Zesentwintigste vrijdag door het jaar – Vespers

korte stilte

℣ God, kom mij te hulp,
℟ Heer, haast u mij te helpen.

Eer aan de Vader en de Zoon en de heilige Geest,
zoals het was in het begin en nu en altijd
en in de eeuwen der eeuwen. Amen. Halleluja.

eerste antifoon

Laat mijn gebed voor u zijn als reukwerk.

eerste psalm: Psalm 141:1-5 — Gebed temidden van gevaren
De rook van de wierook steeg met de gebeden van de heiligen uit de hand van de engel op naar God (Openb. 8:4).

HEER, u roep ik aan, kom mij te hulp,
luister naar mij nu ik tot u roep.
Laat mijn gebed voor u zijn als reukwerk,
mijn geheven handen als een avondoffer.

Zet een wacht voor mijn mond, HEER,
een post voor de deur van mijn lippen.
Houd mijn hart ver van het kwaad,
verleid het niet tot goddeloze daden
met hen die onrecht bedrijven,
laat mij niet eten van hun overvloed.

Zou een rechtvaardige mij slaan, het was mij een weldaad,
zou hij mij straffen, het was balsem op mijn hoofd.
Zou ik lijden onder de kwaden, dan nog bleef ik bidden.

Eer aan de Vader en de Zoon en de heilige Geest,
zoals het was in het begin en nu en altijd
en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

eerste antifoon

Laat mijn gebed voor u zijn als reukwerk.

tweede antifoon

HEER, mijn God: naar u zijn mijn ogen gericht.

tweede psalm: Psalm 141:6-10 — Gebed temidden van gevaren
De rook van de wierook steeg met de gebeden van de heiligen uit de hand van de engel op naar God (Openb. 8:4).

Werden hun leiders van de rotsen geworpen,
van mij hoorden ze woorden van deernis.

Verspreid als de aarde, geploegd en omgewoeld,
ligt ons gebeente bij de muil van het dodenrijk.
Maar HEER, mijn God: naar u zijn mijn ogen gericht,
bij u schuil ik, giet mijn leven niet weg als water.

Behoed mij voor de strik die zij hebben gespannen,
voor de valkuil van hen die onrecht doen.
Laat de goddelozen in hun eigen netten raken
en mij alleen ontkomen.

Eer aan de Vader en de Zoon en de heilige Geest,
zoals het was in het begin en nu en altijd
en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

tweede antifoon

HEER, mijn God: naar u zijn mijn ogen gericht.

derde antifoon

Leid mij uit de beklemming,
dat ik uw naam mag loven.

derde psalm: Psalm 142 — U bent mijn toevlucht
Dit alles is in de Heer vervuld toen hij voor ons leed (Hilarius).

Luid roep ik tot de HEER,
luid smeek ik de HEER om hulp,
bij hem stort ik mijn hart uit,
bij hem klaag ik mijn nood.

Ik ben ten einde raad,
u kent de weg die ik moet volgen,
u weet dat op mijn pad
een strik verborgen ligt.

Ik kijk terzijde en zie
niemand die om mij geeft,
nergens een toevlucht voor mij,
niemand die hecht aan mijn leven.

Ik roep tot u, HEER:
‘U bent mijn schuilplaats,
al wat ik heb in het land van de levenden.’

Hoor mijn noodkreet,
ik ben uitgeput en moe,
verlos mij van mijn vervolgers,
zij zijn sterker dan ik.

Leid mij uit de beklemming,
dat ik uw naam mag loven
in de kring van de rechtvaardigen:
u hebt naar mij omgezien.

Eer aan de Vader en de Zoon en de heilige Geest,
zoals het was in het begin en nu en altijd
en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

derde antifoon

Leid mij uit de beklemming,
dat ik uw naam mag loven.

vierde antifoon

U, Heer, bent goed en tot vergeving bereid,
uw trouw is groot voor ieder die u aanroept.

vierde psalm: Psalm 86:1-10 — Gebed van een arme in tegenspoed
Geprezen zij God die ons altijd troost en ons in al onze ellende moed geeft (2 Kor. 1:3-4).

Hoor mij, HEER, en antwoord mij,
ik ben verzwakt en arm.
Behoed mij, want ik ben u toegewijd,
red uw dienaar die op u vertrouwt,
u bent mijn God.

Wees mij genadig, Heer,
heel de dag roep ik tot u,
verblijd het hart van uw dienaar,
naar u verlang ik, Heer.
U, Heer, bent goed en tot vergeving bereid,
uw trouw is groot voor ieder die u aanroept.

Hoor mijn gebed, HEER,
luister naar mijn smeken.
In dit uur van mijn nood roep ik u aan,
want u geeft mij antwoord.

Geen god is u gelijk, Heer,
uw daden zijn zonder weerga.
Alle volken, door u gemaakt, komen
en buigen zich, Heer, voor u
en prijzen uw naam.
U bent groot, u doet wonderen,
u alleen bent God.

Eer aan de Vader en de Zoon en de heilige Geest,
zoals het was in het begin en nu en altijd
en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

vierde antifoon

U, Heer, bent goed en tot vergeving bereid,
uw trouw is groot voor ieder die u aanroept.

vijfde antifoon

Wijs mij uw weg, HEER,
laat mij wandelen op het pad van uw waarheid.

vijfde psalm: Psalm 86:11-17 — Gebed van een arme in tegenspoed
Geprezen zij God die ons altijd troost en ons in al onze ellende moed geeft (2 Kor. 1:3-4).

Wijs mij uw weg, HEER,
laat mij wandelen op het pad van uw waarheid,
vervul mijn hart met ontzag voor uw naam.
U, Heer, mijn God, zal ik loven met heel mijn hart,
uw naam voor eeuwig prijzen.
Want u toont mij uw grote trouw,
u verlost mij uit de diepte van het dodenrijk.

God, een opstandige bende komt op mij af,
met geweld bedreigen zij mijn leven,
zij houden u niet voor ogen.
U, Heer, bent een God die liefdevol is en genadig,
geduldig, trouw en waarachtig.

Keer u tot mij en wees mij genadig,
schenk kracht aan uw dienaar,
red het kind van uw dienares.
Geef mij een teken van uw goedheid,
dan zullen mijn haters verbleken en zien
dat u, HEER, mij bijstaat en troost.

Eer aan de Vader en de Zoon en de heilige Geest,
zoals het was in het begin en nu en altijd
en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

vijfde antifoon

Wijs mij uw weg, HEER,
laat mij wandelen op het pad van uw waarheid.

kapittel: 2 Korintiërs 1:3-4

Geprezen zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus, de Vader die zich over ons ontfermt, de God die ons altijd troost en ons in al onze ellende moed geeft.

hymne: Hominis superne Conditor

O God, boetseerder van de mens,
die alles plaats geeft, tijd en grens,
zodat alom op aarde tiert
het kruipend en het wild gediert.

Die ook de grote dieren schept
en die hen onderworpen hebt,
tot dienen aan de mens bereid
in orde en gehoorzaamheid.

Maak ons gehoorzaam, trouw en stil,
verdrijf al wat ons schaden wil,
laat onze zinnen zuiver zijn
en onze daden altijd rein.

Geef ons het loon der eeuwige vreugd,
genade die het hart verheugt,
breek toch de band van ’t kwaad uiteen
en leg uw vrede om ons heen.

Getrouwe Vader, zie ons aan,
wees, Zoon van God, met ons begaan,
vertroost ons, Geest, in deze tijd,
u die regeert in eeuwigheid.

vers

℣ Laat mijn gebed voor u zijn als reukwerk,
℟ mijn geheven handen als een avondoffer.

antifoon bij de lofzang

Heersers stoot God van hun troon
en wie gering is geeft hij aanzien.

lofzang van Maria

Mijn ziel prijst en looft de Heer,
mijn hart juicht om God, mijn redder:
hij heeft oog gehad voor mij, zijn minste dienares.
Alle geslachten zullen mij voortaan gelukkig prijzen,
ja, grote dingen heeft de Machtige voor mij gedaan,
heilig is zijn naam.
Barmhartig is hij, van geslacht op geslacht,
voor al wie hem vereert. —

Hij toont zijn macht en de kracht van zijn arm
en drijft uiteen wie zich verheven wanen,
heersers stoot hij van hun troon
en wie gering is geeft hij aanzien.
Wie honger heeft overlaadt hij met gaven,
maar rijken stuurt hij weg met lege handen. —

Hij trekt zich het lot aan van Israël, zijn dienaar,
zoals hij aan onze voorouders heeft beloofd:
hij herinnert zich zijn barmhartigheid
jegens Abraham en zijn nageslacht,
tot in eeuwigheid. —

Eer aan de Vader en de Zoon en de heilige Geest,
zoals het was in het begin en nu en altijd
en in de eeuwen der eeuwen. Amen.

antifoon bij de lofzang

Heersers stoot God van hun troon
en wie gering is geeft hij aanzien.

slotgebeden

℣ Heer, ontferm u over ons.
℟ Christus, ontferm u over ons.
℣ Heer, ontferm u over ons.

Onze Vader in de hemel,
laat uw naam geheiligd worden,
laat uw koninkrijk komen
en uw wil gedaan worden
op aarde zoals in de hemel.
Geef ons vandaag het brood
dat wij nodig hebben.
Vergeef ons onze schulden,
zoals ook wij hebben vergeven
wie ons iets schuldig was.
En breng ons niet in beproeving,
maar red ons uit de greep van het kwaad.
Want aan u behoort het koningschap,
de macht en de majesteit tot in eeuwigheid. Amen.

℣ HEER, hoor mijn gebed,
℟ laat mijn hulpkreet u bereiken.

korte stilte

Zegenen wij Christus, onze Heer; hij heeft in zijn barmhartigheid de tranen afgewist van hen die huilen. Roepen wij hem liefdevol aan: Heer, ontferm u over uw volk.
Heer, die de vernederden verheft, blijf niet doof voor het klagen van armen en ongelukkigen; beschaam hun vertrouwen niet.
Sta ook de stervenden bij, en schenk hen verlichting.
Ontferm u over de vluchtelingen; geef hun nu een veilige woonplaats en eens een goed vaderland bij u.
Maak de zondaars gevoelig voor uw barmhartigheid, zodat zij verzoend worden met u in de gemeenschap van de kerk.
U die leeft en heerst met God de Vader in de eenheid van de heilige Geest, God, door de eeuwen der eeuwen. Amen.