Als Jezus alles is gaat het voor ons alleen om geloof

Preek over zondag 23 Heidelbergse Catechismus

orde middagdienst
votum en groet
zingen: Liedboek 217
gebed
Schriftlezing 1 Petrus 1:1-21
zingen: Liedboek 226
preek over Zondag 23
preek
zingen: NGK 160
zingen: NGK 161
gebed
inzameling gaven
zingen: Psalm 48
zegen

We zijn zo ongeveer wel toe aan zondag 23, dacht ik. En het moment, zo de week na Goede Vrijdag en Pasen, is te mooi om voorbij te laten gaan. Want als je echt iets wilt begrijpen van die lange zinnen en mooie moeilijke woorden van deze zondag, dan moet je ze direct verbinden met vorige week. Vorige week zagen we onze Heer voor ons sterven en weer opstaan. Daar gaat het in zijn diepste kern om in ons geloof: Jezus Christus de gekruisigde die leeft. Hij maakt het weer goed tussen God en ons. Maar als het daar dan om gaat, en als het om Hem gaat, om Hem die voor ons stierf en weer opstond, dan kan het voor ons alleen nog maar gaan om geloof. Als Jezus alles heeft gedaan, tot het laatste van de dood toe en van het eerste van de opstanding af, dan blijft er voor ons niets meer over om te doen. Je kunt alleen nog maar ontvangen, aanvaarden, geloven.

Ik ga dat wat uitwerken vanmiddag. Als Jezus alles is, gaat het voor ons alleen om geloof. Eerst leg ik het accent op: alleen om geloof, dan op: alleen om geloof, en dan nog een keer op: alleen om geloof. Maar het begint steeds met dat Jezus alles is. Hij was niet maar een leraar, een wijze rabbi, die mensen goed advies gaf over hoe ze het beste hun zaken met God weer in orde konden maken. Hij was niet maar een helper, een therapeut, die je weer op gang brengt en je wat woorden geeft om het zelf weer te kunnen. Hij is echt degene die heel ons leven over heeft willen nemen, tot in de dood toe, en het weer nieuw tevoorschijn brengt uit de dood in nieuw leven. Hij is het goede nieuws, dat alles, alles is volbracht. En dat zie je nergens beter en directer dan op Golgota en in die tuin van Jozef van Arimatea. Hij is echt voor jou gestorven, echt voor jou opgestaan. Zijn liefde is alles.

Het enige wat je daar zinnig mee kunt doen is het ontvangen, het aanvaarden, dat wil zeggen het geloven. Echt geloven is op zich helemaal niet ingewikkeld. Het is gewoon zoiets als ontvangen. Dat is ook geen prestatie. Net zo als het gek is om te zeggen: hè, hè, dat was me nog eens ontvangen, is het ook gek om te zeggen: hè, hè, dat was me nog eens geloven. Alles is al gedaan, dus kan geloven nooit weer iets doen worden, of iets presteren. Het is net zoiets eenvoudigs als bij het avondmaal zo’n stukje brood aannemen en het opeten. Dat betekent ook: Jezus — zijn lichaam is het! — heeft alles al gedaan, ik wil Hem ontvangen. Dat is geloven dus.

En dat moet het ook blijven. Daar gaat het om als we in de kerk zeggen dat het alleen door geloof is dat het weer goed is tussen God en ons. Het gaat er dan om dat we goed vasthouden dat Jezus alles heeft gedaan en alles is en dat wij echt alleen maar hoeven te ontvangen. Er staan niet toch stiekem allerlei kleine lettertjes in het Evangelie. Zo van: dat Jezus alles heeft gedaan dat geldt alleen voor mensen die aan die en die voorwaarden voldoen. Bijvoorbeeld: eerst goed je best doen om een goed mens te worden, of eerst echt verdriet hebben om je zonden, of eerst je bekeren van dit of dat, of eerst een goed gevoel hebben bij God. Of, van de andere kant: het is alleen voor mensen die er nu flink mee aan het werk gaan, of voor mensen die ook nog met de Geest verzegeld worden, of voor mensen die nog een ander dit of dat gaan doen of meemaken. Het Evangelie heeft alleen grote letters, en het zegt dat Jezus alles, maar dan ook alles voor jou heeft gedaan. Kijk maar, Hij is zelfs helemaal gestorven voor jou en opgestaan in nieuw leven.

