lezen: Lucas 18:9-14
In plaats daarvan sloeg hij zichzelf op de borst en zei: ‘God, wees mij zondaar genadig.’ — Lucas 18:13
Wanneer God als koning gaat optreden, verandert Hij niet van aanpak. Wij verwachten dat zomaar wel. Stel je voor dat dit verhaal van Jezus zich een maand later nog eens zou afspelen. Zou het dan op dezelfde manier gaan? Ja, wat die Farizeeër betreft vast wel. Maar die tollenaar?
Wat ons betreft zou die tollenaar toch op zijn minst wat verbetering van zijn leven moeten kunnen laten zien. Gods vrijspraak moet toch wat opleveren? Wordt het allemaal niet irritant goedkoop als die tollenaar ook na een paar weken niet kan zeggen: ‘God, ik dank u dat ik niet meer ben zoals die andere tollenaars, dat ik nu met minder afpersing toe kan, dat ik minder hang aan geld en goed, dat het me gelukt is om drie van de vijf dagen rechtvaardig te zijn. Voor die andere twee dagen, God, wees mij zondaar genadig’?
Het duurt even voor het tot ons doordringt dat we zomaar liever zien dat die tollenaar een tweederangs Farizeeër wordt, dan dat hij zichzelf blijft. Het duurt nog langer voor het tot ons doordringt dat God zijn vergeving eenvoudigweg geeft, zonder gedoe, en zonder er iets voor terug te verwachten. En het duurt misschien wel het langst om een plek in ons hart te vinden voor de gedachte dat, ongeacht wat er in ons leven verandert, de enige goede houding van mensen voor God de houding blijft van ‘God, wees mij zondaar genadig.’
vraag: Hoe gaat het trouwens intussen met jouw ‘een beter mens worden’?
zingen: Opwekking 125 = Hemelhoog 275 = Gereformeerd Kerkboek 2017 243 (Heer, ik kom tot U)