lezen: Matteüs 13:10-17
Eer aan God, omdat hij dingen verbergt, eer aan de koning, omdat hij dingen aan het licht brengt. — Spreuken 25:2 (iets gewijzigd)
Wanneer God als koning gaat optreden, brengt Hij wat verborgen is aan het licht. Daar zijn die sterke verhalen voor. Plotseling blijkt dat verhaal van die zaaier over mij, over jou te gaan. Het neemt de regie over, leest mijn hart, legt mij uit. Het krijgt een onontkoombaar vervolg in mijn leven. Wat in mijn hart verborgen is, komt daar aan het licht, en blijkt al gevangen in Jezus’ verhaal.
Met zijn gelijkenissen probeert Jezus niet maar een boodschap duidelijk te maken. Dan zou je ze wel weg kunnen leggen zodra je die boodschap begrepen hebt. Gelijkenissen kun je niet meer wegleggen. Als je ze gehoord hebt, blijf je er voor altijd in gevangen. Zelfs al zou je het verhaal over die zaaier vergeten, dan nog blijft het jouw verhaal: zaad op de weg, en er kwamen vogels die het opaten. Jezus’ gelijkenissen zijn woorden van God die als koning optreedt. Ze dringen diep door, tot waar ziel en geest, been en merg elkaar raken, en ze zijn bedoeld om de opvattingen en gedachten van het hart te ontleden (Heb. 4:12). Ze brengen aan het licht wie niets wil zien, niets wil horen, niets wil begrijpen.
En — als dát dan het probleem is — ze houden je bij de oplossing. Of weet je niet meer hoe dat verhaal van die zaaier toch goed afliep?
vraag: Wat komt er intussen in jouw leven aan het licht?
zingen: Liedboek 894 (Wanneer ik zoek naar woorden)