op. Hij gaat alles goed maken, ook voor jou en met jou en in jou. Dat is wat aan het gebeuren is. En in het geheel van de bijbel kun je daar nog bij zeggen: kijk maar naar Jezus. Hij is opgestaan, hij is naar de hemel gegaan, hij is bezig om alles goed te maken. Als hij het oog van ons hart opent zien we hem stralend in het licht van zijn glorie. En dat is een belofte. Zoals hij, zo zullen wij zijn als we op hem vertrouwen. Stort uit uw liefde en kracht, Heer, nu al, dan zullen wij en nog veel meer mensen op U kunnen vertrouwen en uw doel bereiken. Alles gaat goed komen. De goede boodschap van het koninkrijk van God.
Maar dat doel hebben we nog niet bereikt. We zijn nog onderweg. Waar het nu op aankomt is op Jezus blijven letten, de goede boodschap dat alles goed komt blijven koesteren en stand houden midden in het leven van nu, dat nog niet goed is, nog niet af, nog hinkt en kreupelt, in een wereld waarin nog steeds het kwaad heerst en waar van alles fout gaat. Waar het nu op aankomt is bezig blijven met Jezus, met zijn beloften, met zijn gaven. Wat het nu op aankomt is blijven bidden, blijven luisteren, er met elkaar over praten, elkaar aansporen de moed niet te verliezen, elkaar in beweging houden, elkaar helpen in woord en daad, zo vaak mogelijk avondmaal vieren en zo samen alvast te beginnen met het goede leven dat Jezus eens volmaakt zal brengen. — Het zaad in de vruchtbare grond, dat zijn zij die met een goed en eerlijk hart naar het woord hebben geluisterd, het koesteren en door standvastigheid vrucht dragen. — Dát hoort bij Jezus, dát hoort bij zijn evangelie. Niet het evangelie dat er nu van alles getoverd wordt, maar het evangelie dat alles goed komt.
En de regel die Jezus daaraan verbindt, de voordeelregel en de oordeelregel van zijn koninkrijk is: als je daar mee bezig bent, zul je steeds meer krijgen, steeds meer ontdekken, steeds meer ervaren van wat ik geef, nu al, vandaag, morgen in dit leven hier, en eens volmaakt. Maar als je daar niet mee bezig bent, zal het je tussen de vingers door blijken te lopen: zelf wat je denkt te hebben. En ik denk zo: dat weten we allemaal uit ervaring. Iedereen die zich herkende in die verschillende rollen in de gelijkenis weet ook dat dit precies hiermee te maken heeft: let op hoe je luistert. Blijf je luisteren, blijf je bezig met Jezus, blijf je bidden om hem te zien, of niet. Houd op met leven met Jezus in een praktisch ritme en het blijkt plotseling weg, dat geloof van je. En andersom: hoe meer je ermee bezig gaat hoe meer het blijkt te zijn al. Je leven lang blijft dat in beweging. Dat is wat Jezus wil. En het moet de kant op van vruchtbare grond. Wat je definitieve plek is, ik weet het niet. Wat de plek is die Jezus je wil geven, dat weet ik wel.
En daarom is het maar goed dat Jezus ons niet een voor een aanspreekt, los, email van Jezus, en dat is het dan, maar samen. Daarom is het maar goed dat we niet op onszelf worden teruggeworpen maar dat we op elkaar worden aangewezen. Daarom is het maar goed dat jij bij Jezus altijd welkom wordt geheten in een menigte en ook weer op een menigte anderen wordt aangewezen. Dat jij ook zaaier wordt en dat je andere mensen tegenkomt die zaaier voor jou zijn, daar zit het leven van Jezus’ Geest in. Mensen die je nog weer een keer stil zetten, nog weer een keer erbij bepalen: alles gaat goed komen, echt, kijk maar naar Jezus. Die je meenemen in gebed: open het oog van mijn hart, Heer. Die je helpen in de bijbel te lezen, erover doorpraten, die hun leven delen met jou. Die telkens weer hun leven met Jezus uitwisselen. Dat ‘we’ zo erop letten dat ‘we’ in beweging blijven. Dan merk je telkens weer om wie het werkelijk gaat, uit wie alles hier voortkomt: Jezus zelf, die rondging in Israël om te vertellen het goede nieuws van het koninkrijk van God: alles gaat goed komen, voor jou, voor mij voor iedereen die maar wil. Kijk maar: hij is er al en hij is er nog mee bezig.
