lezen: Lucas 16:19-31
Als ze niet naar Mozes en de profeten luisteren, zullen ze zich ook niet laten overtuigen als er iemand uit de dood opstaat. — Lucas 16:31
Wanneer God als koning gaat optreden, gebruikt Hij speciaal personeel. In dit verhaal wordt er één aangewezen met zijn naam: Lazarus, ‘God helpt’. Zijn werk is bedelen, in de weg liggen, zweren en gelikt worden. Al met al genoeg om de aandacht te trekken, zou je denken.
Maar dat is niet zo. Hij ligt op de stoep van iemand van wie alleen maar verteld kan worden dat hij een rijke man is, druk bezig met zich kleden in de duurste kleren, en dagelijks uitbundig feestvieren. Volkomen opgesloten in zijn eigen elite-wereldje reikt zijn horizon zelfs na zijn dood niet verder dan zijn vijf broers. Na de dood is er een wijde kloof tussen de rijke en Lazarus, maar vóór de dood was er al een onoverbrugbare virtuele kloof tussen hen. Al moest hij dagelijks over hem heen stappen, hij deed het onverstoord. Het kwam niet tot contact tussen deze rijke en Lazarus.
Hoe had God deze rijke man nog meer kunnen helpen dan met deze roepende, hinderlijke, stinkende, afzichtelijke kluwen van mens en hond? De lijdende dienaar van de Heer (Jes. 52:13-53:11) pontificaal op je stoep. Hij vraagt om van je kliko gebruik te mogen maken, meer niet. Maar deze rijke man laat zich niet helpen. Zo onbereikbaar als hij in zijn leven was, zo onbereikbaar blijft hij na zijn dood.
vraag: Ben jij wel eens iemand tegengekomen die ook bij dit speciale personeel van God zou kunnen horen?
zingen: Liedboek 718 (God, die leven hebt gegeven)