lezen: Matteüs 18:1-4, 10-14
Hij wil niet dat een van deze geringen verloren gaat. — Matteüs 18:14
Wanneer God als koning gaat optreden, zoekt Hij mensen zoals Hij ze geschapen heeft: in hun naakte bestaan. Hij is niet geïnteresseerd in wat ze kunnen of hoe grandioos ze kunnen mislukken. Hij zoekt ze zoals ze geboren worden en zoals ze sterven. Wat er aan het begin niet aan zit en wat er aan het eind onontkoombaar weer af moet, dat is voor God volkomen bijzaak. Als het zo uitkomt, doet Hij dat soort dingen als een extraatje erbij (Mat. 6:33). Het kind, klein genoeg om nog niets voor te stellen, is dan ook Jezus’ grote voorbeeld.
Afdwalen doe je hier vooral door wèl iets voor te stellen, door van alles en nog wat aan te trekken, te hebben en te bewonen, en te denken dat je zo alleen de moeite waard bent. In de wereld van het ‘voor wat hoort wat’ ben je wat je bijdraagt of ben je wat je verovert. Alles wat er aan het begin niet aan je zat en wat er bij je einde weer af gaat, is dan zomaar je leven. Het lijkt misschien of je er groter van wordt of meer jezelf. In werkelijkheid kan een mens nooit groter worden dan haar naakte bestaan. Kijk er vooral niet op neer. God zoekt je zonder al die extra’s. Hij communiceert op het niveau van het naakte bestaan. Kijk maar aan het kruis.
vraag: Je leven verliezen om het te winnen, wat zegt jou dat?
zingen: Liedboek 538 (Een mens te zijn op aarde)