Als je bidt gebeuren er doorgaans gewone dingen

Preek over Johannes 1:35-51

orde morgendienst
welkom
zingen: Psalm 115,1.2
zingen: Psalmen voor nu 84
stil gebed
votum en groet
zingen: Liedboek 328
gebed
Schriftlezing Lucas 6:12-16
Schriftlezing Johannes 1:35-51
preek over Johannes 1:35-51
zingen: NGK 64
Schriftlezing Kolossenzen 4:2-6
zingen: NGK 131,5.6 — Psalm 100,1
gebed
mededelingen
inzameling gaven
zingen: Opwekking 481
zegen

Met een paar weken vertraging gaan we vanmorgen verder met  een volgende preek naar aanleiding van het boekje Volg Mij. Daar zijn we dit voorjaar in de gemeente hier mee bezig. Het boekje gaat vooral heel praktisch over spreken met anderen over je vertrouwen op Jezus, op God. De afgelopen weken heb ik een avondje meegedraaid bij een aantal kleine groepen in de gemeente. Wat me vooral opviel is dat mensen bleven haken achter dat heel praktische van het boekje. Het lijkt wel gewoon gesprekstraining zoals je die ook voor je werk kunt krijgen. Achter dat heel gewone kwam trouwens nog wat anders vandaan: als je zo bewust bezig gaat met hoe je ‘van het weer naar de Heer’ kunt komen, ben je dan niet vooral bezig je gesprek te manipuleren, de ander incluis. In gesprek gaan over je vertrouwen op Jezus is al heel wat, en dat dan ook nog eens heel doelbewust opbouwen, dat voelt niet goed. Het voelt als praten met iemand ‘om haar of hem te bekeren’. Dat is geen open en eerlijk gesprek meer.

Tegen die achtergrond ga ik vanmorgen drie dingen aan de orde stellen. In de eerste plaats: alles begint met bidden tot God, tot Jezus, ook alle praten over je vertrouwen op hem. In de tweede plaats dat praten is heel gewoon praten, zoals je dat altijd doet. Bijna altijd loopt zo’n gesprek ook heel gewoon. In de derde plaats kom ik dan terug op dat doelbewuste, dat wat voelt als manipulatie. De eerste twee onderdelen heb ik samen genomen in het thema van de dienst: als je bidt gebeuren er doorgaans gewone dingen.

Als je bidt gebeuren er doorgaans gewone dingen. Daar konden hier best eens wat mensen het mee oneens zijn. Veel mensen, ook veel christenen, denken dat niet. Ze verwachten dat er vooral bijzondere dingen gaan gebeuren als ze bidden. Daarom bidden mensen ook meer als ze in de penarie zitten of als er iets bijzonders in hun leven aan de hand is. Nooit zitten de kerken zo vol als wanneer het oorlog is, of wanneer er andere ingrijpende dingen gebeuren. Nood leert bidden, zeggen we dan. Dat kan ook best relatief klein zijn. Je wordt ziek of iemand van wie je houdt wordt heel ziek. Of je moet een grote beslissing nemen: wat ga je studeren? moet ik die baan aannemen? is het goed om met die ander te trouwen? Als je dan bidt verwacht je zomaar dat God je op de een of andere bijzondere manier duidelijk zal maken wat je moet doen, of dat hij wonderlijk genezing zal geven.

Dat kan best, maar doorgaans gaat het in je leven heel gewoon verder. Je gaat naar een dokter, die schrijft iets voor en je wordt beter — of niet trouwens, maar daar gaat het me nu even niet om. Je praat met allerlei mensen om je heen en die helpen je die grote beslissing te nemen. Ze zetten de voors en tegens voor je op een rijtje, wijzen je op dingen die je zelf niet zag, dat soort dingen. Allemaal heel gewoon. God is vooral de schepper van heel gewone dingen. Daar heeft hij er zoveel van gemaakt en die geeft hij nog zoveel, dat ik wel eens denk: God houdt kennelijk van heel gewone dingen, net zoals hij houdt van heel gewone mensen. Daar heeft hij er ook veel meer van gemaakt dan bijzondere mensen.

