lezen: Matteüs 18:21-27
Zijn heer kreeg medelijden. — Matteüs 18:27
Wanneer God als koning gaat optreden, wordt Hij er beroerd van. Nee, niet zoals mensen doorgaans. Wij zouden beroerd worden van wat we aantreffen: onze uitgeleende wereld uitgewoond, ons uitgeleende leven opgebrand. Maar kennelijk brengt die tien miljard euro schuld deze heer niet van zijn stuk. Zijn eerste reactie is: begin maar met terugbetalen, roeien met alle riemen die je hebt, we zien wel waar het schip strandt. Dat dit tegelijk betekent dat er negen-komma-heel-veel-miljard schuld wordt afgeschreven, is de moeite van het vermelden niet waard.
Pas als de schuldenmaker alle aandacht op zijn onverantwoordelijke persoon richt, en laat merken dat hij nog steeds geen idee heeft van de werkelijke verhoudingen — ‘Heb geduld met mij, ik zal u alles terugbetalen’ — wordt zijn heer geraakt: och arme, wat ben jij volkomen de weg kwijt…
Wat deze heer van binnenuit roert, is de beroerde toestand van zijn dienaar. Waar God beroerd van wordt wanneer Hij als koning gaat optreden, is hoe Hij zijn mensen aantreft. Volkomen de weg kwijt, zonder het zelf door te hebben. Vol van ‘mijn leven’ en ‘mijn mogelijkheden’ zelfs als blijkt dat alles geleend was. Geen berouw, maar volgehouden dader-gedrag. Onbewust onbekwaam.
Medelijden heeft deze heer niet met een zielige mens, niet met een slachtoffer. Medelijden heeft hij met een eigenwijs, een dader. Die laat hij vrij en scheldt hem de geleende som kwijt.
vraag: Volgehouden dader-gedrag, herken je dat bij jezelf?
zingen: Liedboek voor de Kerken 423 (Ach, blijf met uw genade)