Hoe luister jij? Hoe blijf jij luisteren? Dat is de vraag waar je nu niet meer van af komt. En gelukkig is er ook een goed antwoord, waar je ook niet meer van afkomt als je de gelijkenis gehoord hebt. De enige manier waarop het verhaal goed afloopt. Laten we samen gaan doen wat dat goede antwoord is: bidden en zingen, in één moeite door: Open het oog van mijn hart, Heer. Ik wil U zien.
gehouden in: Amsterdam-ZW, 3 juli 2011
tekst Kyrie-gebed
Heer, ontferm U over ons.
U leeft en U regeert.
Christus, onze Heer,
geef vrede hier.
Wij buigen neer en
roepen tot U, Heer.
O Heer, ontferm U over ons.
Ontferm U, Christus, over ons.
O Heer, ontferm U over ons.
Heer, niemand is als U.
U weet het allemaal, alles waar we bang voor zijn dat ooit iemand het zal ontdekken. U weet het, en U roept ons als angstige kinderen bij U. Heer, U bidden wij eerbiedig:
O Heer, ontferm U over ons.
Ontferm U, Christus, over ons.
O Heer, ontferm U over ons.
Heer, niemand is als U.
U vangt ons leven op, verbonden als het is met het leven van al die mensen om ons heen. U weet het, we zijn medeplichtig. Nooit kunnen we zeggen dat wij er niets mee te maken hebben. Heer, U bidden wij eerbiedig:
O Heer, ontferm U over ons.
Ontferm U, Christus, over ons.
O Heer, ontferm U over ons.
Heer, niemand is als U.
Als we uw goedheid en grootheid en trouw en liefde en toewijding zien, voelen we onszelf best wel staan met al die kleinigheden waar wij goed in zijn, en groot, en trouw, en liefdevol, en toegewijd. Het is toch allemaal anders dan we dachten. Heer, U bidden wij eerbiedig:
O Heer, ontferm U over ons.
Ontferm U, Christus, over ons.
O Heer, ontferm U over ons.
Heer, niemand is als U.
Wij zijn hier voor U ook namens al die andere mensen hier in de buurt, in de stad. We danken U met al de mensen die U nooit danken, en we bidden U ook namens al de mensen die U nooit iets vragen: Heer, U bidden wij eerbiedig:
O Heer, ontferm U over ons.
Ontferm U, Christus, over ons.
O Heer, ontferm U over ons.
Heer, niemand is als U.
In onze adem voelen we uw leven. U geeft het ons, adem in, adem uit. Zo staan we hier als onderdeel van heel uw schepping, in pracht en en lijden, in kracht en in tekort. En Heer, U bidden wij eerbiedig:
O Heer, ontferm U over ons.
Ontferm U, Christus, over ons.
O Heer, ontferm U over ons.
Open het oog van mijn hart, Heer
alternatieve Nederlandse tekst voor Open the Eyes of My Heart, Lord (Paul Baloche, vgl. Opwekking 559)
Open het oog van mijn hart, Heer,
open het oog van mijn hart.
Ik wil U zien, Heer.
Ik wil U zien, Heer.Open het oog van mijn hart, Heer,
open het oog van mijn hart.
Ik wil U zien, Heer.
Ik wil U zien, Heer,bekleed met majesteit en macht,
stralend in het licht van uw glorie.
Stort uit uw liefde en kracht,
want U bent heilig, heilig, heilig.Open het oog van mijn hart, Heer,
open het oog van mijn hart.
Ik wil U zien, Heer.
Ik wil U zien, Heer.Open het oog van mijn hart, Heer,
open het oog van mijn hart.
Ik wil U zien, Heer.
Ik wil U zien, Heer,bekleed met majesteit en macht,
stralend in het licht van uw glorie.
Stort uit uw liefde en kracht,
want U bent heilig, heilig, heilig.(twee keer herhalen)
Heilig, heilig, heilig,
hoor ons’ heilig, heilig, heilig.
U bent heilig, heilig, heilig.
Ik wil U zien, Heer.Heilig, heilig, heilig,
heilig, heilig, heilig,
U bent heilig, heilig, heilig.
Ik wil U zien, Heer.(vijf keer herhalen)