Dat zelfde viel me op in het stuk uit Johannes dat we lazen. Wat er gebeurt is eigenlijk vooral heel gewoon. Johannes de Doper wijst op Jezus en zegt: ‘Daar is het lam van God’ en twee van zijn leerlingen gaan naar Jezus en solliciteren naar de positie van leerling van Jezus. Hij is kennelijk een bijzonder mens. Dus bij hem moet je zijn. Zo gewoon als wij elkaar kunnen wijzen op een goede musicus en zeggen: ga es naar zijn voorstelling. Vervolgens gaan ze het familie vertellen: Andreas zijn broer Simon: kom mee, dan zul je het zien. Jezus ontmoet een dorpsgenoot van ze: kom met mij mee, zegt hij. Word ook mijn leerling, betekent dat. Filippus treft vervolgens Natanaël: wij hebben de Messias gevonden, zegt hij, even kort weergegeven. Van de een gaat het op de ander, zoals nieuws doorgaans gaat, van mond op mond. Jézus blijkt inderdaad een bijzonder mens. Hij weet, hij ziet al van tevoren. Dan gebeuren er bijzondere dingen, maar dat bijzondere zit niet bij de mensen hier, maar bij Jezus. Wat de mensen betreft is het hier heel gewoon: de een stelt de ander voor aan Jezus, of Jezus komt iemand tegen, zoals dat gaat.

Vooral in de drie andere evangeliën lezen we dat Jezus alles wat hij deed in gebed of na gebed deed. Ongetwijfeld ook dit. Maar vervolgens gaat het ‘gewoon’ verder. We hebben die paar verzen uit Lucas gelezen om te herinneren aan dat bidden van Jezus. Uit al die leerlingen die Jezus op de een of andere gewone manier tegen is gekomen kiest hij er na een nacht gebed twaalf uit. Die noemde hij apostelen. Hij ging ze erop uit sturen om verder te gaan met mensen bij Jezus te introduceren. En ze zijn gegaan. Zo is het doorgegaan na Jezus’ leven op aarde. Tot op vandaag stellen mensen anderen aan Jezus voor. Bijna altijd gaat dat heel gewoon, in normale gesprekken, door gewone dingen te doen die mensen intrigeren. Soms is er iets bijzonders. Het boek Handelingen vertelt ervan. Er wordt iemand genezen, iemand krijgt een droom, iemand blijkt onkwetsbaar voor de beet van een giftige slang, dat soort dingen. Maar meestal is het gewoon een kwestie van praten, van vertellen, van uitleggen, van doorgeven van wat gebeurd is, ook in Handelingen al.

Ook dat is nog steeds zo. Jezus stuurt de mensen die op hem vertrouwen nog steeds op weg naar anderen. Dat begint met bidden tot hem. Je krijgt de mensen om je heen tenslotte van Jezus. Dus bid je om openheid, om de ander ook echt te kunnen ontmoeten, om een echt gesprek te kunnen voeren dat om meer gaat dan koetjes en kalfjes, om de ander echt als een gave van Jezus te kunnen ontvangen en hem of haar aan Jezus zelf te kunnen voorstellen, te introduceren bij Jezus. Op dat bidden volgt voor ons doorgaans een heel gewoon gesprek, waar alle gewone dingen van elk gesprek bij meedoen. Allerlei mensen helpen je daar bij. Ze laten je in een boekje tips lezen of geven je argumenten of geven je een goed voorbeeld. Als zo’n gesprek een echt goed gesprek wordt, waarin je een ander echt ontmoet is dat zelden een gesprek waarin heel aparte dingen gebeuren of waar je wel heel bijzondere gaven voor moest krijgen… Gewone mensen voeren doorgaans gewone gesprekken. Als je bidt gebeuren er doorgaans gewone dingen.