Daar toch iets bij verzinnen en iets bij gaan doen past gewoon niet. Als we eerlijk worden moeten we allemaal in eigen woorden iets zeggen als antwoord 60 hier deftig stelt: mijn geweten klaagt me aan dat ik tegen alle geboden van God zwaar gezondigd heb en geen daarvan gehouden heb en dat ik nog altijd uit ben op alle soorten van kwaad. Er is gewoon iets heel erg mis met ons. Daarom zijn we bezig dood te gaan van het moment van onze geboorte af. Alles wat we doen en laten, wat we bedenken en voelen heeft daar deel aan. Daarom precies is Jezus ook voor ons gestorven. Dat was nodig. Maar Hij heeft het wel gedaan, helemaal gedaan. En dus is alles al klaar. Denken dat wij iets moeten doen, regelen, presteren, voelen, meemaken, noem maar wat, voor God, wil het oké worden is net zo gek als voor jezelf een scheve kruk maken om mee te strompelen, terwijl de Here Jezus een prachtige nieuwe auto voor je neerzet om in te rijden. Het enige wat daarbij past is de sleutels aanpakken en er blij vandoor gaan.

Maar goed, allicht dat er al iemand denkt: was het maar zo eenvoudig. Ik wil echt niet zoveel doen voor God of voor Jezus of zo, ik wil het me allemaal best laten geven, maar waarom doet het me dan zo weinig? Waarom werkt het niet uit in mijn leven? Ja, is het niet toch allemaal heel ingewikkeld, en loop ik daar gewoon overheen nu? Het is niet mijn bedoeling ergens overheen te lopen. Ik ben wel even ergens aan voorbij gelopen. Want geloven is ontvangen en niks niet ingewikkelder dan ontvangen, maar de vraag is of wij wel ontvankelijk zijn, en in hoeverre wij ontvankelijk zijn.

Begin maar weer met Jezus zelf. Jezus is alles, daar draait alles om. Maar in ons echte leven is Jezus lang niet altijd alles. Daar hebben we van alles meer, geschiedenis, herinneringen, pijn, drukte en werk, zorgen en liefde, angst en noem maar op. En hoe groter dat allemaal is in ons des te moeilijker vinden we plaats om te ontvangen. Ons leven zit dan vol. Er kan niets meer bij. Het kleine hoekje dat voor het geloof en voor Jezus gereserveerd is, is zo vol. Daar ontvangen we, maar verder lukt dat niet. Wil daar beweging in komen, dan moeten we ook echt even letten op dat het als Jezus alles is alleen om geloven gaat.

Geloven is ontvangen. Daar ga ik niet van af. Maar geloven is niet maar waarheden ontvangen of gegevens, of zo. In echt geloven zit altijd iets heel direct persoonlijks van God naar ons en dan ook van ons naar God. Het gaat om het ontvangen van iets dat echt voor jou is. En dat voor jou is tegelijk een soort van breekijzer in je leven. Het vraagt om ruimte, en als die ruimte er niet is om ruimte maken. Als de ware God komt en geeft moeten alle afgoden aan de kant. Je kunt er alle twaalf artikelen op nalezen. Ik noem er maar een paar.

God de Vader, de Schepper, spreekt ons persoonlijk aan: Ik heb jou gemaakt, Ik wil met jou omgaan, Ik vind jou de moeite waard. Dat is zijn gave voor jou, dubbel en dwars onderstreept op Goede Vrijdag en met Pasen. Als jij jezelf nu niet de moeite waard vindt omdat je allerlei negatieve ervaringen hebt is het moeilijk daar ruimte voor te vinden. Zomaar blijft zo’n klont negatieve houding over jezelf ergens rondzwerven in je leven. Denk dan eens terug aan vorige week, aan Goede Vrijdag. Jezus is voor jou gestorven aan dat kruis. Spijker al dat negatieve er maar bij. Het mag weg. Dan kun je Gods gaven vrij ontvangen.

