Preek over 1 Johannes 4:10
orde avonddienst
welkom
zingen: Opwekking 194
zingen: Psalmen voor Nu 145
stil gebed
votum en groet
zingen: Psalm 121
gebed
Schriftlezing 1 Johannes 4:7-16
preek over 1 Johannes 4:10
zingen: Today (Brian Doerksen)
huwelijksbevestiging Henk en Henrike
zingen: Opwekking 602
gebed
inzameling gaven
zingen: Opwekking 609
zegen
Echt woorden, echte uitspraken brengen werk met zich mee. Ze roepen daden op en sturen het leven. We noemen woorden grote woorden of kleine woorden, net naar de hoeveelheid werk die ze oproepen, naar hoeveel consequenties er aan zitten. Ik ga even boodschappen doen, dat is nog maar klein. Een contract tekenen om voor een aantal jaren ergens te gaan werken is al een stuk groter. Een trouwbelofte zoals jullie die vandaag uitspreken valt onder de echt grote woorden. Niemand van ons weet wat daar allemaal achter vandaan zal komen, ook jullie zelf niet. Maar dat die belofte-woorden werk mee brengen, dat is zeker.
Daarom is het goed die grote woorden vanavond in de kerk in verband te zetten met het grootste woord dat in mensenmond klinken kan: goddelijke liefde. Het wezenlijke van de liefde is niet dat wij God hebben liefgehad, maar dat hij ons heeft liefgehad en zijn Zoon heeft gezonden om verzoening te brengen voor onze zonden. Het grootste woord noem ik dat, omdat het zindert van werk, van leven, van activiteit, onoverzienbaar ver, naar alle kanten. Bij je huwelijk tegen elkaar en tegen iedereen die het horen wil, zeggen: het wezenlijk ook van onze liefde is dat God ons heeft liefgehad – dat is iets als je huwelijksbootje in een enorme bruisende stroom zetten, en zien waar je komt, open, ontvankelijk, trouw, taai, solidair, actief, samen. Want jullie weten het, nietwaar, een huwelijksbootje is een roeiboot, waarbij ieder één roeispaan heeft.
Echte woorden brengen werk met zich mee. Ook een huwelijk blijft alleen maar de moeite waard als je er werk van maakt. En het mooiste woord, het rijkste woord, loopt leeg, en wordt hol en koud, als er geen daden meer bij komen kijken. Liefde is geen emotie en meer niet. Liefde is iets van heel de mens. We worden er helemaal bij ingeschakeld. En dat is prima ook. Er is een bron van leven, echt samen leven vlak bij de hand: het wezenlijke van de liefde is dat God ons heeft liefgehad. Zo kunnen ook jullie vrolijk vandaag onder Gods ogen tegen elkaar zeggen: ik hou van jou, ik ben van mijn lief en mijn lief is van mij. Dat brengt in ieder geval drie soorten werk mee: dat je er aan werkt om dicht bij God te leven, om dicht bij elkaar te leven, en om dicht bij andere mensen te leven.
Er aan werken om dicht bij God te leven, dat is het eerste. Natuurlijk, in de kerk beginnen we altijd met God. Maar dat is niet voor niets. Ook in werkelijkheid begint alles met God. En zeker als het om liefhebben gaat begint alles met Hem. Het hoort nu eenmaal bij liefhebben, bij echt houden van, dat je dat alleen maar leren kunt doordat iemand anders van jou houdt, jou liefheeft. Dat mensen überhaupt van elkaar houden kunnen, dat is ooit bij God zelf begonnen, God de Schepper, die uit liefde mensen maakte en hun vertrouwen schonk, verantwoordelijkheid gaf. En ook dat mensen echt en desnoods ondanks alles van elkaar houden kunnen is uiteindelijk bij God begonnen. Meteen al in zijn reactie op de schending van vertrouwen en verantwoordelijkheid in het oude paradijs. En dat is nergens meer duidelijk geworden dan in de zending van zijn enige Zoon in de wereld om ons door hem het leven te geven.
Echte woorden brengen werk met zich mee. Dat geldt voor God net zo goed. Nee, dat betekent niet: God moet wel, want hij houdt nu eenmaal van ons. Dan mis je precies de kern: het grote, onvoorstelbare wonder dat God van mensen zoals wij houdt als heel de God die Hij is, Vader, Zoon en Geest. Juist bij God zie je dat liefde geen emotie is en meer niet. Het typeert Hem als de complete God die Hij is. God is liefde. Dat is geen gegeven, dat is een wonder, en dat maakte God onnavolgbaar concreet in de zending, in de komst van Jezus Christus, onze Heer. En dat is de bron van alle liefde op aarde, of mensen dat nu erkennen willen of niet.