Net als in Johannes vertel je aan je familie of aan je dorpsgenoot — flatgenoot of wijkgenoot of collega of vriend is ook prima — wat jou vertrouwen op Jezus geeft, waarom hij zo belangrijk voor je is. Dat kan in onze wereld best een aantal andere gewone gesprekken vragen waarin je dichter bij elkaar komt. Je kunt iemand uitnodigen naar de kerk of naar je kring: kom maar kijken, doe maar es mee, kun je merken dat Jezus heel bijzonder is. Ergens net zo gewoon als praten met iemand die graag voetbalt en die je zegt: kom maar es kijken zaterdag, of wat voor dag dan ook. Kun je zien waarom ik het zo leuk vind. Heel speciaal, bijzonder of spectaculair bovennatuurlijk hoef je het echt allemaal niet te maken, en daar hoef je je dus ook niet voor op te laden: nu moet het anders dan anders. Welnee, gewoon is genoeg.

Wat in ieder geval in dat stukje Johannes naar voren komt, is dat het bijzondere nergens bij mensen zit. Als er iets bijzonders is, zit het bij Jezus. Jezus kent Simon al en noemt hem rots. Jezus kent Natanaël al, hij zag hem onder de vijgenboom. Andreas en Filippus doen gewoon wat mensen altijd doen. Jezus blijkt hen al vooruit te zijn gegaan. Als er iets bijzonders gebeurt is dat dus altijd Jezus’ zorg, niet die van ons. Wij hebben te maken met de gewone dingen van menselijk met elkaar omgaan. Wij introduceren iemand bij Jezus of Jezus bij iemand. Als er dan contact ontstaat tussen Jezus en die ander is het vervolgens Jezus’ zaak om er iets bijzonders van te maken of het heel gewoon te laten. De meeste mensen die tot vertrouwen op Jezus komen leren dat heel gewoon door mee te doen met God aanbidden, in de bijbel lezen, praten over je geloof en samen het leven delen.

Bij dat heel gewone dat bij ons hoort kunnen we dus ook best de nodige heel gewone hulp gebruiken. Daarom is dat boekje Volg Mij ook zo gewoon praktisch. Wees dom, lui en dakloos is een advies dat voor elk goed gesprek geldt: stel vragen, laat de ander komen en laat je vooroordelen weg. Dat hoort bij een open gesprek voeren met belangstelling voor de ander. Het zou je zelfs prima kunnen overkomen dat je met iemand zit te praten die in dat gesprek zelf ook dom, lui en dakloos is. Goede kans dat het dan echt een heel goed gesprek wordt, een gesprek waarin je de ander echt bereikt en zij (of hij) jou. Dat is ook het doel dat dit soort adviezen hebben: niet om een ander te manipuleren of van mening te laten veranderen, te bekeren of zo, maar om die ander echt te bereiken, te ontmoeten. Zelfs die schets in hoofdstuk 4 van in vijf stappen van het weer naar de Heer heeft het doel om de ander te vinden.

Laat ik het eens met een ander voorbeeld proberen te illustreren. Een paar maanden geleden hebben we hier met de bezoekers en pastorale ouderlingen bij elkaar gezeten en een training gehad voor het voeren van gesprekken. Daarbij werd ook een model gebruikt. met dank aan Christien de Ruijter, De DriehoekHet ging over de innerlijke ruimte van mensen, over hoe je dieper met elkaar in contact kunt komen. Kijk maar even naar het plaatje hier. Vaak gaan gesprekken eerst vooral over feiten en meningen. Als het daarbij blijft vinden we het over het algemeen achteraf nogal een oppervlakkig gesprek. Beter wordt het al als je samen je gevoelens kunt delen: ik vind dit mooi, dit roert me, hier wordt ik boos van. Als je doorvraagt: wat zorgt er nu voor dat je ontroerd wordt, of boos, of blij? kun je bij de diepere laag komen van wat mensen waardevol vinden, levensbeschouwing heet dat hier; het gaat om wat voor mensen het leven de moeite waard maakt. Met elkaar kunnen delen wat jouw leven de moeite waard maakt betekent voor ons meestal al een heel goed gesprek. Maar je kunt nog één stap verder: wie of wat draagt jouw leven eigenlijk, waar vind je tenslotte rust in of bij wie vind je je laatste troost? Noem het in één woord spiritualiteit, of hoe je maar wilt. Als je elkaar bij die vragen ontmoet ben je voor jezelf niet alleen van het weer naar de Heer gekomen, maar heb je ook werkelijk die ander ontmoet. Wat de ander doet met wat jij daarin deelt is en blijft aan haar of aan hem.

