Preek over Matteüs 20:1-16
orde morgendienst
orgelspel
intochtslied Lb 273 (Loof God, die zegent al wat leeft)
welkom, aansteken paaskaars, stil gebed
zingen Lied van het licht
mededelingen
votum/bemoediging en groet
zingen Halleluja
drempelgebed
… zo bidden wij …
zingen Lb 305 (Alle eer en alle glorie)
Schriftlezing OT Jona 3:10-4:11
zingen Lb 145,1.3 (O Heer, mijn God, Gij koning van ’t heelal)
Schriftlezing NT Matteüs 20:1-16
zingen Acclamatie
verkondiging
interludium
inzameling gaven
zingen Lb 718 (God die leven hebt gegeven)
voorbeden, stil gebed, Onze Vader
zingen Lb 146c,1.5.6.7 (Alles wat adem heeft love de Here)
zegen
Geliefden in Jezus Christus, onze Heer,
Het is echt zo’n vraag die blijft hangen na de lezing: Zet het kwaad bloed dat ik goed ben? Zijn jullie nu boos op me omdat ik iets goeds doe? Dat is toch vreemd. Toch gebeurt het hier, in Jezus’ verhaal. En het gebeurt vaker. Een ander voorbeeld lazen we bij Jona. En dat was eigenlijk ook alleen maar een voorbeeld van veel meer. Waarom worden jullie boos op mij als ik goede dingen doe? In die vraag komt heel veel levenservaring van God met mensen samen. Straks blijkt het trouwens ook Jezus’ levenservaring te worden: hij was het land rondgetrokken, genezende en goed doende, maar wordt opgehangen aan een kruis. Zet het kwaad bloed dat ik goed ben? Zijn jullie nu boos op me omdat ik iets goeds doe?
Jezus wil kennelijk dat juist zijn leerlingen echt even over die vraag nadenken. Even hiervoor had Petrus gevraagd: Wij hebben alles achtergelaten en zijn u gevolgd, waar kunnen wij naar uitzien? Is er ook een beloning voor wat wij voor u doen? En Jezus had geantwoord: zeker, reken maar op het honderdvoudige van wat je hebt achtergelaten, het eeuwige leven en nog meer. Maar let op: er is met mij, net als met God, wel iets aan de hand. En dan volgt het verhaal van die arbeiders: Het is met het koninkrijk van de hemel als met… Redelijk geladen dus: als God zelf als koning gaat optreden, dan gaat het ongeveer zo als in dit verhaal. Zo gaat het met God. Zo gedraagt God zich. Alsof Jezus wil zeggen: God en ik, wij hebben steeds weer de ervaring dat het kwaad bloed zet dat wij goed zijn, dat mensen boos worden omdat wij iets goeds doen. Dus als je mijn leerling wil zijn, als je mij wilt volgen, mag je daar best even over nadenken. Het gaat de ervaring van je leven worden dat ik goed ben, goede kans dat je ook mee gaat maken dat mensen boos worden. Trouwens, misschien vind je het zelf ook wel irritant.
Dan ben je de enige niet. Veel mensen zijn het eigenlijk best eens met die afgepeigerde noeste werkers die aan het eind protesteren. Ze hadden ruimschoots de tijd gekregen om zich op te winden. De uitbetaling was begonnen met de mensen die ze nauwelijks hadden gezien: aan het eind van de dag nog even een uurtje langs geweest op het werk. Maar ze kregen een heus dagloon: dat wat de zwoegers ’s morgens vroeg hadden afgesproken, een denarie. Laten we voor het gemak en het idee even zeggen: € 180,—, bruto uiteraard. Met onze ongeveer twinIg werkdagen in de maand kom je dan op een loon waar je in Nederland gewoon goed van kunt leven, en dat is waar het hier om gaat: niet karig, niet luxe, gewoon goed.
De uitbetaling was verder gegaan met de mensen die nog drie uur gewerkt hadden, en zes uur, en negen uur. Tenslotte waren zij aan de beurt geweest. Twaalf uur lang hadden ze aangepakt. Maar het enige wat ze kregen was gewoon dezelfde denarie als alle anderen, dezelfde negen briefjes van twinIg. Misschien hadden ze eerst nog staan rekenen: zo 180 per uur, maal twaalf, dat wordt 2160… Maar dat was wel overgegaan toen ze zagen dat iedereen dezelfde munt in handen kreeg. Tegen de tijd dat zij aan de beurt waren was de eerste verrassing ruimschoots overgegaan in chagrijn. Dit is niet eerlijk! En ze gingen het zeggen ook.
Logisch toch? Zelfs als je deze gelijkenis al heel vaak hebt gehoord of gelezen blijft er iets van dat gevoel over: dit ís toch ook niet eerlijk? Het kan best wezen dat die landheer een gulle bui heeft. Maar waarom dan niet gul voor iedereen? Een bonus op een goede dag is prima. Het uurloon voor een dagje opkrikken van € 15,— naar € 25, — had iedereen in feeststemming naar huis laten gaan. Maar wat hier gebeurt is iets heel anders. Dit is geen loon naar werken, en dat is onrechtvaardig bij het uitbetalen van loon. Sommigen hebben heel veel mazzel, anderen minder, maar toch, weer anderen niet. Dat klopt niet. — Zet het kwaad bloed dat ik goed ben?
Blijkbaar. Het is in ieder geval heel gewoon dat het kwaad bloed zet als andere mensen mazzel hebben en wij niet. Dat is het punt hier, toch? Niet dat jou onrecht aangedaan wordt, maar dat anderen goedheid, extra goedheid krijgen. Je hoeft er niet meteen bij aan vluchtelingen te denken die zowaar een huis krijgen terwijl jij nog op de wachtlijst staat, nee, jij hebt ook al een huis, een prima huis zelfs. Hoe goed je het ook hebt, als de postcode-straatprijs om de hoek valt, wat komt er dan in je boven. Goedheid, mazzel, geluk, gein, extraatjes, het zet zomaar kwaad bloed als ánderen het krijgen. En dat gaat dus wel de grote ervaring van Petrus en zijn collega’s worden: zij werken — anderen mazzel, geluk, genade, hoe het ook maar weer heten mag.
En wij mogen daar ook best wat extra over nadenken, lijkt me. Waarom gaat het eigenlijk zo vaak zo? Waarom zijn wij niet tevreden als wij het gewoon goed hebben maar een ander het toevallig naar ons idee beter heeft, zonder daar iets bijzonders voor te doen? Waarom hechten wij eigenlijk zo aan ‘loon naar werken’? Hoe komt het dat wij het vanzelfsprekend vinden als het geluk onze kant op komt, maar zo lastig te hanteren als het een deur verder gaat? Zijn we dan zo bezig met onszelf in leven te houden? Geloven we dan toch dat er niemand voor ons zorgt als wij niet voor onszelf zorgen? Vinden wij onszelf dan toch zó belangrijk, belangrijker dan alle anderen? Ik vraag maar. Het is de vraag van de gelijkenis waar we over na moeten denken: Zet het kwaad bloed dat ik goed ben? Ben je nu boos op me omdat ik iets goeds doe?
Er is trouwens nog meer om over na te denken hier. Ik zei even eerder: wat hier gebeurt is geen uitbetaling van loon naar werken, en dat vinden wij, zo op primaire intuïtie, onrechtvaardig bij het uitbetalen van loon. De landheer in het verhaal denkt daar in ieder geval anders over. Hij had tegen de eerste extra ploeg van drie uur later gezegd: de betaling zal rechtvaardig zijn (vers 4) — en het ligt voor de hand dat hij dat tegen alle volgende ploegen ook gezegd heeft. Volgens de landheer is wat hier gebeurt dus juist wèl rechtvaardig. En dan gaat het nog wel speciaal om de arbeiders die voor ons besef oneerlijk méér krijgen: een beetje meer voor de eersten tot een heleboel meer voor de laatsten. Aan de allereersten wordt niet tekort gedaan. Ze krijgen wat overeengekomen was. Dat vinden wij ook rechtvaardig. Maar van de rest, die evenveel krijgt, zegt de landheer dat de betaling rechtvaardig is, en dat vinden wij, zo op primaire intuïtie, nu net niet zo. Misschien is het goed, barmhartig, gul, maar niet rechtvaardig.
Maar goed en rechtvaardig komen voor die landheer hier op hetzelfde neer. Hij vindt het kennelijk rechtvaardig dat iemand die dagloner is een loon krijgt waar hij met zijn familie gewoon goed van kan leven. Hij kijkt kennelijk niet naar hoe lang er gewerkt is, maar naar de arbeider zelf: wie is hij en wat heeft hij nodig om op een goede manier te leven? Als hij de arbeiders naar het idee van rechtvaardigheid van onze samenleving uitbetaald had, hadden de laatsten het met een twaalfde denarie moeten doen, en de vorigen steeds met een groter deel, maar nog steeds met minder dan wat toen als een gewoon goed loon gold. De landheer vindt het kennelijk on-rechtvaardig om die laatsten met € 15,— naar huis te sturen, de groep daarvoor met € 45,— en zo door. Daar kun je niet gewoon goed van leven. En dat is kennelijk de maatstaf van rechtvaardigheid die hier geldt.
En dat heeft nogal wat lading, hier in Matteüs, en trouwens in het geheel van de bijbel ook. In dit verhaal heeft het de lading van: dit is wat God zelf bedoelt met rechtvaardigheid. Hij doet recht aan mensen, aan wie ze zijn en aan wat ze nodig hebben om het gewoon goed te hebben. Hij geeft geen loon naar werken, maar loon naar mensen. Hij geeft loon. Zoals Jezus tegen Petrus al zei hoeft niemand die Hem volgt er bang voor te zijn dat hij tekort zal komen. Maar het is geen loon naar werken. Loon naar werken geven is voor God onrechtvaardig. Rechtvaardig is loon naar mensen geven.
Dat is dan ook precies zoals God zich volgens Jezus altijd gedraagt. Hij is de God die zijn zon laat opgaan over goede en slechte mensen en het laat regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen. Hij geeft genoeg voor iedereen. Zo deed Hij dat vanouds in zijn eigen land, waar Israël mocht wonen: met een beetje delen ruimschoots genoeg voor iedereen. Dat het toen ging zoals het nu doorgaans nog steeds gaat — rijken leven in luxe, armen, wezen, weduwen en vreemdelingen worden verwaarloosd, uitgebuit, en snoeihard met een fooi op straat gezet — valt moeilijk aan God te verwijten. Er is maar weinig waar Hij in het Oude Testament zo ongenadig boos van wordt als dit soort onrecht. Hij is vanouds en blijft voor altijd de God die loon naar mensen geeft, genoeg voor iedereen. En Hij is en blijft de God die dát rechtvaardig noemt en de rest onrechtvaardig.
Misschien moet je wel arm zijn, keer op keer met minder dan een goed loon naar huis gestuurd worden, om te zien hoe goed het is wat hier gebeurt in dit verhaal. Er zal toch eens iemand komen die begrijpt dat je de eindjes niet aan elkaar kunt knopen met minder dan een gewoon goed inkomen, en die jóu recht doet. Er zal toch eens iemand zijn die het niet de normaalste zaak van de wereld vindt dat mensen die maar een uur hebben kunnen werken — waarom dan ook — met een schamele € 15,— naar huis worden gestuurd omdat ze niet de volle tijd voor € 180,— hebben kunnen werken. Er zal toch eens iemand zijn die begrijpt dat ‘wie niet werkt zal ook niet eten’ geen algemene wet is, en als je het toch zo gebruikt je reinste onrecht vertegenwoordigt. Er zal toch eens iemand zijn die het om mensen gaat en niet om wat ze presteren.
Daar mogen we best eens rustig en heel goed over nadenken. Het is explosief spul, zo’n verhaal van Jezus, juist in onze samenleving. We hebben naast loon naar werken intussen zelfs al tegenprestatie voor uitkering uitgevonden. Wat betekent het als God zelf onrecht noemt wat in onze samenleving als recht geldt? Vroeger waren mensen daar ruig over in de kerk. Als jij twee stuks warme bovenkleren hebt en de arme naast je er geen heeft, heb jij er één gestolen, of je het nu eerlijk verdiend en gekocht hebt of niet. Tegenwoordig zijn we liever wat voorzichtiger. Maar waarom eigenlijk? Als Jezus hier, en op vele plaatsen meer, de heilige boom omhakt van het kapitalisme, van het voor wat hoort wat, van de wederkerigheid, van het loon naar werken en niet naar mensen — wat betekent dat voor mensen die Hem willen volgen? Net als net: ik geef daar uw antwoord niet op, dat moet u echt zelf doen. Gelijkenissen van Jezus worden altijd vervolgd in je eigen leven.
Intussen worden ze in de kerk altijd eerst gevierd. Wat dit hele verhaal in ieder geval betekent is dat er bij God tenslotte geen eersten en laatsten zijn. Ze worden uitwisselbaar. Het kan best zijn dat er eersten zijn die veel gepresteerd hebben en laatsten die weinig voor elkaar gemaakt hebben. Maar dat is niet waar het om gaat. Zo, zoals in dit verhaal, zegt Jezus, zullen de laatsten de eersten zijn en de eersten de laatsten: iedereen krijgt hetzelfde wat goed en nodig is. Er zijn bij God alleen mensen, bij Jezus alleen mensen, in de kerk alleen mensen. We mogen alvast even op adem komen van de grote wedstrijd van het leven vandaag de dag, waarin gepresteerd moet worden, waarin afgerekend wordt, waarin je het maar mag zien te redden. Zo, bij de avondmaalsviering voeren we het helemaal op: allemaal naast elkaar hetzelfde brood, dezelfde beker, geen bijzondere plaatsen, geen speciale behandeling. Hier telt nergens loon naar werken, hier wordt uitsluitend loon naar mensen uitbetaald. Hier is het goed. En zo zal het eens overal zijn.
gehouden o.a. in PKN Aerdenhout, 24 september 2017 (bovenstaande orde)