Jezus spreekt je net zo persoonlijk aan. Hij is voor jou gekomen. Met zijn geboorte al spreekt Hij je aan: Ik kom me met jou bemoeien, dat is nodig, want je bent er slecht aan toe. Kijk maar naar Mij, dan kun je zien hoe slecht. Hij wil heel onze levensgeschiedenis, van jongsaf aan overnemen en ons bevrijden van wat ons daarin beklemt. Als je geen ruimte vindt om dat te ontvangen juist omdat het je allemaal zo vasthoudt, denk weer terug aan vorige week: spijkeren maar. Ga eens kijken bij dat lege graf: nieuw leven volop, ook je eigen geschiedenis kun je er nieuw tussen vinden. Kijk goed naar die man aan dat kruis: Hij doet alles voor jou, dit lijden, ook jouw pijn, dit sterven, ook alles dat in jou al dood gegaan is.

God de Geest, Hij spreekt ons net zo persoonlijk aan. In jou wil Hij wonen en je helpen ruimte te maken en dat heel eenvoudige van het geloof te ontdekken: ontvangen, ontvangen, steeds meer, steeds weer. En telkens weer is dat voor jou direct ook een claim, een vraag om ruimte. Daar waar je angst heel groot is, of je bitterheid, of je eigenwaan, daar waar je werk zich groot maakt, daar wil de levende God iets kwijt van zichzelf, van zijn liefde, van zijn goedheid, zijn vrede. Alles is al gedaan, alles waar je bang voor bent, waar je bitter over bent, waar je zoveel te veel van jezelf verwacht, en zo door, dat alles is al gekruisigd en nieuw uit de dood terug gekomen, verzoend, in vrede. Het vraagt ruimte en heel eenvoudig ontvangen, ontvankelijkheid.

Heb ik nu toch iets anders gezegd dan eerst? Heb ik nu toch kleine lettertjes toegevoegd aan het Evangelie, zo van: je moet wel eerst ruimte maken in je leven, anders is het toch niet voor jou, dat alles wat Jezus gedaan heeft? Ik hoop het niet. Als Jezus echt alles is en alles gedaan heeft, tot op dood en opstanding toe, kan het niet waar zijn dat het aan ons overgelaten wordt om de nodige ruimte te maken in je leven. Als het aan ons ligt lukt dat in ons leven hier nooit helemaal. Maar het ligt niet aan ons alleen. Juist als je van Jezus ontvangt, ontvang je ook overwinning van je eigen weerstanden van Hem. Ook zo’n grote klont bitterheid of angst voor kwetsbaarheid wordt vroeg of laat opgelost in zijn liefde. Als Jezus alles is gaat het voor ons echt alleen om geloof, om ontvangen. En al ontvangend ontvang je ook ontvankelijkheid, ruimte, sloop van allerlei wat je blokkeert. Juist aan het kruis kun je dat kwijt en in Jezus’ opstanding kun je het nieuw ontvangen.

Beelden zijn altijd kwetsbaar, dat weet ik. Maar er is een heel bekend beeld voor deze dingen, dat van een glas met stenen, waar dan maar weinig water in kan. Als je leven vol zit met van alles en nog wat kan het water van het Evangelie, of van de Geest, desgewenst, er niet meer bij. Ik vind dat altijd een wat deprimerend beeld, omdat het maar de vraag is of ik die stenen ooit uit mijn leven krijg. Bovendien doet het weinig recht aan de kracht van de Geest en de kracht van de opstanding van Christus. Ik denk dat het echte beeld veel eerder dat is van een glas met suikerklontjes. Daar kan veel meer water bij, omdat het water de suiker oplost. Dat past meer bij Pasen, meer bij de kracht van Christus. Het laat ons geloof, ons ontvangen, echt direct ook hoop zijn: hoop dat Christus met diezelfde opstandingskracht ooit ook die laag suiker uit ons leven weg zal spoelen. Tenslotte is Hij alles, heeft Hij alles gedaan, door de dood heen het eeuwige leven binnen. Dat laat voor ons echt niets anders over dan ontvangen, alleen geloven. Gelukkig maar. Daar word je eeuwig jong bij. Amen.

gehouden in: Loenen-Abcoude, 23 april 2006
Amsterdam-ZW, 19 augustus 2007

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *