Preek over Lucas 22:29-30
orde morgendienst
votum en groet
zingen: Psalm 116,1
lezen Tien Geboden
zingen: Psalm 116,3
gebed
Schriftlezing Lucas 12:22-40
zingen: Psalm 116,7
preek over Lucas 22:29-30
zingen: Psalm 116,8.10
avondmaalsviering
zingen: NGK 139,4
tafel 1 Schriftlezing Lucas 10:21-24 zingen: NGK 139,5
tafel 2 Schriftlezing Lucas 13:23-30 zingen: NGK 139,6
inzameling gaven
zingen: Liedboek 293
zegen
Ik heb zo het gevoel dat we samen best wat ontspanning kunnen gebruiken bij ons Heer. Laten we die vanmorgen dan ook eerst eens zoeken. En denk er dan maar aan: wat is er nu meer relaxt dan thuis komen en de tafel al gedekt vinden, alles klaar? Je hele dag wordt er anders van, of je weet dat je eerst nog boodschappen moet doen, eten koken en de tafel dekken, of dat je weet dat je als je thuis komt kunt aanschuiven en je benen strekken onder de tafel. Er wordt voor je gezorgd. Dat leeft heel anders dan dat je steeds maar voor jezelf moet zorgen.
Met dit beeld staan we in het hart van het christelijk geloof. Heel ons christenleven wil daardoor getypeerd worden, dat we leven in het besef dat voor ons gezorgd is, en dat we niet zelf voor onszelf hoeven te zorgen. En het is dan ook heel typerend dat we ons christenleven regelmatig vieren aan een gedekte tafel in de kerk. Je mag komen en aanschuiven en je benen strekken onder de avondmaalstafel. Alles is al klaar. Neem, eet maar, drink maar. Genade als maaltijd.
Nergens kun je relaxter leven dan bij de Here Jezus. Hij heeft het ons zelf met zoveel woorden gezegd. We hebben ervan gelezen in Lucas 12. Maak je geen zorgen, jullie Vader weet wat je nodig hebt. Maak je geen zorgen, deel wat je hebt, geef weg wat je over hebt. Oppotten is niet nodig. Maak je niet druk, want jullie Vader heeft jullie het koninkrijk willen schenken. Relax, want de wereld in zijn huidige vorm gaat voorbij, en dan is het tijd om feest te vieren in een nieuwe wereld. Er wordt al voor jullie gedekt: meer dan genoeg te eten en te drinken in mijn Koninkrijk.
Vrees niet, want jullie Vader heeft jullie het koninkrijk willen schenken Dat vers uit hoofdstuk 12 komt terug in Lucas 22, aan de avondmaalstafel. Het komt terug in wat je de instellingswoorden van het nieuwe verbond zou kunnen noemen: Ik bestem jullie voor het Koningschap, Ik geef jullie plechtig, bij wijze van testament, het Koninkrijk. Ik ga sterven, maar Ik laat jullie mijn Koninkrijk na. Die hele nieuwe wereld van vrede en gerechtigheid, die telkens weer getekend wordt onder het beeld van een groot feestmaal, die werkelijkheid nu al van Geest en kracht, ze wordt hier plechtig geschonken. Het is Jezus’ gave voor iedereen die in Hem gelooft. Je schuift aan aan een gedekte tafel.
Op dát evangelie van het nieuwe verbond in Jezus’ bloed heffen we zo meteen aan tafel de beker. Dát vieren we. En eindeloos ont-spannend klinkt Jezus’ genadewoord: gedenk en geloof, tot een volkomen verzoening van àl onze zonden. We vieren dat wij ons geen zorgen hoeven te maken omdat onze Vader ook ons zijn Koninkrijk heeft willen schenken. Hoor het Jezus maar zeggen in onze tekst. Het wil ook voor ons gelden. We mogen er van genieten in het geloof aan de verzoening van ons kwaad, in de hoop op het eten en drinken in Gods Koninkrijk, en in een nieuw leven van liefde nu. We mogen aanschuiven aan een gedekte tafel. Er wordt voor ons gezorgd.
Dat is zó omvattend dat we er maar moeilijk aan kunnen wennen, geloof ik. We vertrouwen het zo maar niet helemaal. Je mag naar voren komen, zo meteen, en blij zijn, want het gaat om de volkomen verzoening van al onze zonden waar wij niets voor hoeven te doen. Je mag zo aanschuiven. Maar voor we het weten sluipt de nadruk weer naar achteren in die zin, en horen we vooral dat het om de verzoening van al onze zonden gaat. En is er dan niet van alles op te ruimen en te doen? Ja, natuurlijk, en je moet je ook nog goede voornemens maken over al Gods geboden, en zo. En kijk toch eens, daar zijn we stilletjes bij ons zelf weer bezig om een complete tafel te dekken: hier moeten wij nog eerst voor zorgen en daar voor.
Maar zo werkt het niet. Dan blijft het altijd maar een ernstige en zenuwachtige boel hier voor in de kerk. En zo werkt het in de bijbel ook niet. De discipelen zitten net weer eens te bakkeleien over wie er wel de eerste onder hen was als Jezus hun zijn testament in handen geeft. En al die goede voornemens van Petrus, net in de verzen erna, ze eindigen bij het kraaien van een haan. ‘Als je eenmaal tot inkeer bent gekomen, moet jij je broeders sterken’, krijgt hij te horen. En toch hoort hij nu al: ‘hierbij legateer ik jullie mijn rijk.’
Bij Christus is altijd de tafel al gedekt. Je mag thuis komen en aanschuiven. Nee, jij hoeft niks. Laat nu eens voor je zorgen, en houd op als maar je leven in eigen hand te houden. Laat nu je zonden eens vergeven, en houd op te zeuren over wat er allemaal verkeerd gegaan is. Laat nu je leven eens bevrijden, en houd op te mekkeren over wat mensen jou allemaal wel niet hebben aangedaan. Laat nu je zorgen eens je zorgen, laat eens los, houd eens op met dat eindeloze geroep ‘dit is van mij’ en ‘dat is voor mij’. Geniet nu eens van dit avondmaal vanmorgen. Dat hoort bij het evangelie. Het is genade als maaltijd.
Echt als maaltijd die voor je klaar gemaakt is, door Jezus’ lijden en opstanding. En we lopen echt voor gek als we dat vergeten, en bij God, bij Jezus komen aanlopen, met onze armen vol. Dit hebben we geregeld, dat hebben we in onze handen geduwd gekregen, de laatste pakjes hebben we nog net vóór sluitingstijd kunnen kopen, en nu gaan we eens een lekker vroom potje koken van dankbaarheids-bouillon met goede-werken-rapen, gekruid met een traantje berouw en als bijgerecht een luchtig sausje van goede voornemens. We komen vingers en armen tekort om alle tasjes te dragen. En wat horen we? ‘Ha, ben je daar eindelijk? Schuif eens lekker aan. Neem maar, eet maar, drink maar. Als je goed proeft, smaakt het al naar mijn Koninkrijk.’
Als je dat werkelijk voor je ziet, dan komt de schaamte vanzelf wel, en allerlei nieuwe goede voornemens groeien vanzelf op in je hart, maar de kramp is er uit, niet? Je kunt de boel eens aan de kant gooien in je leven, en eens lekker voor je laten zorgen. Ik bestem jullie voor het koningschap. Volkomen verzoening van al onze zonden. Heerlijk. Daar gaan vanzelf je handen van open, ont-spannen. En dat hebben we zó nodig, dat die handen van ons, die zich haast vanzelf dicht-klauwen: van mij! voor mij!, dat die open gaan en iets kunnen ontvangen. Relax, want de wereld in zijn huidige vorm is aan het voorbijgaan. Relax. Avondmaal vieren hoort daar bij. Het is Gods massage voor onze armen. Telkens weer mogen we het oefenen: ont-span, ont-vang, gedenk en geloof: schuif maar aan, er is al gedekt, de maaltijd is al opgediend. Jezus’ leven voor ons leven voedt je tot koningschap in zijn Koninkrijk. Amen.
gehouden in: Loenen-Abcoude, 12 maart 2006
Utrecht-NW, 16 april 2006
Driebergen-Rijsenburg, 6 december 2009eerdere versie gehouden in: Loenen-Abcoude, 5 september 1999