Laten wij het ons maar heel bewust maken: wat echte liefde, echt houden van is, dat leren we van de liefde die God voor ons heeft, van de manier waarop God van ons houdt. En wil dat echt effect op ons hebben, een bron van leven en liefde in ons eigen bestaan worden, dan moeten we God heel dicht bij ons laten komen.
Dichtbij. Dat hoort bij liefde, nietwaar? We kunnen alleen maar houden van wat, van wie dichtbij ons is. Wanneer we afstand van elkaar houden kunnen we elkaar best waarderen en welwillend benaderen, maar niet van elkaar houden. Je kunt niet van ‘mannen’ houden, of van ‘vrouwen’. Pas als er een echt levend mens voor je staat en je die echt ziet, kun je ook van die ander gaan houden, en kan die ander van jou gaan houden. Echte liefde veronderstelt altijd dat je een ander heel dichtbij hebt laten komen, dichtbij je zelf. Trouwens, even terzijde, echte haat veronderstelt dat ook. Je kunt geen ‘mensen’ haten, alleen maar bepaalde mensen.
Johannes heet de apostel van de liefde, en dat is hij, lijkt me, omdat hij de leerling van de intimiteit is geweest, heel dichtbij. Hij heeft God leren kennen in Jezus, en hij heeft Jezus heel dichtbij laten komen, dichtbij zijn hart: wij hebben de liefde leren kennen die God voor ons heeft, zegt hij, en wij geloven erin. Leren kennen, heel dichtbij, heel concreet. Zo dichtbij en concreet dat hij er geen vlot verhaal over kan vertellen. Woorden schieten te kort. Alles wordt aanduiding van een immens té groot, té indrukwekkend, té dichtbij. Johannes heeft niet rondgekeken, maar aangekeken, en geproefd en getast, en hij werd geliefd, en hij kreeg lief.
Goed, Henk, Henrike, hier vanavond voor God zeggen: wij hebben lief en willen blijven liefhebben, is een woord dat in de eerste plaats dit werk meebrengt, dat jullie samen Johannes daarin volgen willen: God, Jezus heel dichtbij laten komen, samen bijbel lezen, ja, en ook samen tot je door laten dringen hoe Jezus daarin voor je staat, samen bidden, ja, en ook samen daarin je hart openen voor God en voor elkaar. Dan mag je het steeds weer ontdekken: Liefde betekent niet dat wij God hebben liefgehad, maar dat hij ons heeft liefgehad en dat hij zijn Zoon heeft gezonden als verzoening voor onze zonden. Dat hij van jullie, van ons houdt, dat leert en stimuleert ons om van elkaar en van anderen te houden. Er is niets wat je huwelijk meer ondermijnt dan dit werk niet meer, of op een oppervlakkige manier te doen. Er is niets wat je huwelijk meer steunt en kleur geeft dan samen dicht bij God leven.
Daarmee zijn we vanzelf ook bij dat tweede, dat bij liefde, bij houden van hoort, dat je er werk van maakt om dicht bij elkaar te leven. Ik zei net al: wij kunnen alleen maar houden van wat, van wie dicht bij ons is, en geliefd worden door mensen die dicht bij ons zijn. Dicht bij, dat bedoel ik natuurlijk ook letterlijk: vlak bij elkaar. Maar gelukkig kun je, ook als je elkaar even of zelfs een tijd lang niet kan zien, op allerlei manieren nog dicht bij elkaar leven. En die laatste betekenis is eigenlijk de belangrijkste. Op elkaars lip zitten betekent tenslotte ook wel eens irritatie. En zelfs op elkaars schoot zitten gaat vervelen als je niet met heel je persoon dicht bij elkaar bent.
En ik bedoel daar nu, tegen de achtergrond van Johannes, even wat meer mee dan wat iedereen zo wel weet: dat echte geheimen voor elkaar hebben je relatie vernielt, en dat liefde alleen kan overleven in een sfeer van openheid, eerlijkheid en wederzijdse trouw. Ik zei net: je leert zelf liefhebben doordat iemand van jou houdt. Nou, het lijkt me dat dit betekent dat je dan ook op die manier leert liefhebben als die ander het jou heeft gedaan. Dat zie je in het leven om je heen achter elkaar gebeuren: bijvoorbeeld mensen die zijn groot geworden met liefde-op-voorwaarden (ik hou van je als je je best doet, dit bereikt, dat uitvoert, enz.), ze houden heel vaak op net zo’n manier van anderen. Hoe dat ook zij, dit geldt ook hier, dat wij van God leren liefhebben op dezelfde manier als Hij ook ons liefheeft.
En wat is die manier dan? Nou, kijk maar weer in Johannes: Hij heeft zijn enige Zoon in de wereld gezonden om ons door hem het leven te geven. Waar wij afstand van God genomen hadden, heeft hij ons weer opgezocht. De verwijdering tussen hem en ons heeft hij, helemaal zelf, overbrugd, ongeacht wat wij uitgevreten hadden, en ongeacht wat er zoal in een mensenhart huizen kan. Gods liefde is een liefde die geeft, en die blijft geven, en die zijn gaven thuisbrengt, heel dicht bij, tot in ons hart toe.
Als je dat tot je door laat dringen krijgt dicht bij elkaar leven nog een heel extra diepgang. Ook de diepgang van steeds weer elkaar opzoeken en het hart van de ander zoeken, ook de diepgang van je niet groot houden voor elkaar, ook de diepgang van irritaties overwinnen en elkaars zonden vergeven. Ook de diepgang van samen uithuilen en opnieuw beginnen. En wat is dat intens de moeite waard. Ja, de moeite, best. Liefde is een groot woord, waar heel veel werk achter vandaan komt. Maar het is goed werk, waar je als mensen samen beter van wordt.
Zo kun je niet alleen je hoop en je verlangens delen, en je idealen, maar ook je wanhoop en je afschuw, je teleurstelling en je verdriet, zonder dat je er bitter van wordt of gefrustreerd. Zo kun je voor elkaar zorgen omdat je elkaar echt kent, en weet wat goed is voor de ander. Gods liefde is een liefde die geeft, heel dichtbij. Wie in die liefde leeft, en dus net zo geeft, heel dichtbij, elkaar opzoekt en vindt, heel dichtbij, die heeft God echt leren kennen, en in dezelfde beweging door die ander ook.
Goed, ik ga niet veel meer zeggen over dat derde, dat het ook zal gaan om er werk van te maken dicht bij anderen te leven. Het hoort net zo goed bij de liefde die God voor ons heeft, die die Hij ons leert. Johannes zegt het, met zoveel woorden, als God ons zó, en dat betekent: op die manier, heeft liefgehad, moeten we ook elkaar liefhebben. En daar zijn geen grenzen aan. Ik had het aan het begin niet voor niets over een grote bruisende stroom, waar je je huwelijksbootje inzet, en waarin je echt niet weet waar je uit zult komen. Dit weet ik wel, wie zich door God laat mee nemen die komt allerlei mensen tegen die hij uit zichzelf nooit had opgezocht of gekend. En wie God heeft leren kennen in zijn liefde voor ons, die kan aan die mensen niet voorbijgaan.
Eén mogelijk misverstand noem ik nog wel. Allerlei mensen die we tegenkomen doen een appèl op ons. We kunnen ze niet allemaal helpen, zeker niet op dezelfde manier. Dat weet God ook wel. Hij leert ons niet om iedereen maar te geven waar hij of zij om vraagt. Hij leert ons een liefde die geeft, die opzoekt. Maar Hij leert ons tegelijk een liefde die heel bewust geeft, die afwegingen maakt en verantwoordelijk is. God geeft, maar hij laat zich niet gebruiken. Echte liefde geeft, maar laat zich niet gebruiken.
Daar heb je het dus over met elkaar, als man en vrouw, en trouwens ook in de gemeente, denk ik, als broeders en zusters. We hebben vrienden, familie, bekenden, buurtgenoten, collega’s, broeders en zusters in de kerk, we hebben clubs, organisaties, taken her en der. Als je je daar door laat leven kost het je gezondheid of je huwelijk of… Daarom is het goed te beseffen dat je als je iemand helpt, liefde met daden, dan iets geeft. En vraag je maar af of je dat inderdaad te geven hebt, of dat goed is, of je daar anderen niet mee te kort doet.
Zo komen alle drie de punten bij elkaar. Logisch, ze horen bij elkaar in de ene liefde die we van God leren. Zeg voor God: wij willen liefhebben, houden van elkaar en van anderen, en daar komt werk achter vandaan. Liefde is een echt woord, een echt groot woord. Wie dat werk ook doet ontdekt dat het ook een groots woord is dat duidt op de grootste werkelijkheid in mensenlevens. Want het wezenlijke van de liefde is niet dat wij God hebben liefgehad, maar dat hij ons heeft liefgehad en zijn Zoon heeft gezonden om verzoening te brengen voor onze zonden. Amen.
gehouden in: Amsterdam-ZW, 15 oktober 2009