Preek over zondag 10 Heidelbergse Catechismus
orde morgendienst
votum en groet
zingen: Liedboek 1
zingen: Psalm 89,1-4
gebod
zingen: Psalm 24,1-3
gebed
Schriftlezing Psalm 33
zingen: NGK 1
preek over Zondag 10
zingen: Psalm 89,5-7
gebed
inzameling gaven
zingen: NGK 132
zegen
Leven met God, onze Vader in Christus, is best spannend. Daarover ging het vorige week. Hij heeft tenslotte niet maar een wereld gemaakt als decor, als niet meer dan een huis om in te leven. Hij heeft een echte geschiedenis geschapen en doet daarin zelf mee. Hij schept ons leven, inclusief alle mogelijkheden en veranderlijkheden, geeft ons er een plek en een rol in. Niets blijft zoals het is, alles verandert en ontwikkelt zich. Wij ook. In die geschiedenis is God altijd bezig ons op zijn Jezus Christus, zijn Zoon, te richten. Onze levensweg komt goed uit als we Hem volgen. Maar voor die tijd, voor de uitkomst, is het best spannend. Wij leven, en kiezen, en doen, en laten.
Vanmorgen wil ik daar nog even iets extra bij uitvergroten. De Vader van Christus is een God die met ons wil leven, echt leven, inclusief alles. Hij wil niet maar een instantie zijn die ons leven in stand houdt. God is niet een soort van elektriciteitsbedrijf, dat ervoor zorgt dat er spanning op het net staat en het licht aan gaat als je de schakelaar omzet, maar waar je verder niets van merkt dan de automatische afschrijving van de rekening. Hij wil in onze geschiedenis echt mee doen. Wanneer Hij ons iets geeft, iets toevertrouwt in ons leven, wat het ook is – neem maar loof en gras, regen en droogte, vruchtbare en onvruchtbare jaren, eten en dringen, gezondheid en ziekte, rijkdom en armoede en alle dingen… – wanneer Hij ons zoiets geeft, zit daar altijd de boodschap bij in van: hé, Ik wil jou spreken.
Ja, God wil ons spreken. Anders wordt het nooit echt meedoen in ons leven en wordt ons leven nooit echt een leven met God. God schept ons leven en deze wereld als een geschiedenis. Er kan van alles gebeuren. Wij zijn mensen die nadenken over wat we morgen gaan doen en die terugkijken op wat ons de afgelopen week is overkomen. En God wil daarbij betrokken worden. Hij wil ons spreken. Je ontbijt vanmorgen betekende ook: wat ga je nu verder doen met vandaag? Beter nog: wat gaan we nu verder doen vandaag? Want het gaat God maar niet om een geschiedenis waarin Hij hier en waarin wij daar bezig zijn, het gaat Hem om gemeenschap: Hij wil samen met mensen en dieren en dingen leven. Hij wil communiceren. Hij wil ons spreken.
Horen wij dat nog? Ik ben bang veel te weinig. Luther zegt ergens: hadden wij ogen en oren open, dan zouden ons de bloemen, dan zou ons ons bezit en geld, dan zou ons het koren aanspreken en zeggen: wees vrolijk in God, eet, drink, gebruik mij en dien met mij je naaste. Voor ons zijn, net als voor de mensen om ons heen, de gewone dingen zomaar gewone dingen. Inventaris, stoffering, dat wat nu eenmaal zo is of zo gaat. Pas wanneer God echt in onze oren begint te roepen dringt er echt iets tot ons door. C.S. Lewis noemde lijden eens Gods megafoon. Dan staan we met suizende oren, als God ons echt in de oren getoeterd heeft: Hé, Ik wil je spreken!
Maar je nieuwe auto, of je nieuwe jurk, je werk van alledag, je eigen plekkie in je kamer, je bed en je boterham en noem de hele reeks maar op waar jouw leven van aan elkaar hangt – het zijn allemaal dingen die er niet gewoon zijn. Het zijn ook maar geen dingen die God je gewoon geeft. Hij is geen algemene voorzienigheid die als een soort hemelse sociale dienst goede gaven uitdeelt. Hij spreekt ons er mee aan: jij, Ik wil je spreken, wat zullen we hier eens mee gaan doen? Ja, en ook die andere dingen, die ons niet zo bevallen, die pijn doen of verdriet, dingen die slecht zijn, wat kapot maakt en beschadigt, dingen waarvan wij dan zeggen dat God ze toelaat of ze ons toevertrouwt – Hij spreekt ons ermee aan: jij, Ik wil je spreken, we moeten hier wat mee, wat denk jij ervan? Horen wij dat nog? Of kunnen we ons daar maar weinig bij voorstellen?
Misschien helpt het bij het horen van Gods stem in ons leven als we ons eens apart realiseren hoe God de wereld eigenlijk gemaakt heeft en in stand houdt. God schept door te spreken. Genesis 1 in twee regels Psalm 33: hij sprak en het was er, hij gebood en daar stond het. God zegt: zo moet het zijn, en dan is het zo. Wij vergeten dat spreken vaak. Als we aan de schepping denken, of aan wat er gebeurt, dan denken we eerder aan een soort veroorzaken. God heeft de bal aan het rollen gebracht. God heeft alles gemaakt, ergens toch zoals wij ook iets kunnen maken, een tafel, een huis. Hij is God, dus Hij heeft geen hout of steen nodig, maar verder is het net zo. God had net zo goed niets kunnen zeggen. En voor je het weet ervaar je zo je leven ook. God zegt misschien iets in de bijbel, maar wat gebeurt, gebeurt gewoon. Maar dat is niet zo. God spreekt, en dan is het zo. Dat het zo is, is een antwoord op Gods spreken.
En spreken is communiceren, nietwaar? Maken niet, veroorzaken niet. Als God schept door te spreken dan wil Hij zijn schepsel ook spreken. Dan is het de bedoeling dat er gemeenschap ontstaat, waarin Hij spreekt en zijn schepselen Hem antwoord geven en ook onderling weer spreken: De hemel verhaalt van Gods majesteit, het uitspansel roemt het werk van zijn handen, de dag zegt het voort aan de dag die komt, de nacht vertelt het door aan de volgende nacht. (Psalm 19). Als God ons schept, zegt Hij: Ik wil jou, Ik wil dat jij er bent. En dan wil Hij ons dus ook spreken: Heer, dank dat U mij gewild hebt, in het leven geroepen. En dan leert Hij ons Psalm 139 te zingen. Dan leert Hij ons zo naar onszelf en naar elkaar te kijken en zo met elkaar om te gaan, te spreken als met mensen die de moeite waard zijn.
God schept door te spreken. En dat blijft ook zo. Hij is niet maar een stille kracht die alles bij elkaar houdt. Gods kracht zit hem juist in zijn spreken. Wat hier nog is en leeft en beweegt en zich ontwikkelt hangt allemaal aan dat ene dat God is blijven spreken. Wij leven op de adem van zijn stem. God blijft dus ook communiceren. In alles wat er is en wat er gebeurt spreekt Hij ons aan: wij moeten praten. Want God schept door te spreken.
Daarom spreekt Gods schepping ons echt aan, of wij dat nu horen of niet. Als God ons een baan geeft, levensmogelijkheden, een plek, dan zegt Hij: geef hem, geef haar die baan. En dan zegt die baan dus: ik ben aan jou door God gegeven, zou je niet eens bidden? Van die berg waar je in de vakantie vol bewondering tegen op kijkt heeft God ooit, onnoemelijk lang geleden, gezegd: daar is jouw plaats, en Hij zegt het nog. En de berg spreekt ons aan: trouw is God, nietwaar? van de trouw van de Heer is de aarde vervuld. Zou je niet eens zingen? Hij wil je spreken. Vul je eigen voorbeelden maar aan. Er is hier niets, er gebeurt hier niets, zonder dat God gezegd heeft: zo.
Ja, en dat, dat het spreekt, dat geldt dus ook voor al die negatieve dingen: moeilijk, zwaar, pijn, lijden, angst, ongelukken, rampen, onbegrijpelijkheden, kwaad, oorlog, onderdrukking, kapot maken en noem maar op. God zit daar anders in dan in goede dingen, maar je kunt Hem er niet uit vandaan houden. In die spannende geschiedenis waarin ook tegenkrachten zijn gaan werken bewijst God zijn macht door ze te verwerken in zijn plan. Hij laat dingen toe, vertrouwt ons dingen toe, die ons helemaal niet bevallen. En des te meer spreekt Hij ons dan aan: jij, jij en Ik, wij moeten nodig praten. Samen komen we er door en komen we er uit. Kijk maar naar het kruis. Ik ben al bij je. En kijk maar naar Pasen. Daar komen we uit.
Wat je dan gelijk ziet is dat God ons aanspreekt met een boodschap die draait om Jezus Christus. En dus spreekt ook zijn schepping ons aan met een boodschap die draait om Jezus Christus. Als God ons wil spreken gaat het altijd over zijn Zoon. Als onze baan ons aanspreekt, en zegt: ik ben aan jou door God gegeven, zou je niet eens bidden? dan zal het in dat gebed moeten gaan over hoe wij die baan invullen in de dienst van Christus Jezus onze Heer. Als God zegt: jou vertrouw ik toe dat je deze ziekte aan zult kunnen, wil Hij het met ons hebben over hoe wij Jezus volgen zullen ook daarin. Dat is allemaal best spannend. Leven met God is spannend. Maar daarom wil Hij er juist met ons over praten. Hij wil ons leven echt met ons delen.
Kijk maar weer, je ziet het nergens duidelijker dan juist in Jezus zelf. Hij heeft zijn goddelijk leven met ons gedeeld als mens. En Hij heeft gesproken, jaren lang, en mensen om zich heen verzameld. Het is tijd voor een nieuwe uittocht, zei Hij, nu uit de vergankelijkheid en het sterven naar de onvergankelijkheid en het eeuwige leven. Het koninkrijk van God is dichtbij. En Hij is ons daarheen vooruit gegaan. Heel de geschiedenis draait om Hem. Als we Hem volgen komen we thuis bij Hem.
Als je diploma dan zegt: ik ben aan jou gegeven door God, zou je niet eens bidden? Hij wil je spreken. Als je kind dan zegt, alleen al door er te zijn: ik ben een originele schepping van God, Hij wil je spreken. Als je pijn dan zegt: God heeft mij aan jou toevertrouwd, Hij wil je spreken. Als – en vul dan maar in, nog veel meer dan de reeks van zondag 10 – dan zal het altijd gaan over hoe je met dat alles met Jezus mee kunt gaan in zijn uittocht naar het eeuwige leven, en over hoe de levende God zelf je daarin nabij wil zijn, samen met jou daar wil komen. En samen met Hem zul je er komen ook, want er is niets of niemand zo sterk als Hij.
Laten wij dan ook spreken met God, en niet doof zijn als Hij ons aanspreekt of als zijn schepping ons aanspreekt. Leven met God is best spannend. Mooie dingen trekken je zomaar van Hem af en moeilijke dingen kunnen je blokkeren. Het is een echte geschiedenis waar we in leven. Daarom juist wil God er met ons over praten en er voor ons zijn. Daarom juist hebben wij er voor eeuwig belang bij er met God over te praten en er voor Hem te zijn. God is begonnen met spreken. Hij schept door te spreken. Nog steeds. Heel ons leven spreekt ons daarom aan: Hij wil je spreken. Alles wat je bent en hebt en doet en meemaakt roept het je toe: Hij wil je spreken. Waarom zou je het dan zelf uit willen zoeken in je leven als je het samen met God kunt doen? Waarom zou je eenzaam willen worden als je samen kunt zijn? Waarom zou je dood willen gaan als je kunt leven? Kijk eens in je leven rond, doe je ogen en oren open, luister goed: Hij wil je spreken. Amen.
gehouden in: Loenen-Abcoude, 3 juli 2005
Hilversum, 15 oktober 2006
Amersfoort-Hoogland, 16 december 2007
bewerkt tot preek over Psalm 33:6-9