lezen: Lucas 24:44-53
(…) waar ze voortdurend in de tempel waren en God loofden. — Lucas 24:53
Wanneer God als koning gaat optreden, eindigt alles met een feest. De komende werkelijkheid van: ‘Kijk, de woonplaats van God is weer bij de mensen, zij zullen zijn volken zijn en hij hun God’ (Opb. 21:3) — werpt zijn licht terug de geschiedenis in. Waar hemel en aarde elkaar snijden en overlappen, in de tempel, in de gemeente, in brood en wijn, in geest en waarheid, daar smaakt het alvast naar feest
Niet dat het al klaar is. Het is begonnen. Er is van alles ‘al’. En er is van alles ‘nog niet’. Toch is dat niet het stel woorden dat bij God als koning past: ‘al’ en ‘nog niet’. Het is te klein, te zuinig voor Gods overvloed. Is de ervaring van overstelpt worden door goedheid en waarheid (Joh. 1:16) in Jezus’ liefde datgene wat er ‘al’ is, dan kan wat er nog komt alleen maar ‘nog veel meer’ worden.
Onder Jezus’ zegen en in het vertrouwen op ‘kracht uit de hemel’ gingen Jezus’ leerlingen naar de tempel, waar ze God loofden omdat er ‘nog veel meer’ zou komen. Ze keken het licht tegemoet en merkten dat de schaduwen achter hen vielen. Misschien begrepen ze er nog niet veel van, ze begrepen in ieder geval dat juist het goede wat je niet begrijpt erom vraagt gevierd te worden. Wie met hen leerling van Jezus is geworden, mag dat oefenen, zondag in, zondag uit.
tip: Bid samen het Onze Vader
zingen: Liedboek 766 (Ik zag een nieuwe hemel zich verheffen)