Het is de moeite waard op dit soort dingen te letten, ook als je met een collega, vriend, wie dan ook in gesprek raakt over je vertrouwen op God, op Jezus, over je geloof. Voor je het weet gaat het dan ook alleen maar over feiten en meningen, argumenten en bezwaren, van die zware discussies waar de meeste mensen bang voor zijn. Stel je voor dat ik geen argumenten meer heb of geen antwoorden heb… Toch blijft dat een variant van het koetjes en kalfjes gesprek, alleen nu niet over auto’s maar over christelijk geloof of zo. Waar is de ander bang voor? Waarom windt ze zich zo op over christenen? Waarom houdt hij afstand? Wat vindt zij er niet maar van, maar wat voelt ze erbij? Wat vindt hij nu eigenlijk zelf de moeite waard in het leven? Wat geeft rust, waarop kun je terugvallen in je leven? Via dit soort vragen kom je weg van de discussies naar een ontmoeting. Hoef je ook niet meer bang te zijn dat je het niet weet.

Ook als zo’n modelletje iets is waar je nog nooit aan gedacht hebt en waar je zelf nooit opgekomen zou zijn is het nog wel slim. Denk maar eens terug aan een gesprek dat je echt heel goed vond, waarin je echt hebt kunnen delen wat je leven vormt. Goede kans dat je achteraf dit soort dingen terug kunt vinden. Mocht iemand intussen trouwens denken: maar wat heeft dit in vredesnaam met Johannes te maken? Nou, direct niet zo heel veel. De bijbel is geschreven in een tijd dat mensen helemaal niet naar binnen keken bij zichzelf of over hun gevoelens of innerlijk nadachten. Je kunt hetzelfde zomaar tegenkomen bij migranten uit het Middellandse Zee-gebied hier in de stad. Ze hebben wel gevoelens en hadden wel een innerlijk, maar ze denken er niet op onze manier over na. Ze zijn niet psychologisch bewust. Net zo min als vliegtuigen komt innerlijke ruimte dus in de bijbel voor. Andreas en Filippus vertellen gewoon dat ze de Messias hebben ontdekt. Wat ze daarbij voelden of wat ze daar zelf nu zo belangrijk aan vonden vind je in de bijbel niet terug. Maar wij zijn mensen van nu, die allemaal wel naar binnen kijken, gevoelens hebben en nadenken over wat we belangrijk vinden en zo. Willen wij hetzelfde doen als Andreas en Filippus, en anderen laten delen in hoe goed en gaaf en indrukwekkend en alles bepalend Jezus is, dan kunnen wij dit soort dingen goed gebruiken. Innerlijke ruimte, bij jezelf naar binnen kijken is tenslotte voor ons heel gewoon. Je manipuleert er niemand mee, je ontmoet er iemand door, als de mensen die wij zijn. Dan kun je delen, en iemand met je meenemen naar Jezus. Wat er verder gebeurt is aan Jezus, en aan die ander.

Goed, terug naar het begin. Alles begint met bidden, voor die ander en voor jezelf, bidden tot Jezus die al lang bij die ander is. Vervolgens gebeuren er doorgaans heel gewone dingen. Je kunt er dus ook allerlei heel gewone tips en trucs en aandachtspunten bij gebruiken. Die helpen je niet om een ander te bekeren of zo, maar om haar of hem echt te ontmoeten. Wat ons betreft is dat het dan. Wij zijn nu eenmaal gewone mensen. Hoe het verder gaat is aan Jezus. Zo zendt hij ook ons uit, als de mensen die wij zijn. Zoals de Vader mij gezonden heeft, als Jood uit de eerste eeuw, zo zend ik ook u, als mensen van de 21e eeuw. Ontvang mijn Geest, heilige Geest, hij zal je leiden, doorgaans heel gewoon, wees dus niet bevreesd. Laten we zo zingen: Vrede zij u. Amen.

gehouden in: Amsterdam-ZW, 3 april 2011

Keynote

Als je bidt gebeuren er doorgaans gewone dingen

  • Alles begint met bidden
  • Je gesprekken zijn gewone gesprekken
  • waarin het om ontmoeting gaat

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *